Federatienieuws
Jacqueline de Groot
2 minuten leestijd
voorzitterscolumn

Kleinschalige woonvormen

Plaats een reactie
Jacqueline de Groot, voorzitter-bestuurder Verenso
Jacqueline de Groot, voorzitter-bestuurder Verenso

‘Heeft u een idee wat een goede woon­omgeving zou zijn voor mijn moeder? Eigenlijk lukt het allemaal niet meer thuis.’ Deze vraag wordt regelmatig gesteld aan een specialist ouderengeneeskunde tijdens een huis­bezoek, bijvoorbeeld bij een geriatrisch assessment op verwijzing van de huisarts.

Welke zorg iemand nodig zou hebben is vaak niet moeilijk te zeggen, maar wel waar dat dan zou kunnen. Allerlei kleinschalige woonvormen spelen in op een enorme behoefte aan een veilige woonomgeving voor ouderen. Hoe de zorg daar geregeld is, is niet overal even duidelijk. Zowel huisartsen als specialisten ouderengeneeskunde worden hier steeds vaker mee geconfronteerd.

In een recente brief aan minister Helder uitten IGJ en NZa gezamenlijk hun zorgen over de medische basiszorg in kleinschalige woonvormen. Het is vaak onduidelijk wie verantwoordelijk is voor deze zorg. Zij geven aan dat het kan leiden tot gezondheidsrisco’s als daar niet spoedig verandering in komt. En vragen om structurele en regionale oplossingen.

Als je thuis woont, ga je naar de huisarts. In de kleinschalige woonvoorzieningen wonen vaak juist ouderen met een Wlz-indicatie, bij wie het thuis niet meer gaat. Zij zijn afhankelijk van intensieve zorg en begeleiding. De verzorging wordt vaak door de organisatie zelf geboden. De huisarts wordt vaak geconfronteerd met de complexe zorgvragen. Inzetten van andere disciplines die veelal nodig zijn om te komen tot samenhangende zorg voor deze doelgroep, zijn daar meestal niet voorhanden.

Maak heldere afspraken over taken, verantwoordelijk­heden en benodigde randvoorwaarden

In recent een artikel in NRC (zaterdag 5 november) hierover wordt ook nog de deskundigheid van woonbegeleiders naar voren gebracht in dergelijke ’verpleeghuis light’-constructies, zoals deze woonvoorzieningen in het artikel genoemd worden. Een schrijnend voorbeeld over een vrouw met dementie, die toenemend probleemgedrag vertoont, maar bij wie – naast de huisarts – niet de juiste deskundigen worden ingezet.

Aan de buitenkant zien de woonhuizen er prachtig uit en de tevredenheid is hoog, vanwege het lekkere eten en de mooie woonomgeving, maar doorvragen naar welke professionals er werken, is echt nodig. Niet iedereen zou zomaar een woonvorm moeten kunnen starten.

Het betreft vaak wonen voor mensen met dementie. Dementie is een proces en vraagt om een juiste benadering en ondersteuning door begeleiders met kennis van dementie. Die deskundigheid mag niet onderschat worden om het een fijne veilige woonomgeving te laten zijn en blijven. De specialist ouderengeneeskunde trekt daarin graag samen met de huisarts op. Wij pleiten dan ook voor het maken van heldere afspraken over taken en verantwoordelijkheden en benodigde randvoorwaarden met de raad van bestuur van een dergelijke woonvorm. En adviseren niet te starten in een kleinschalige woonvorm als die randvoorwaarden niet geregeld zijn. Samen met de huisartsen zetten we ons in om dat ook landelijk geregeld te krijgen.

Wij herkennen de zorgen niet alleen voor de woonhuizen, maar ook voor de kwetsbaren met een Wlz-indicatie thuis. Daar is dan misschien duidelijk dat de huisarts verantwoordelijk is voor de medische basiszorg, maar is het maar de vraag hoe lang iemand moet wachten op een plek. Dus eigenlijk nog de zorg niet krijgt die nodig is. Welke kwaliteit van zorg willen we uiteindelijk met elkaar leveren? En is dat haalbaar?

Federatienieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.