Federatienieuws
Wies Bontje
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Keuzestress? Blijf lachen dokter

Voorzitter De Geneeskundestudent

Plaats een reactie

Het is hartje zomer en ik ben op de gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis. ‘Dokter, jij lacht altijd zo’, zegt een patiënt tegen mij terwijl hij zijn zonnebril opzet. ‘Jij moet zo blijven lachen.’ Hij steekt een sigaret op en loopt naar buiten. Hoewel het misschien geen ideale vakantiebestemming is, kijk ik mede dankzij dit coschap terug op een leuke zomer. Zodra ik iemand enthousiast vertel over mijn coschap, krijg ik automatisch de vraag: ‘Maar als je het zo leuk vindt, wil je dan geen psychiater worden?’ ‘Nee? Wat wil je dan?’

Keuzes maken is niet altijd makkelijk. Dat merk je soms al bij kleine dillema’s. Wellicht dat u het ook herkent: u staat voor een winkelschap of kijkt op de menukaart terwijl u de afweging maakt: ‘Wat zal ik vandaag eens kiezen?’ Naast deze dagelijkse dillema’s zijn er ook keuzes die verdergaande impact hebben of onzekerheden met zich meebrengen. Keuzes die toch nét wat moeilijker zijn dan het kiezen van een hoofdgerecht. De keuze voor een vervolgopleiding is daar een goed voorbeeld van. Toch wordt deze vraag vaak standaard gesteld nét nadat je jezelf hebt voorgesteld op je coschap, of als je aan iemand vertelt dat je geneeskunde studeert. Soms voelt het dan net alsof je wordt gevraagd om je naam en geboortedatum op te geven.

Maar waarop baseer je de keuze voor een vervolgopleiding? Al voordat je begint met je studie heb je een beeld over verschillende specialismes, dat constant wordt gevoed door alle indrukken die je tijdens je opleiding opdoet. Met name je coschappen kunnen daarin bepalend zijn. Toch blijft het lastig. Je baseert je indruk eigenlijk op een korte periode, waarbij je vaak weggaat op het moment dat je niet meer verdwaalt en je net de helft van de namen van je tijdelijke collega’s kent.

‘Als je het zo leuk vindt, wil je dan geen psychiater worden?’

Nu mijn vijf weken psychiatrie erop zitten, probeer ik de balans op te maken. Waarom vond ik het leuk en interessant? Kwam het doordat de assistenten en verpleging leuk waren? Of door de patiënten, die ik zag veranderen? Omdat ik veel ruimte kreeg om zelf dingen te doen? Kwam het door het zonnige weer? Door het leuke weekend? Of zou ik, hoewel het niet mijn plan was, toch wel psychiater willen worden? Zo wordt de vraag ‘Hoe was je coschap?’ gelijk een stuk ingewikkelder.

De korte ervaring die een beeld geeft van een specialisme wordt bepaald door allerlei factoren. Factoren die lang niet allemaal direct verband houden met dat specifieke specialisme. Als ik aan mijn medeco’s vraag hoe hun coschap was, krijg ik regelmatig antwoorden zoals ‘Ja leuk! Want ik zat bij een leuke assistent’ of ‘Afschuwelijk, want ik heb al die weken alleen maar met mijn handen over elkaar gestaan’. De manier waarop je tijdens je coschap ontvangen wordt, de werkzaamheden die je als coassistent krijgt en je medecoassistenten bepalen in grote mate hoe je terugkijkt op dat coschap. En ja... dat maakt de keuze voor een specialisme niet eenvoudiger.

Uiteindelijk moeten ik en al mijn medestudenten een keuze maken. Maar misschien is het helemaal niet erg om soms te twijfelen, te overwegen en om je vizier open te houden. Misschien is de tijd als coassistent wel juist hét moment om te twijfelen, om te leren wat bij jou past en om ook te genieten van alle bijzondere dingen die je als coassistent meemaakt. Zoals wat de psychotische patiënt mij als goede suggestie meegaf: Dokter, blijven lachen!

Wies Bontje, voorzitter De Geneeskundestudent

dowload deze voorzitterscolumn (pdf)

Federatienieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.