Federatienieuws
Milena Babović
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Functioneringsgesprek arts: een must

Plaats een reactie

Periodieke functioneringsgesprekken tussen artsen verhogen de deskundigheid. En het helpt om ondermaats functioneren eerder te signaleren en aan te pakken.

De maatschappij heeft behoefte aan meer grip op het functioneren van artsen. De kwaliteit van de zorg in Nederland is hoog en er is een heel arsenaal aan kwaliteitsinstrumenten ontwikkeld. Toch worden we regelmatig geconfronteerd met misstanden die veel leed, schade (aan patiënten en aan de beroepsgroep als geheel) en kosten veroorzaken. De vraag wordt steeds dringender hoe we ondermaats functioneren eerder en sneller kunnen aanpakken.

Dat begint bij het continu waarborgen van kwalitatief hoogwaardig medisch handelen. Kwaliteitsnormen om het handelen te toetsen zijn er al: de beroepsgroep ontwikkelde normenkaders, zoals het Kwaliteitskader medische zorg.1 De Inspectie voor de Gezondheidszorg zal in de toekomst artsen hieraan toetsen. Maar wie toetst het functioneren van artsen in de tussentijd? De kwaliteitsvisitaties van de meeste wetenschappelijke verenigingen, zijn vooral gericht op het functioneren van teams. De individuele toets komt nog maar langzaam op gang. Terwijl een belangrijk instrument al voorhanden is: de periodieke evaluatie van het individueel functioneren van artsen (ofwel functioneringsgesprekken). Deze is in mijn ogen een must voor het continu verbeteren en waarborgen van de deskundigheid van artsen.

Methoden als IFMS/appraisal & assessment voor medisch specialisten2, de NVAB-methode voor bedrijfsartsen en binnenkort IF-H voor huisartsen3 hebben als belangrijkste voorwaarden:

• gerichtheid op verbetering van het functioneren van de arts en niet op het opsporen van disfunctioneren (dat wil men juist vóór zijn);

• de uitkomst van het gesprek is een verbeterplan of persoonlijk ontwikkelingsplan (POP);

• het gaat om peer-to-peer-gesprekken: een arts kan het best het functioneren van een collega-arts beoordelen;

• de gesprekken worden geleid door een getrainde gespreksleider.

Het ontbreekt nu dus vooral nog aan een periodiek ‘goed gesprek’ waar zaken zoals patiëntenzorg, nascholing en samenwerking in onderlinge samenhang worden besproken. Waarin artsen een spiegel krijgen voorgehouden, reflecteren en zich op maat verder ontwikkelen. Voor invoering van deze functioneringsgesprekken is draagvlak nodig, maar ook financiële middelen. IFMS wordt door de instellingen geïnitieerd, maar is nog lang niet breed ingevoerd. In umc’s worden hiërarchische jaargesprekken gevoerd, maar die hebben een ander karakter dan de peer-to-peer-gesprekken. Mooi om te zien is dat bedrijfsartsen en huisartsen grote stappen hebben gemaakt, nu deze vorm van kwaliteitsevaluatie een verplicht onderdeel is geworden van de herregistratie-eisen.

Ook al zijn bovengenoemde methoden er niet voor ontwikkeld, ze zullen helpen om disfunctioneren eerder te signaleren en aan te pakken. Dat vereist heldere procedures en snel handelen door verantwoordelijke instanties. Maar het begint bij de wil en de overtuiging bij de medische beroepsgroep dat een dergelijk gesprek kansen biedt die we, zeker in deze tijd van maatschappelijke onrust over medisch functioneren, moeten benutten. Laten we de punten op de i zetten en functioneringsgesprekken voor artsen als belangrijke voorwaarde voor het leveren van verantwoorde zorg gaan beschouwen.

Reageren kan op www.knmg.nl/columns. Daar vindt u ook referenties bij dit artikel.

Milena Babovic, beleidsadviseur KNMG

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.