Commissie-Schnabel: Euthanasiewet biedt voldoende ruimte bij voltooid leven
Plaats een reactieHet verruimen van juridische mogelijkheden voor hulp bij zelfdoding is onwenselijk, stelt de adviescommissie Voltooid leven onder leiding van Paul Schnabel in haar rapport. De euthanasiewet biedt bij voltooid leven voldoende ruimte, waarbij de commissie meeneemt dat ook een stapeling van ouderdomsklachten oorzaak van ondraaglijk en uitzichtloos lijden kan zijn. Dit is in lijn met het KNMG-standpunt. De KNMG spreekt met de achterban over de dilemma’s die in de praktijk voor patiënten en artsen bestaan.
De adviescommissie heeft op verzoek van de ministers van Volksgezondheid, Welzijn & Sport en van Veiligheid & Justitie een breed advies uitgebracht over de juridische mogelijkheden en de maatschappelijke dilemma’s rond hulp bij zelfdoding aan mensen die hun leven voltooid achten. Verruiming van de euthanasiewet is wat de commissie betreft onwenselijk. Veel van de mensen met een ‘voltooid leven’-wens (ook wel aangeduid met lijden aan het leven of ‘klaar met leven’) hebben een opeenstapeling van ouderdomsklachten met een medische grondslag die zorgt voor ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Zij vallen binnen de criteria van de euthanasiewet. De commissie sluit hierbij aan bij het standpunt van de KNMG ‘De rol van de arts bij het zelfgekozen levenseinde’. Voor de zeer kleine groep mensen met een actuele doodswens zonder dat er een medische grondslag is, ziet de commissie geen aanleiding de wet te wijzigen.
Betrokkenheid arts is nodig
De commissie-Schnabel hecht aan de betrokkenheid van artsen. Omdat het een vraagstuk van leven en dood betreft, is het voor de veiligheid en zorgvuldigheid van de procedure belangrijk dat een arts betrokken is bij de beoordeling of er is voldaan aan de zorgvuldigheidscriteria van de wet, aldus de commissie. Dit maakt de euthanasiepraktijk ook trans-parant en toetsbaar.
Belangrijke markering
KNMG-voorzitter Rutger Jan van der Gaag: ‘Dit rapport is een belangrijke markering in de discussie over voltooid leven. Tegelijk realiseren we ons dat dilemma’s voor patiënten en artsen rond voltooid leven en hulp bij zelfdoding blijven bestaan, net als de maatschappelijke discussie over het zelfbeschikkingsrecht en de vraag hoe we als samenleving kunnen voorkomen dat mensen hun leven ‘voltooid’ achten. Artsen moeten in toenemende mate overwegen hoe om te gaan met mensen die hun leven voltooid achten. Hoe kunnen zij deze patiënten het beste ondersteunen? Wat veroorzaakt het lijden? Zijn er andere passende interventies dan euthanasie?’
- Er zijn nog geen reacties