Federatienieuws
Federatienieuws

Een arts is meer dan een witte jas

1 reactie
Getty Images
Getty Images

Huidige geneeskundestudenten en jonge dokters hebben nog een lange loopbaan voor zich. De studie geneeskunde sluit echter niet aan bij het veranderende zorglandschap, dat de loopbaan van al deze jonge artsen in grote mate zal beïnvloeden. De witte jas moet tijdens de studie wat vaker aan de kapstok blijven hangen.

We worden ouder, er zijn steeds meer mensen met chronische ziekten, de zorgkosten nemen toe en de vraag naar zorgverleners stijgt explosief. In de zorg verschuift de nadruk van ziekte naar gezondheid, functioneren en meedoen in de maatschappij – niet alleen lichamelijk, maar ook psychosociaal. Preventie en leefstijl worden steeds belangrijker. Daarmee verschuift zorg van het ziekenhuis naar daarbuiten. Een duidelijke trend van afname van het aantal ziekenhuizen en ziekenhuisbedden is zichtbaar.1 Op dit moment heerst al een enorme discrepantie op de arbeidsmarkt. Een grote groep basisartsen wacht op een opleidingsplek voor een ziekenhuisspecialisme en er zijn in het ziekenhuis te weinig abeidsplaatsen voor de opgeleide jonge klaren.2 Buiten het zieken­huis zijn er juist grote tekorten.3

Maatschappelijke arts

Deze ontwikkelingen vragen om een breed opgeleide maatschappelijke arts, met oog voor de wereld buiten het ziekenhuis. Toch is dit niet waar geneeskundestudenten voor worden opgeleid, herkent ook Pim den Boon, voorzitter van De Geneeskundestudent. ‘De curricula staan bol van onderwijs over ziekenhuisspecialismen, en stages in het ziekenhuis. De gemiddelde geneeskundestudent – in ieder geval op mijn faculteit – krijgt tijdens de bachelor meer onderwijs over porfyriën dan over de arbeidsgeneeskunde, om maar een voorbeeld te noemen.’ Deze ziekenhuisgeoriënteerde insteek is niet alleen tijdens de studie dominant, maar begint al bij werving en selectie van studenten. Op brochures zijn dikwijls afbeeldingen van artsen in witte jassen te zien, en ook ouders van studenten lijken ouderwetse statusbeelden van het werk van artsen aan hun kinderen mee te geven. Natuurlijk geeft deze focus op het ziekenhuis belangrijke kennis en vaardigheden, en sluit het aan bij verwachtingen die studenten van de geneeskunde hebben. Toch is dit een eenzijdig beeld van het werk van artsen en ontstaan (onrealistische) verwachtingen van geneeskundestudenten die niet ingelost worden.

Pim den Boon
Pim den Boon
‘Je krijgt tijdens de bachelor meer onderwijs over porfyriën dan over arbeids­geneeskunde’

Loopbaanvoorkeuren

We zien de scheefverdeling tussen ziekenhuis en daarbuiten ook terug in de loopbaanvoorkeuren van geneeskundestudenten. In de enquête van De Genees­kundestudent geeft begin 2022 ruim 75 procent van de studenten aan in het ziekenhuis op zoek te gaan naar een baan; 16 procent wil in de eerstelijnsgeneeskunde werken, slechts 1,7 procent heeft interesse in de sociale geneeskunde en 7 procent procent kiest voor ‘overig’ – en vult dan meestal alsnog een ziekenhuisspecialisme in.4 Kijkend naar deze resultaten zal een groot deel van deze studenten teleurgesteld worden. Nu al werkt ongeveer de helft van de artsen buiten het ziekenhuis; dit aandeel zal alleen maar stijgen.2

