Federatienieuws
7 minuten leestijd
Federatienieuws

De dokter en het besluit om bewust af te zien van eten en drinken

Plaats een reactie

Het is donderdagavond; velen hebben een lange werkdag achter de rug. En toch zit de zaal naast Rotterdam CS vol: ruim zestig mensen komen praten over de zorg voor mensen die bewust kiezen voor afzien van eten en drinken om sneller te overlijden. Veel artsen in de zaal hebben de situatie nog niet bij de hand gehad, maar willen weten wat ze het best kunnen doen als het zou spelen. Er zijn veel praktische vragen. Zo trof een arts een paar dagen geleden een patiënt die zonder overleg met eten en drinken was gestopt. Hij had veel bijkomende klachten. Hoe kan je op die lichamelijke klachten inspelen, vraagt hij zich af. ‘Natuurlijk houd je de mond vochtig, maar wat doe je verder?’

Niet óf, maar hoe

De handreiking gaat niet in op de vraag of stoppen met eten en drinken een goede weg is, vertelt Eric van Wijlick. Hij is als secretaris vanuit de KNMG verbonden aan de commissie die de handreiking opstelde. De handreiking vertelt wat te doen als iemand bewust afziet van eten en drinken. Bij eerdere bijeenkomsten bleek dat dokters meer ervaringen hadden dan gedacht, maar dat er behoefte was aan meer inzicht en beschikbaarheid van informatie over de gewenste begeleiding. Een ervaren arts vindt de handreiking prettig: ‘Het bevestigt de juistheid van mijn handelen, goed dat je dit nu kunt nalezen.’

To do-lijst

Alexander de Graeff, internist-oncoloog, hospice-arts en voorzitter van de commissie die de handreiking opstelde, noemt een paar ‘to do’-punten uit de handreiking, zoals: stop alle onnodige medicatie, maar voorkom onthoudingsverschijnselen. Wie denkt dat je met het stoppen van medicatie de dood alvast dichterbij haalt, komt vaak thuis van een koude kermis, zegt hij: ‘Het is wonderbaarlijk hoe vaak een medicijnstop juist leidt tot verbetering van de situatie van de patiënt.’ Zorg bij orale medicatie voor een alternatieve toedieningsweg. En heb medicatie bij de hand voor het slapen en tegen pijn. Slaap zorgt voor betere tolerantie van het proces. Voorkom doorligwonden. Maar ook: coördineer alles goed, er zijn vaak veel hulpverleners en anderen bij betrokken. Een aanwezige verpleegkundig specialist geeft een tip: zorg als het even kan voor een beperkt aantal verzorgenden als contactpersoon, dat zorgt voor betrokkenheid en overzicht. Liefst één zorgplan en duidelijk afspraken rond de overdracht helpen ook om het proces goed te laten verlopen.

Wat is het advies, vraagt iemand uit de zaal: abrupt stoppen met eten en drinken, of afbouwen? Boudewijn Chabot, voorheen psychiater, lid van de commissie en gepromoveerd op dit onderwerp, vertelt dat men vaak wel abrupt stopt met eten, maar dat ieder zijn eigen manier kiest aangaande drinken. Wil je snel overlijden, dan stop je met drinken, anders kan je ook afbouwen.

Lange twee weken

Uit onderzoeken blijkt dat de meeste mensen binnen twee à drie weken overlijden. Diverse deelnemers benadrukken dat die weken je niet in de koude kleren gaan zitten. Het kost veel tijd en is voor iedereen heel emotioneel. Juist daarom is het belangrijk om alles op papier te zetten en dagelijks te toetsen wat de patiënt wil. Zorg dat er geschoolde mensen aan het bed staan, zegt een ervaren arts, er komen veel levensbeschouwelijke en andere vragen los, bij iedereen. Een huisarts vertelt dat de dertien dagen waarin hij een patiënt begeleidde, lang duurden. Op het laatst heeft hij palliatieve sedatie toegepast. Kan dat, vraagt iemand? Ja, zegt De Graeff, als er sprake is van een refractair symptoom, in deze situatie meestal delier en/of uitputting (ook al komt dat door niet drinken); als de patiënt niet of nauwelijks meer drinkt is de levensverwachting korter dan twee weken.

