Federatienieuws
5 minuten leestijd
Federatienieuws

Hoe zou het zijn om je patiënt een level te geven in plaats van een leeftijd?

Niemand zou zich een nummer moeten voelen

Plaats een reactie

In de medische wereld kennen we vooral de indeling op basis van orgaansystemen; neurologie, cardiologie, orthopedie, dermatologie. Minder vaak wordt er gekeken vanuit een perspectief waarbij de context van de patiënt het uitgangspunt is. Een mogelijkheid daarvoor is een verdeling naar leeftijd, zoals dit nu het geval is bij kinder- en ouderengeneeskunde. Ook in andere specialismen is leeftijd een zwaarwegende parameter voor diagnostiek en therapie. Maar wat gebeurt er als we een andere invalshoek kiezen?

Vijfdejaars geneeskundestudent Sanne Kox koos een zeer verrassende benadering, namelijk die van ‘levels’ zoals daarover in de game-wereld wordt gesproken. Daarmee won ze de Domus Dag Essay Prijs over het thema ‘de dokter en de levenstrap’. ‘We moeten ons afvragen waar iemand zich bevindt op de levenstrap, in plaats van ons blind te staren op hoe lang deze persoon al op deze trap staat.’

Lees hiernaast het verrassende essay waarmee Sanne illustreert dat aannames en vooronderstellingen over mensen van een bepaalde leeftijd – juist jong of oud – kunnen leiden tot verkeerde diagnostiek, overdiagnostiek en onderdiagnostiek.

Met een vader die betrokken is geweest bij het opzetten van de gamedesign-opleiding ontkwam ik er als klein meisje niet aan om met een pistool en hakbijl op virtuele zombies te jagen. Je kunt bijna geen game noemen die ik niet heb gespeeld – iets waar ik tijdens mijn coschappen chirurgie bij het bedienen van de laparoscoop nog veel profijt van heb. In games bestaat geen leeftijd. Aan het begin van het spel kies je je karakter dat gedurende de rest van het spel er hetzelfde uit blijft zien, hetzelfde blijft presteren. Er bestaan geen ouderdomsziektes, er bestaat geen virtuele held met atherosclerose. De bestuurder achter het scherm wordt ouder, krijgt rimpels en grijze haren, maar het digitale figuurtje lijkt ongevoelig voor de onontkoombare gevolgen van de tijd. Door het jagen op deze virtuele monsters wordt het poppetje op het scherm sterker, sneller, beter. De ervaring die jouw karakter opdoet, wordt uitgedrukt in een van de belangrijkste getallen van de game-industrie: het level. Het grappige is dat – net als in het ‘echte’ leven – de grenzen van deze levels steeds verder verlegd worden. Om het interessant te houden, prikkelend, uitdagend. Waar je eerst nog maar level 70 kon worden, worden de grenzen nu steeds verlegd, naar level 75, naar level 80.

In het ‘echte’ leven zegt het getal van jouw ‘poppetje’ ook iets over de ervaring die je hebt opgedaan in het leven. Hoe hoger de leeftijd, hoe meer je doorgaans hebt meegemaakt. Maar is het niet wat te beperkt? We kennen allemaal de uitspraak ‘Ik ben niet mijn leeftijd’ – iets waar ik me overigens sterk in herken, omdat ik al op mijn 16de ben begonnen aan geneeskunde. Hoewel leeftijd een bepalende factor is om tot een gedegen werkdiagnose te komen, ben ik ervan overtuigd dat veel artsen uitzonderingen kunnen noemen op deze regel. Denk aan de oudere patiënt met een congenitale afwijking, of kinderen met kanker, of prematuren. Deze patiënten lijken de dans der leeftijd te ontspringen. Natuurlijk zijn dit de extreme gevallen, de witte raven. In de praktijk gaat het meer over veertigers met COPD, TIA’s en angina pectoris. De patiënten die je eigenlijk net te jong acht voor de diagnose die het beste lijkt te passen. Juist bij deze patiënten loop je als arts het risico extra diagnostiek aan te vragen, om het zekere voor het onzekere te nemen. Tóch nog een scan van het plekje op de X-thorax waarvan je op basis van het beeld vrijwel zeker weet dat het niet meer is dan littekenweefsel. Tóch nog een echo cor om andere myopathieën uit te sluiten.

