Federatienieuws
Lode Wigersma
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Gedragscode Medische Hulpmiddelen: is het voldoende?

Plaats een reactie

Column

Het is vast nog niet iedereen opgevallen, maar in september 2011 is een Gedragscode Medische Hulpmiddelen verschenen. De Gedragscode is samengesteld door de Stichting Overleg Medische Technologie, een samenwerkingsverband van hulpmiddelenproducenten. Onder hulpmiddelen wordt ook zorgtechnologie in de breedste zin des woords verstaan. De industrie gaat per 1 januari 2012 deze code naleven.

In de inleiding op deze Gedragscode staat dat samenwerking tussen hulpmiddelenindustrie en professionals in de zorg noodzakelijk is voor innovatie, onderzoek, goed gebruik en veiligheid van producten. Echter, deze relatie dient wel op verantwoorde en zorgvuldige wijze te worden ingevuld. Reclame en beïnvloeding zijn toegestaan, maar de patiënt moet erop kunnen vertrouwen dat beslissingen met betrekking tot hulpmiddelen worden genomen op zorginhoudelijke gronden, dus op basis van betrouwbare informatie en zonder ongewenste financiële prikkels. De code wil erin voorzien dat er een zorgvuldige en transparante relatie is tussen leveranciers van hulpmiddelen en degenen die besluiten over de aanschaf en toepassing ervan.

Tot zover gelijkluidende doelstellingen als in de Code Geneesmiddelenreclame (CGR). De CGR beoogt voor de relatie tussen de farmaceutische industrie en artsen: zorgvuldige en transparante relaties en het voorkómen van ongewenste beïnvloeding. Het verschil is echter dat de CGR tot stand is gekomen en wordt beheerd en aangepast door een onafhankelijke stichting met een bestuur waarin zowel de geneesmiddelproducenten als de zorgverleners zitting hebben. Daarbij is dus sprake van werkelijke wederkerigheid. De Gedragscode medische hulpmiddelen is opgesteld door de industrie, en stelt dat ernaar wordt gestreefd dat ‘de overige betrokken partijen’ (zorgverleners, zorginstellingen en dergelijke) zich bij de code aansluiten.

Breed overleg moet van de gedragscode
een wederkerige code maken

De koepels van artsen willen dat die wederkerigheid ook werkelijk gestalte krijgt. Dat betekent dat koepels van zorgverleners en zorginstellingen zich zullen uitspreken over deze code, én dat de code waar nodig zal moeten worden aangepast op geleide van de gezamenlijke inzichten van industrie, zorgverleners en zorginstellingen. Ook moet er een onafhankelijk orgaan komen dat de code beheert en dat toeziet op de naleving.

Maar daarnaast willen de koepels van artsen meer. Het terrein van de hulpmiddelen is vergeleken met dat van de farmaceutische industrie een redelijk ondoorzichtige wereld. Onderzoek naar en certificering van de betrouwbaarheid en veiligheid van technologie en hulpmiddelen moeten beter gereguleerd worden en de (meer)waarde moet beter worden aangetoond. De innovatiedruk die van de industrie, maar ook van instellingen en zorgverleners uitgaat, en die soms leidt tot (zeer) snelle vervanging van producten en daarmee nodeloze kostenverhogingen, moet een goede countervailing power krijgen. Ook die zaken zouden structureel punt van overleg moeten zijn tussen hulpmiddelenindustrie, zorgveld en financiers zoals zorgverzekeraars. Ik pleit daarom voor een breed overleg tussen de betrokken partijen, niet alleen om de Gedragscode Medische Hulpmiddelen tot een werkelijk wederkerige code te maken, maar ook om de knelpunten en onduidelijkheden op het gehele terrein van de hulpmiddelen en technologie te verhelderen en verhelpen.

Lode Wigersma, directeur beleid & advies KNMG


Reageren kan op www.knmg.nl/columns.





Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.