Het beeld van een te eenzijdige opleiding wordt ook herkend door de artsen die uiteindelijk wél voor een vak buiten het zieken­huis kiezen. Tijs Rutgers, voorzitter van LOSGIO (Landelijk Overleg Sociaal-Geneeskundigen in Opleiding) en aios M+G (Maatschappij + Gezondheid), wist na zijn studie geneeskunde onvoldoende over vervolgopleidingen buiten het ziekenhuis. ‘In mijn opleiding lag de focus vooral op de ziekenhuisspecialismen. Ik had geen idee van een opleiding tot arts M+G, terwijl de brede maatschappelijke opleiding mij achteraf op het lijf geschreven blijkt. Tijdens mijn studie werden colleges gegeven door specialisten in witte jassen; dan ontstaat het idee dat je als student ook het ziekenhuis in gaat. Samen met de prestatie­cultuur zorgt dit ervoor dat studenten hun keuzes teveel baseren op externe prikkels in plaats van dat ze begeleid worden om een keuze te maken die echt bij ze past.’

Tijs Rutgers
Tijs Rutgers
‘In mijn opleiding lag de focus vooral op de ziekenhuis­specialismen’

In het Raamplan Artsopleiding 2020 wordt de kern en het belang van het sociale domein expliciet vermeld.5 Het bevat de invloed van externe en psychosociale factoren op gezondheid, ziekte en kwaliteit van leven, gedragsbeïnvloeding bij de patiënt en de invloed van globalisering op de samen­leving. Deze kennis is relevant voor elke toekomstige dokter. Ondanks de aandacht in het Raamplan lukt het de academische centra maar beperkt om die eindtermen in curricula te realiseren.6 Curricula­veranderingen vragen om een cultuurs­verandering, en hebben veel organisatorische en financiële implicaties. Hierdoor is de prikkel voor aanpassing laag. Verandering van de opleiding zal jaren duren, maar deze tijd hebben we niet.

Bekendheid

We zullen dus stappen moeten zetten. Zorg begint en stopt niet bij de deuren van het ziekenhuis, waarom de studie dan grotendeels wel? Meer bekendheid van geneeskundig specialismen buiten het ziekenhuis alleen zal niet voldoende zijn om artsen op te leiden die zich in het veranderende zorglandschap staande weten te houden – en vooral willen houden. Het probleem is groter dan ‘onbekend maakt onbemind’. Natuurlijk moeten extramurale coschapplekken gecreëerd en breed onderwijs aangeboden worden, maar het gaat ook om de beeldvorming, het creëren van rolmodellen en anders werven en selecteren. We moeten (aankomende) studenten enthousiasmeren voor hun maatschappelijke rol, voor interdisciplinaire taken en breed samenwerken – ook met de patiënt. Studenten moeten de patiënt integraal leren benaderen. Gelijkwaardige samenwerking tussen specialismen binnen en buiten het ziekenhuis moet zich tijdens de studie beter manifesteren. Voor deze cultuurverandering hebben we alle artsen nodig. Want nog te vaak gebeurt het dat een arts in witte jas, na de vraag wat een student later wil worden, bij het antwoord huisarts ‘o, zonde’ antwoordt.

Om te voldoen aan het veranderende zorglandschap moet de geneeskundestudie dus een makeover krijgen. Naast de stappen die vele organisaties, zoals de NFU, het CGS en een aantal academische centra, al hebben gezet en zetten, moeten we ons met het gehele werk­veld – welke kleur uw jas ook heeft – inzetten om ons prachtige vak toekomstbestendig te houden.

auteurs

Pim den Boon, voorzitter De Geneeskundestudent, coassistent

Tijs Rutgers, voorzitter LOSGIO, aios Maatschappij + Gezondheid

Met dank aan

prof. dr. Christa Boer, vice-decaan Onderwijs Amsterdam UMC, hoogleraar Medisch Onderwijs

prof. dr. Menno Reijneveld, hoogleraar Sociale Geneeskunde, hoofd afdeling Gezondheidswetenschappen UMC Groningen.

voetnoten

1 Zorginstellingen; kerncijfers. CBS Statline, 2022, link en Ziekenhuiszorg | Aanbod | Bedden. Volksgezondheid en Zorg, 2022, link

2 Overzicht: Arbeidsmarkt startende medisch specialisten. De Jonge Specialist, 2022, link

3 Capaciteitsplan 2021-2024. Capaciteitsorgaan, 2019. Hoofdrapport paragraaf 4.2, link en deelrapport 4, paragraaf 7.7, link.

