Federatienieuws
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Een (te) mondige patiënt

Plaats een reactie

Onlangs belandde ik na een aanrijding op de SEH. Omdat er enig herstelwerk nodig was, lag ik even later te wachten op vervoer naar de ok. De verpleegkundige en ik raakten aan de praat. ‘Had je me eigenlijk niet moeten vragen of ik gereanimeerd wil worden?’ vroeg ik hem, indachtig de protocollen die ik van sommige SEH’s ken.

‘Gezien jouw leeftijd en conditie leek me dat niet nodig,’ antwoordde de verpleegkundige prompt. Kijk, daar houden wij KNMG-juristen van: beetje pragmatisch omgaan met dit soort zaken en vooral zelf blijven nadenken. Niet blind de regels volgen.

Het verloop kreeg een onverwachte wending toen ik met longproblemen op de ic en aan de zuurstof belandde. De situatie was ernstig, dat laat zich raden. Maar een jurist blijft een jurist en laat zich niet gemakkelijk iets zeggen. En zo kwam het dat ik, met de intensivist links en de longarts rechts van mijn bed, in discussie raakte over de vervolgbehandeling. Het was nodig dat ik beademd zou worden, volgens de artsen. Dat ging mij te vlug. Ik voelde me nog redelijk oké en betwijfelde de noodzaak. En beslissingen neem ik nog altijd weloverwogen en zélf, nietwaar? Dus volgde een spervuur aan vragen. Welke voor- en nadelen had intubatie versus ‘gewone’ zuurstoftoediening; wat was het verwachte verloop en de kans op schade bij intubatie en bij niets doen; en was die schade dan tijdelijk of blijvend?

Dit werd de intensivist te gortig en hij wees me terecht: ‘Mevrouw, u bent een kei in argumenteren en u bent een tough cookie, maar dit is niet het moment om te praten maar om te handelen, want u bevindt zich in een levensbedreigende situatie.’ Dat werkte. Ik was op slag genezen van mijn overmoed en bond in. De balans tussen zelfbeschikking en vertrouwen in de professional was weer even geijkt.

Maar mag een arts zoiets zeggen anno 2018? Want de autonomie van de patiënt staat hoog in het vaandel en de maatschappij heeft afscheid genomen van de arts als autoriteit. Het relatiemodel waarin arts en patiënt gelijkwaardig en harmonieus gezamenlijk tot de juiste beslissing komen, wordt bekrachtigd in het voorstel tot wijziging van de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) dat pas naar de Tweede Kamer is gestuurd. De informatieplicht van de arts wordt hierin aangevuld en de nadruk ligt op samen beslissen, ofwel shared decision making. Maar wat betekent dit concreet? Moet te allen tijde en onder alle omstandigheden dit gesprek tot in den treure gevoerd worden?

Natuurlijk is het zaak om te streven naar een gezamenlijke beslissing. In die zin de regels volgen, ja. Maar niet blind: alles kent een tijd en een plaats en ook hier blijft ruimte voor de arts als deskundige. Soms is het nodig dat u, als arts, die rol pakt. Niet als een autoritaire dokter, maar als een ervaren gids die het proces naar een verantwoord besluit begeleidt. En soms mag en misschien moet een arts vanuit die rol zijn patiënt streng toespreken: als de situatie daartoe noopt.

Deze column is geschreven op persoonlijke titel.
Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.