Erop wijzen?

Iemand vraagt in hoeverre je iemand dit pad mag wijzen. Het is zaak dat je eerst iemands doodswens goed uitvraagt, zegt De Graeff: wat wil iemand en waarom, welke alternatieven zijn er nog? Zie je dat iemand echt dood wil, dan mag je hem attenderen op deze weg. Bijvoorbeeld als alternatief voor euthanasie of als niet aan de eisen voor euthanasie is voldaan. Niet voor niets is ruim 50 procent van de besluiten genomen nadat een euthanasieverzoek geen doorgang kon vinden. Je moet je patiënt vervolgens wel goed begeleiden, te beginnen met informatie: wat staat hem te wachten, waar haal je betrouwbare informatie (zie ook kader). Chabot benadrukt dat je dit proces echt moet afraden als iemand jonger dan zestig is.

Niet ziek, wel stoppen

Afzien van eten en drinken is een onderwerp waar het zelf-beschikkingsrecht een centrale rol in speelt. Iedereen kan en mag stoppen, zonder overleg of toestemming. Mensen die niet ziek zijn, zoals ouderen, ook als ze in goede lichamelijk conditie zijn en die niet voor euthanasie in aanmerking komen maar hun leven als voltooid beschouwen, kunnen deze weg dus ook bewandelen en hebben dan recht op adequate zorg.

Natuurlijke dood

Waarom beschouwt de commissie dit niet als zelfdoding, klinkt het uit de zaal. Letterlijk past de omschrijving wel, zegt Chabot, maar in onze samenleving kleven negatieve (impulsief, gewelddadig, eenzaam) en juridische associaties aan deze term en daarom sluit het niet aan bij de keuze van afzien van eten en drinken. Zelfdoding is bovendien een actieve daad, merkt iemand op, terwijl dit juist ergens van afzien is. Het is dan ook niet voor niets dat dit overlijden als natuurlijk wordt beschouwd. Met als opgegeven doodsoorzaak: bewust gestopt met eten en drinken.

Gewetensbezwaren

De keuze van de patiënt leidt soms tot ernstige conflicten met de eigen levensovertuiging. Het grote verschil met euthanasie is dat je het levenseinde niet bespoedigt, je maakt het hooguit mede mogelijk. Dat kan een zorgverlener het gevoel geven slechte zorg te bieden en leiden tot gewetensbezwaren. De handreiking geeft hiervoor beperkt ruimte. De commissie vindt namelijk dat een zorgverlener zich moet afvragen of het gewetensconflict zo zwaar weegt dat hij de zorg zelf niet wil en kan verlenen. En hij moet dan tot aan de overdracht de zorg blijven verlenen die past bij afzien van eten en drinken.

Wilsverklaring

Moet je de patiënt vragen om zijn wens vast te leggen? Een schriftelijke wilsverklaring helpt, zeker als daarin staat wat te doen als patiënt delirant wordt en om eten en drinken vraagt. Het bekrachtigt de wens van de patiënt maar is niet noodzakelijk. Is er een gratis model beschikbaar, vraagt iemand. Nee, zegt De Graeff, maar hij benadrukt dat een tekst die iemand zelf opstelt veel beter is, waarin tenminste staat: ‘Ik wil niet dat mij eten of drinken wordt aangeboden, ook niet als ik hierom vraag als ik delirant zou worden.’