4 Onbekend maakt onbemind; lost meer bekendheid van bepaalde specialismen tekorten op? De Geneeskundestudent, 2022, link. Voor specifieke cijfers uit de enquête 2021-2022 kunt u contact opnemen met info@degeneeskundestudent.nl.

5 Raamplan Artsopleiding 2020. Nederlandse Federatie van Universitair Medisch Centra, 2020

https://www.nfu.nl/sites/default/files/2020-08/20.1577_Raamplan_Artsenopleiding_-_maart_2020.pdf

6 Hermans J, Jaarsma D, Reijneveld M. Arts2040 is nu al nodig. Medisch Contact 2021; (4): 34-6,

https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/arts2040-is-nu-al-nodig.htm

Federatienieuws opleiding
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • F.M. van der Linden

    Chirurg, Gouda

    Met interesse heb ik dit stuk gelezen. De auteurs vinden dat de opleiding tot basis arts op de schop moet, vanwege de veranderingen in de maatschappij en de zorg. Er moet meer aandacht komen voor extramurale vakken. De witte jas moet vaker uit, en er... moet meer focus komen op het sociale domein.
    Dit alles zal echter ten koste gaan van de reguliere opleiding tot basis arts, waarin zoveel mogelijk basis klinische vaardigheden en inzichten, volgens het raamplan, moeten worden geleerd.
    De grotere coschappen (interne geneeskunde, chirurgie, kindergeneeskunde en gynaecologie) leren de student een adequate anamnese af te nemen en een goed lichamelijk onderzoek uit te voeren. Verder komen de co assistenten in aanraking met veel voorkomende ziektebeelden die hun het noodzakelijke inzicht in de zieke patiënt geeft. Een student geneeskunde hoort een diabetes patiënt gezien te hebben -met de mogelijke complicaties van dien- , een vaginaal toucher te hebben geleerd, een lipoom te hebben gevoeld, en te weten wat de symptomatologie is van galsteen lijden. Verandering van het curriculum, met verschraling van de basale medische competenties, zal een basisarts met minder kennis, handvaardigheden en inzichten afleveren.
    Als perifeer werkend chirurg wordt ik dagelijks geconfronteerd met onnodige beeldvorming, zinloze consulten of verwijzingen. Van een lipoom hoeft doorgaans geen MRI te worden gemaakt, een liesbreuk is een klinisch diagnose, waar zelden een echo voor noodzakelijk is. Een inoperabele patiënt hoeft niet te worden verwezen. Ik kan dit rijtje met een oneindig aantal voorbeelden aanvullen.
    Mijn pleidooi is dus het bestaande curriculum niet te verschralen, omdat dit de kwaliteit van de medische competenties van de basis arts niet ten goede komt, maar juist de kosten van de medische zorg uiteindelijk onnodig zal vergroten.
    Veranderingen van de opleiding zijn nodig, gezien de veranderende wereld, natuurlijk, maar dit mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van de zojuist afgestudeerde basis arts. Andere oplossingen moeten worden bedacht, om aan de noodzakelijke veranderingen tegemoet te komen.
    Al vele jaren ben ik werkzaam in een aan het LUMC geaffilieerd perifeer ziekenhuis, waar ik coördinator ben van de coschappen. Al eerder heb ik me tevergeefs verzet tegen de verschraling van de coschappen. Misschien al dit jaar zullen deze worden doorgevoerd. De grotere coschappen zullen met 2 weken worden ingekort.
    Ik ben benieuwd wat voor een arts zich later over mijn gezondheid zal ontfermen, hoeveel consulten er nodig zullen zijn en welk aanvullend onderzoek er zal worden verricht.
    De kosten, dames en heren, die moeten naar beneden. Deze veranderingen doen hier geen goed aan. Laten we de problemen die er zijn oplossen, en niet andere problemen maken of bestaande problemen vergroten

    FM van der Linden
    Chirurg,

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.