Een goede stap

Op 2 oktober vorig jaar luidden wij samen met Kwaliteit op Maat, de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) en OVAL de noodklok vanuit de kwaliteitstafel voor bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde. Immers het nijpende tekort aan bedrijfs- en verzekeringsartsen brengt de medische zorg voor werkenden in gevaar. Behalve alarm slaan boden wij de toenmalige staatssecretaris van SZW Van ’t Wout ook diverse oplossingsrichtingen aan, vervat in een eindadvies en diverse bijlagen, waaronder een eerste kennisagenda voor de bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde.

Het waren de vruchten van een tweejarige uitgebreide verkenning met alle stakeholders in het domein arbeid en gezondheid. Achterliggende idee achter deze kwaliteitstafel is dat door het vak van bedrijfs- en verzekeringsarts kwalitatief aantrekkelijker te maken en op een hoger plan te brengen het meer aantrekkingskracht voor potentieel nieuw collega’s krijgt wat zou leiden tot de zeer benodigde aanwas. Hierbij is de roze olifant in de kamer dat wij in ons domein arbeid en gezondheid, maar zelfs breder binnen de gehele sociale geneeskunde, structurele financiering vanuit de overheid ontberen. Dit in tegenstelling tot collega’s in de curatieve sector, die dit vanuit VWS wel ontvangen en waar wij jaloers naar kijken.

Op 20 mei hebben wij nog eens kort en krachtig onder de aandacht gebracht dat er nú structureel geld vrij gemaakt dient te worden voor goede zorg voor werkenden middels een heldere factsheet.

Op 23 juni volgde, mede namens de demissionaire minister voor Medische Zorg, een eerste beleidsreactie op ons eindadvies door demissionair minister Koolmees van SZW.

Voor goede zorg voor werkenden is geld nodig

Allereerst goed dat er nu zowel vanuit SZW als VWS een reactie komt. Dit geeft gelukkig aan dat er een gedeelde verantwoordelijkheid wordt gevoeld voor de gezondheid van werkenden, wat in lijn is met de KNMG-visie ‘Zorg die werkt’ uit 2017. De minister onderkent ook dat het tekort aan bedrijfs- en verzekeringsartsen steeds urgenter wordt.

En dan de centen. Het is allemaal nog wat voorzichtig geformuleerd en aan een nieuw kabinet om definitief te beslissen, maar er wordt wel aangesloten bij de oplossingsrichtingen zoals vanuit de kwaliteitstafel geformuleerd. De Minister schetst drie scenario’s: 1) een tijdelijke medefinanciering publiek van 4 jaar voor de opleiding tot bedrijfsarts; 2) als in 1 maar met uitbreiding van een tijdelijke stimuleringsregeling van vier jaar voor richtlijnontwikkeling en academisering (700 duizend resp. 3,2 miljoen euro per jaar), waarbij de overheid voor de helft zou bijdragen; en 3) er wordt zelfs overwogen om te komen tot een structurele medefinanciering vanuit de overheid voor zowel de opleiding als het kennis en kwaliteitsbeleid voor bedrijfs- en verzekeringsartsen. Dit vraagt gezien de trendbreuk echter om een principiële politieke keuze.

De NVVG ziet deze eerste beleidsreactie vanuit SZW en VWS als een goede stap in de juiste richting en samen met onze partners van de kwaliteitstafel hopen wij dat een volgend kabinet snel wordt geformeerd en dit verder voortvarend oppakt.

Met dank aan Madelijn de Kleine van Kwaliteit op Maat voor haar bijdrage en inspiratie voor deze column.