Federatienieuws
3 minuten leestijd
Federatienieuws

Jeugdprostitutie of loverboyproblematiek: zo kunt u als arts in gesprek

Plaats een reactie

Luxe spullen, terwijl je weet dat het gezin het niet breed heeft. Soa’s bij minderjarigen. Signalen die kunnen wijzen op jeugdprostitutie of loverboyproblematiek. Hoewel exacte landelijke cijfers ontbreken, is duidelijk dat dit probleem in heel Nederland speelt. Vaak op verborgen plekken, zoals in auto’s en woningen. Veel artsen vinden het lastig om over hun vermoedens te beginnen, merkt zorgcoördinator mensenhandel Nicole Harms. 'Gooi het tóch open, bespreek het. Oordeel niet, stel vragen, benoem dat je je zorgen maakt. Dat helpt. En bedenk: het gebruik van een condoom is al een eerste goede stap.'

Nicole Harms en haar collega’s worden regelmatig benaderd door artsen in de regio die om advies vragen. ‘Ze vermoeden dat er sprake is van prostitutie bij minderjarigen of loverboyproblematiek en vinden het dan vaak lastig om te bepalen of hun onderbuikgevoel klopt. Door gerichte vragen te stellen helpen wij artsen om hun vermoedens helder te krijgen. Of we geven tips welke vragen artsen kunnen stellen of waar ze op kunnen letten en of ze bijvoorbeeld de ouders mogen inseinen.’ Harms werkt als zorgcoördinator mensenhandel bij SHOP Den Haag, waar hulp bij mensenhandel en opvang voor (ex)prostituees wordt gegeven.

Maar één keer

Volgens Harms vinden veel artsen het lastig dat ze iemand vaak maar één keer zien. ‘Dan hebben ze misschien wel een goed gesprek, maar daarna verdwijnt diegene. Je kunt iemand dan wel naar een organisatie leiden die structureler hulp kan bieden. Probeer of je meteen samen kunt bellen voor een afspraak en houd daarna een vinger aan de pols.’ Harms weet uit ervaring dat het slachtoffers al heel goed doet als je zegt dat je je zorgen maakt en graag wilt helpen. ‘Laat weten dat je er voor iemand bent, dat iemand altijd terug mag komen. Dat is al heel veel waard.’

Jeugdprostitutie of loverboyproblematiek?

Er is een belangrijk verschil tussen jeugdprostitutie en loverboyproblematiek, legt Harms uit. ‘Jeugdprostitutie is een zedendelict; het is strafbaar voor degene die seks heeft met de minderjarige, niet voor de minderjarige zelf. Het gebeurt niet altijd onder dwang van een andere persoon die er zelf aan verdient.’ Bij een loverboy is dat wel het geval, licht Harms toe. Tegenwoordig werken loverboys vooral via sociale media. Ze verleiden minderjarigen tot het maken van seksuele foto’s en filmpjes en zetten hen vervolgens daarmee onder druk om bijvoorbeeld in de prostitutie te werken. Het geld dat deze meisjes en jongens daarmee verdienen moeten ze afstaan.’

Kwetsbaar

Hoewel jeugdprostitutie vrijwillig kan zijn, zijn de minderjarigen die het werk doen ontzettend kwetsbaar, waarschuwt Harms. ‘Ze spreken af via apps of sites en stappen bij iemand in de auto of gaan mee naar huis. Vaak zonder dat iemand weet waar ze zijn. Dit brengt grote risico’s met zich mee.’ Uiteindelijk kan jeugdprostitutie alsnog leiden tot loverboyproblematiek. ‘Ze komen bijvoorbeeld in contact met een jongen die zegt “Ik kan jou wel brengen”. En die daar dan weer geld voor vraagt.’

Signalen

De signalen van jeugdprostitutie en loverboyproblematiek komen overeen, zegt Harms. ‘Soa’s bij jonge meisjes of jongens, want ook die kunnen in de prostitutie werken. Bij loverboyproblematiek is er bovendien vaak sprake van geweld.’ Iets wat altijd een alarmbel zou moeten doen afgaan, is een vriendje dat per se mee de spreekkamer in wil en dan het woord gaat voeren. ‘Soms wordt iemand ook continu gebeld of wacht er altijd iemand buiten.’

Toch doorvragen

Harms raadt artsen die vermoedens hebben aan om een open gesprek aan te gaan. ‘Zonder oordelen. Je wilt vertrouwen creëren en iemand een plek bieden waar hij of zij kan komen. Natuurlijk wil je niet dat ze in de prostitutie blijven werken, maar daar heb je niet altijd invloed op. Je kunt wel degelijk iets betekenen. Komt er bijvoorbeeld een minderjarige met een soa bij je, dan is het goed om te vragen of er iemand is die hem of haar onder druk zet om seks te hebben.’ Harms weet dat veel hulpverleners voorzichtig zijn uit angst dat ze iemand niet meer terugzien. ‘Toch vind ik het je plicht om door te vragen. En laten zien dat je wilt helpen, bereikt dus meestal al veel.’

Factsheets en e-learning

Jeugdprostitutie en loverboyproblematiek vallen beide onder de herziene KNMG-meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld.

CoMensha heeft samen met meer dan 50 andere organisaties 25 factsheets ontwikkeld die zorgverleners kunnen helpen bij het signaleren en behandelen van specifieke typen geweld. De factsheets zijn gratis beschikbaar op huiselijkgeweld.nl/typengeweld.

E-learnings over ‘herken de signalen van mensenhandel’ zijn beschikbaar via comensha.nl/voorzorgverleners.

Zie ook: knmg.nl/kindermishandeling.

Landelijk coördinatiepunt CoMensha

Zoals SHOP zijn er meer regionale organisaties; deze zijn te vinden in de Wegwijzer Mensenhandel. In ongeveer 60 procent van de gemeenten is zo’n organisatie te vinden. ‘Het landelijk coördinatiepunt CoMensha is bezig om ervoor te zorgen dat dit landelijk dekkend wordt zodat artsen snel contact kunnen leggen’, vertelt Harms.

Federatienieuws 19 - 2019 (pdf)

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.