Rol naasten cruciaal

Naasten moeten goed betrokken zijn, zij zijn oren en ogen van de dokter en hebben zelf ook aandacht nodig. Dus, zegt De Graeff, peil of er ambivalentie of verzet is, geef daar dan aandacht aan! Zij zijn ook bij de verzorging betrokken, dit kan tot heel lastige situaties leiden. Wat te doen als de familie veel moeite heeft met het besluit van de patiënt, ‘papa is depressief, hij moet echt drinken krijgen…’? De wil van de patiënt telt, zegt Van Wijlick. Dus alleen als je ziet dat de patiënt inderdaad wilsonbekwaam is voor dít besluit kun je ervan afwijken. Anders moet het gerespecteerd worden, al wordt het er zeker niet makkelijker op. Zorg ook voor een nagesprek met naasten en een evaluatie met alle betrokken hulpverleners.

Soms zit de ambivalentie in de angst dat het een onwaardig sterven zal zijn. De Graeff beschrijft het als een ‘begaanbare maar geen makkelijk weg.’ Maar: “‘gewoon’ doodgaan is ook niet makkelijk”. In het onderzoek van Chabot gaf 80 procent van de nabestaanden aan dat het goed en waardig was verlopen. Een consistente wens van de patiënt is hierbij heel belangrijk. En zeker zo belangrijk, benadrukt professor Van der Does, emeritus hoogleraar huisartsgeneeskunde, is het hebben van een band. Dat betekent meer huisbezoek, maar je bent dan huisarts in optima forma. 207923.png

‘Natuurlijk houd je de mond vochtig, maar wat doe je verder?’, ‘Stop je abrupt of bouw je af?’ en ‘Is dit een natuurlijke dood?’ zijn maar een paar van de vragen die opkwamen tijdens een KNMG-districtsdebat van Rotterdam en Den Haag op 30 januari.

Wat vertel je patiënten en hun naasten?

Er bestaat geen actuele patiëntenbrochure met informatie over afzien van eten en drinken. Wel kan het boek Uitweg van Boudewijn Chabot en Stella Braam een uitgangspunt vormen voor nadenken en praten over dit traject. Zeker nu informatie niet voor het oprapen ligt, is het informeren van patiënten en hun naasten van extra belang. Wat vertel je?

Is het haalbaar? Ja, mits de patiënt in staat is om niet of nauwelijks te drinken. Afzien van eten en
drinken wordt niet aangeraden als de patiënt jonger dan 60 jaar is.

Vaak bestaat angst dat honger en dorst gaat overheersen in deze laatste levensfase. U kunt de patiënt en naasten op dit punt geruststellen: honger speelt eigenlijk geen rol zolang en ook dorstgevoelens kunnen heel beperkt blijven, zolang de hulpverleners samen met de naasten zorgen voor een goede mondverzorging. Dat is cruciaal.

Hoe lang duurt het? Uit onderzoeken blijkt dat de meeste mensen binnen twee à drie weken overlijden. Drinkt iemand meer dan nodig is voor mondverzorging, dan zal het proces ook langer duren. Het is de patiënt dus die dit zelf in de hand heeft. Informeer hem daarover.

‘Wat als ik toch weer wil eten en drinken?’ is ook een vaak gehoorde vraag. Eén op de zes mensen komt
terug op het besluit en dat is uiteraard hun goed recht. Het is belangrijk om dit te bespreken. Minstens zo belangrijk is het te verkennen en liefst vast te leggen hoe de patiënt wil dat hulpverleners handelen als de patiënt in een delirante situatie om water vraagt. Bespreek dit van tevoren, met patiënt en naasten: hoe gaan we daar dan mee om? En leg het eventueel vast in een schriftelijke wilsverklaring.

Ook het afscheid zelf is iets om in de voorbereiding mee te nemen nu de patiënt nog helder is. Is alles afgesproken en geregeld, wat is de rol van de betrokken verzorgers, verpleegkundigen en anderen?

Zie verder de handreiking Zorg voor mensen die bewust afzien van eten en drinken. U vindt de handreiking en data van meer districtsbijeenkomsten in ons webdossier: knmg.nl/afzien-eten-drinken. Daar vindt u ook een kort webformulier waar u tot 14 maart uw mening kunt geven over de handreiking.

<b>Download het federatienieuws uit nr. 7 - 2014</b>
Federatienieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.