Federatienieuws
3 minuten leestijd
Federatienieuws

Je hand uitsteken naar een collega

Plaats een reactie

Schlack is hoogleraar anesthesiologie in Amsterdam UMC, locatie AMC. Sinds de start van ABS-artsen is hij adviseur van dit steunpunt van de KNMG voor artsen en studenten geneeskunde met een verslaving. Zijn gedrevenheid om verslaving onder artsen bespreekbaar te maken komt voort uit eigen ervaringen in het buitenland. Daar werd hij als onervaren leidinggevende geconfronteerd met een collega die verslaafd was aan opiaten: ‘Het is meer dan vijftien jaar geleden, maar zoiets blijft je haarscherp bij.’

‘Zijn vrouw kwam op een gegeven moment naar ons toe. Ze zei: “Ik kan er niet meer tegen, hij heeft écht hulp nodig”. Zelf had ik ook het gevoel dat er iets met hem aan de hand was. En ik was niet de enige. Samen met een collega toog ik naar de bedrijfsarts, maar die zei dat hij alleen iets voor onze collega kon doen als hij zélf naar hem toe zou komen. We gingen langs bij de personeelsadviseur, die reageerde met: “Ik zal jullie even uitleggen hoe de ontslagprocedure werkt”. Na wat zoeken kwamen we uit bij een Amerikaans ziekenhuis, dat hier beleid op had. Hun boodschap was duidelijk: “Verslaving is een ziekte. Jullie moeten die collega proberen te helpen”.

Een bijzonder moeilijk gesprek volgde: volledige ontkenning, passend bij het ziektebeeld. We hebben voet bij stuk gehouden en een plek in de verslavingskliniek gereserveerd. Uiteindelijk is het goed gekomen. Na zijn behandeling hebben we samen een monitoringperiode afgesproken. Dat hield toen onder meer in: met z’n tweeën naar het toilet voor plasproeven.’

Ingrijpende ervaring

‘Ook voor ons als collega’s was dit een bijzonder ingrijpende ervaring. De patiëntveiligheid heeft vanzelfsprekend te allen tijde vooropgestaan: een arts in die staat kan natuurlijk niet blijven werken. Maar we wilden er ook zíjn voor onze collega, die keihard hulp nodig had. Een moeilijke spagaat. Maar ik heb geen dag spijt gehad van onze aanpak van toen.

Artsen zijn mensen en mensen worden ziek. Verslaving kan als chronische ziekte nooit een reden voor ontslag zijn, tenzij je je als werknemer niet aan de gemaakte afspraken houdt. Net zoals dat geldt voor alle andere afspraken tussen werknemer en werkgever. Sommige werkgevers denken wellicht: “Met ontslag heb ik in ieder geval één probleem opgelost. De rotte appel is eruit en ik stel een voorbeeld voor de rest”. Met die aanpak raak je het vertrouwen van heel veel medewerkers kwijt en maak je de drempel om hulp te zoeken vele malen hoger. Immers: als je erkent dat je hulp nodig hebt, vlieg je eruit. En: als je signalen van verslaving bij je collega bespreekt met je leidinggevende, krijgt je collega geen hulp, maar wordt hij ontslagen. Dat moet echt anders en ik denk dat werkgevers dat ook steeds meer zo zien.

De bedrijfsgeneeskundige dienst van het AMC denkt er gelukkig hetzelfde over. Onze gezamenlijke werkwijze is al een aantal jaren onuitgesproken beleid, dat we in de toekomst willen formaliseren. We willen open en transparant zijn over de manier waarop we als organisatie omgaan met ziekte onder zorgverleners: we waarborgen de patiëntveiligheid én we zorgen voor goede begeleiding van de zieke arts of verpleegkundige.’

No go

‘Mijn ideaal is dat iedereen die het aangaat, weet en vindt dat je op een fatsoenlijke manier moet omgaan met mensen die deze ziekte doormaken. Helpen, begeleiden en steunen betekent niet: doorgaan als dat niet verantwoord is. Bij verslaving komt terugval voor. Daar hebben we begrip voor. Als je terugvalt, moet je je ziekmelden. Onmiddellijk. Onder geen beding mag je dan werken in de patiëntenzorg. Dat is een hele heldere “no go”. En als je herhaaldelijk de patiëntveiligheid in de waagschaal stelt, dan moeten we daar anders op reageren. Bijvoorbeeld met een disciplinaire maatregel. We doen alles om je te steunen, maar onze gezamenlijke afspraken zijn helder en heilig.

Intern besteden we ook regelmatig aandacht aan verslaving. Bijvoorbeeld door medewerkers van ABS-artsen uit te nodigen voor een bijeenkomst. Ook vertel ik over mijn ervaringen en over de manier waarbij wij als werkgever omgaan met ziekten zoals verslaving. En ik leg uit hoe je als zorgverlener zelf hoort te reageren als je bij een collega signalen van verslaving opvangt.’

Medeverantwoordelijk

‘Wat in ieder geval niets en niemand helpt is: wegkijken, denken “het zal zo’n vaart niet lopen”: of “het komt vanzelf wel weer goed”. Sterker nog: het is volstrekt onverantwoordelijk gedrag. Wat je wél kunt doen is in gesprek gaan. En, als dat niet helpt, je zorgen over je collega uiten aan je leidinggevende. Doe je dat niet, dan ben je medeverantwoordelijk voor de gevolgen én je helpt je collega er niet mee.’

Federatienieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.