Uiteindelijk kom je als arts tot de juiste diagnose door het plaatje van de gehele patiënt mee te nemen, door te kijken naar wie voor je zit, door te vragen naar risicogedrag en familiaire voorgeschiedenis. Omgekeerd hoop ik dat u van mij als coassistent aanneemt dat er in de praktijk regelmatig noodzakelijke diagnostiek niet wordt verricht, omdat de patiënt ‘nu eenmaal te jong (of te oud) is voor een bepaalde diagnose’. Denk bijvoorbeeld aan het achterwege blijven van een SOA-test bij de oudere, seksueel actieve patiënt. Of het niet verrichten van een algemeen oriënterend lichamelijk onderzoek bij jongvolwassenen bij de preoperatieve screening (…).

Ik wil graag een gedachte delen waar ik mee speel. Zou het niet interessant zijn om patiënten een level te geven in plaats van een leeftijd? We wegen leeftijd natuurlijk wel mee, maar betrekken ook life events, risicogedrag, familiaire voorgeschiedenis. We zouden patiënten een ‘overall’ level kunnen geven dat op te splitsen valt per vakgebied. Hoe hoger het level, hoe meer ervaring. Risicogedrag zou dan door meer blootstelling leiden tot hogere levels op bijvoorbeeld cardiovasculair en pulmonaal gebied. Meer life events leiden tot meer mentale ervaring, wat iets zegt over iemands psychische bagage. Het zou daarmee geen vervanging worden voor diagnostiek, maar een hulpmiddel om tot de juiste diagnose te kunnen komen. Het grappige is dat we dit al een beetje lijken te doen, bijvoorbeeld op het gebied van cardiovasculair risicomanagement. We delen patiënten in per categorie op basis van een risicoprofiel en passen hier ons beleid op aan.

Waarom dit ogenschijnlijk omslachtige systeem? Hoewel leeftijd iets zegt over de fase waarin we ons bevinden, vertelt het ons eigenlijk niet op welke trede we staan op de levenstrap. Het is een omgekeerde houdbaarheidsdatum zonder verdere informatie over het product. En toch baseren we er een groot deel van ons beleid op; er zijn zelfs volledige vakgebieden ingericht naar leeftijd. Begrijp me niet verkeerd: het is goed dat we onze behandelingen inrichten per levensfase. Maar was ik op mijn plek geweest als 17-jarige, zelfstandig wonende, tweedejaars geneeskundestudent op de afdeling Kindergeneeskunde?

Natuurlijk valt een mens niet uitsluitend uit te drukken in getallen. Niemand zou zich een nummer moeten voelen. Toch kan een getal als leeftijd grote invloed uitoefenen op het verdere beleid dat artsen inzetten. Of we mensen daadwerkelijk moeten gaan uitdrukken in levels – hoewel het mij wat scheve blikken zou besparen als ik op mijn 22ste afstudeer als arts – laat ik in het midden. Het is gedachtevoer. Ik denk namelijk dat we ons als artsen ongeacht de leeftijd van onze patiënt moeten afvragen waar iemand zich bevindt op de levenstrap, in plaats van ons blind te staren op hoe lang deze persoon al op deze trap staat. Niet alleen om te voorkómen dat de patiënt met de verkeerde diagnose de deur uitloopt, maar ook om op een juiste manier met deze patiënt te kunnen communiceren – of liever gezegd, om als dokter met deze patiënt te kunnen levelen.

Hoewel de virtuele realiteit ver van de onze af staat, kunnen wij als artsen hier dus wel degelijk wat van leren. Misschien dat als we ons openstellen voor deze digitale wereld, we ooit het geheim mogen ontdekken waardoor het bundeltje pixels op het scherm na al die jaren nog steeds een gladgestreken huid heeft. Míjn level kun je tot aan deze ontdekking in ieder geval uitdrukken in het groeiende aantal grijze haren op mijn hoofd.

Federatienieuws 4 - 2019 (pdf)

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.