Federatienieuws
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Inspecteur Ian Leistikow: Eerder in gesprek kan uitval van artsen voorkomen

Plaats een reactie

‘Er is een eerstehulpkit voor artsen nodig bij het onderling bespreekbaar maken van gevoelige onderwerpen’, oppert prof. dr. Ian Leistikow. Hij pleit voor beleidsvorming, open communicatie op de werkvloer en het bewust organiseren van je eigen feedback.

Leistikow is inspecteur bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en bijzonder hoogleraar Overheidstoezicht op Kwaliteit en Veiligheid van de Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Leistikow en ABS-artsen, een programma van de KNMG, leveren op hun eigen manier een bijdrage aan een gezonde en veilige werkomgeving voor artsen.  

 Open communicatie 

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat artsen het moeilijk vinden om met elkaar in gesprek te gaan over gevoelige onderwerpen zoals middelengebruik en verslaving. Hiervoor heeft Leistikow een oplossing: ‘Als je kijkt naar een groep artsen binnen een organisatie, kun je volgens internationale literatuur zeggen dat een op de zeven van hen ergens in het leven verslaafd raakt.’ Uit onderzoek blijkt dat artsen door de hoge werkdruk en een verstoord leefritme meer risico lopen dan de algemene bevolking, waar volgens de literatuur een op de acht mensen te maken krijgt met verslaving. ‘Als je dit weet’, vervolgt Leistikow, ‘is het raar om daar niet al bij voorbaat bij stil te staan en afspraken over te maken. Dit kan het gesprek erover normaliseren en het gevoel van schaamte verminderen.’  

 Verslaving is een ziekte

Leistikow ziet verschillende mogelijkheden: ‘Het begint met een organisatie-breed beleid gericht op middelengebruik en verslaving. Ook kun je afspraken maken op afdelingsniveau, in een praktijk of medisch-specialistisch bedrijf. Je kunt met elkaar uitspreken: “Een deel van ons gaat mogelijk een probleem met middelen of een gedragsverslaving krijgen. Hoe gaan we hiermee om? Hoe zorgen we ervoor dat we op tijd hulp bieden?” Verslaving is een ziekte.’ Laten we in gesprek gaan en blijven over hoe het met ons gaat. En laten we, als een collega open is over problemen, elkaar helpen zodat hij of zij weer fit to practice wordt.’ 

Medemenselijkheid 

Leistikows advies is om zo snel mogelijk met een collega in gesprek te gaan bij een vermoeden van middelengebruik of verslaving: ‘Uit medemenselijkheid en vanwege het patiëntbelang, is het eigenlijk oncollegiaal om het niet te bespreken. Zelf zou ik dat gesprek aangaan zoals ik zou willen dat iemand met mij het gesprek zou gaan. Waardevrij spreken en niet denken dat het iemands eigen keuze is.’ Hij adviseert altijd het belang van de persoon zelf centraal te stellen: ‘En pak door als het eerste gesprek misschien niet gaat zoals je wilt. Als je niet ingrijpt, wordt het erger en zal het uiteindelijk leiden tot schade bij de patiënten en voor de arts zelf.’

Bent u benieuwd naar wat ABS-artsen doet?

Stuur uw e-mailadres naar info@abs-artsen.nl. Dan wordt u op de hoogte gebracht wanneer de toolkit van ABS-artsen is gepubliceerd.  

Voor de gebruikte bronnen van onderzoek, kijk op knmg.nl/absartsen 

Kijk ook eens op knmg.nl/advies-richtlijnen/artseninfolijn/praktijkdilemmas-1/praktijkdilemma/ik-vermoed-dat-mijn-collega-arts-te-veel-drinkt.-wat-moet-ik-doen.htm

ABS-artsen lanceert begin 2020 een toolkit voor artsen. Hierin vindt u voorbeeldbeleid gericht op middelengebruik en verslaving. Zorgorganisaties kunnen dit als basis gebruiken voor het ontwikkelen van een eigen beleid. Daarnaast bevat de toolkit handvatten om signalen van verslaving te herkennen, praktische tips om met elkaar in gesprek te gaan en ondersteunende casussen en artikelen.

federatienieuws 47 - 2019 (pdf)

Federatienieuws KNMG verslaving
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.