Federatienieuws
3 minuten leestijd
Federatienieuws

Decentralisatie in de jeugdzorg: onzekerheid regeert

Plaats een reactie

Bestuurslid Henk Kruisselbrink wil het graag weten: Komt het goed? Hij doelt op de Transitie Jeugdzorg naar de gemeenten die per 1 januari van kracht wordt. Hij hoopte er een antwoord op te kunnen krijgen tijdens de bijeenkomst op 25 september jl. van het KNMG-district XIII in Amersfoort.

Wenda Berends is jeugdarts bij de Jeugdgezondheidszorg bij de gemeente Utrecht. Ze is bestuurslid bij de koepelvereniging Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland (AJN) en in deze rol meer dan gemiddeld betrokken bij de transitie. Berends schetst de noodzaak van deze transitie: De jeugdzorgkosten zijn nu veel te hoog, het schort aan communicatie tussen hulpverleners onderling en jeugdpreventie moet een veel grotere plek krijgen. Allemaal zaken die te maken hebben met de coördinatie van het jeugdvraagstuk. Berends: ’Het loont nu voor de gemeenten om te investeren in preventieve lichte hulp, dichter bij huis. Dit versterkt de eigen kracht van ouders en jeugdigen om zwaardere hulp te voorkomen. De jeugdarts kan daarin een verbindende rol hebben tussen het sociale domein en de gezondheidszorg. Betere samenwerking tussen deze twee domeinen resulteert in een goed aansluitende behandeling van het kind met ondersteuning vanuit de partners in de wijk. Er zijn nu gevallen bekend van tientallen hulpverleners binnen één gezin die van elkaars bestaan niet afweten. En dit komt niet zelden voor!’

Hulpverlener grote rol in beleid
Veel hulpverleners zijn het erover eens dat er moet worden ingegrepen, al verandert er veel voor ze. Wat betekent het voor de hulpverlener: Raakt hij zijn positie kwijt? Wordt de problematiek nu wel vroeg genoeg herkend? Wat mag hij nu wel en niet doen? Berends: ‘Veel gemeenten worstelen met de invulling van jeugdzorg. Alle hulp en inzichten van de professionals is welkom. Dus stap naar de gemeenten en bied vanuit uw vereniging of organisatie uw expertise aan. Aan de andere kant moeten gemeenten ook veel sneller de expertise van de hulpverleners inschakelen.’

Huisarts Hans Burggraaff uit Weesp heeft daar ervaring mee: ‘Wij hebben in Weesp de gemeente uitgenodigd op een bijeenkomst met huisartsen. Dit heeft ons positief gestemd. Het is belangrijk dat we elkaar nu kennen en dat we elkaar snel kunnen opzoeken.’ Burggraaff benadrukt ook dat voor huisartsen de grote onzekerheid nog niet is weggenomen. ‘De jeugd-ggz is door deze transitie financieel onder de verantwoordelijkheid van gemeenten gebracht. We weten nu niet precies wanneer en of we wel kunnen doorverwijzen. Ook zijn de financiële consequenties onzeker. Het zal erg zoeken zijn naar het juiste beleid, de praktijk zal het uitwijzen.’

Moed en vertrouwen
Joke Lanphen is huisarts en gemeenteraadslid bij de gemeente Blaricum en ziet het effect van deze transitie. Lanphen: ’De Jeugdwet is één van de drie decentralisaties naar de gemeenten die moet leiden tot het beheersen van de collectieve kosten van de gezondheidszorg. Meer kostenbewustzijn en minder gebruik van de gezondheidszorg is door de crisis al in gang gezet. Je ziet nu al meer nadruk op eigen verantwoordelijkheid, meer en hogere eigen bijdragen en het vormgeven van een ander aanbod. Dit betekent dat we andere paden moeten bewandelen om tot de juiste zorg te komen. We moeten leren en ervaren, bijvoorbeeld dat de basis-ggz ook prima in staat is om een diagnose te stellen. Samenwerken en vooral goede communicatie zijn van cruciaal belang’

En daar hamert Bert Lubbinge ook op.
Hij heeft veel ervaring als wethouder zorg en welzijn in zowel Nieuwegein als Amersfoort. ‘Het sleutelbegrip is ‘kennen en gekend worden’, dat voorkomt veel onrust en vergroot de kans van slagen.’ In Amersfoort zijn professionele wijkteams georganiseerd rondom gezinnen. Lubbinge: ’De samenstelling van zo’n wijkteam hangt af van de problematiek waar de wijk veel mee te maken heeft. Zo kan het team vaak zelf hulp verlenen of weet het direct welke hulpverlening eraan te pas moet komen. Het team houdt de regie. Bovendien zorgt het team ervoor dat er zoveel mogelijk met eigen kracht vanuit het gezin gewerkt wordt. De betrokken partijen ervaren deze nieuwe manier als positief. Dit stemt mij hoopvol op de verdere ontwikkelingen in deze transitie.’

De sprekers zijn het er in ieder geval over eens: het komt goed. Maar communicatie, kennen en gekend worden zijn van cruciaal belang voor het slagen van deze transitie.

<b>Het federatienieuws als PDF</b>
Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.