CGS ontwikkelt vernieuwde regelgeving voor herregistratie

College wil verantwoord functioneren bevorderen

Een commissie van het College Geneeskundige Specialismen (CGS) ontwikkelt momenteel vernieuwde regelgeving voor de herregistratie van alle geneeskundig specialisten, waaronder huisartsen, medisch specialisten en sociaal-geneeskundigen. Daarbij heeft de commissie voor ogen dat herregistratie wordt verleend op voorwaarde dat er sprake is van verantwoord functioneren en toereikende deskundigheid. Hart van het vernieuwde herregistratiesysteem is deelname aan regelmatige evaluatie van individueel functioneren. Het Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) fungeert daarbij als vliegwiel; met het POP kan de specialist gericht werken aan verbeteracties die uit de evaluatie voortkomen.

Straks moet bij herregistratie blijken dat de arts regelmatig verantwoording aflegt over zijn professioneel functioneren en gericht werkt aan de competenties die van belang zijn voor het adequaat uitoefenen van zijn of haar vak. Dat houdt in dat elke periodieke evaluatie van individueel functioneren resulteert in een POP. Logischerwijs wordt bij een volgende ronde beoordeeld of de doelstellingen uit het vorige POP zijn gerealiseerd en formuleert de arts vervolgens bijgestelde en nieuwe doelstellingen. Zo ontstaat, naast de al bestaande verplichtingen – voldoende relevante werkzaamheden in de praktijk en deelname aan na- en bijscholing – een coherent en logisch geheel. Prof. dr. Edith ter Braak, internist en voorzitter van de CGS-commissie Herregistratie: ‘Het CGS is groot voorstander van het principe “een leven lang leren”. Stilstand is immers achteruitgang. Artsen moeten zich ook na hun registratie als specialist voortdurend blijven ontwikkelen in álle CanMEDS-competenties; niet alleen op het gebied van medisch handelen, maar ook in competenties als communiceren, organiseren en samenwerken.’

Functioneren in en als team

Ook moet elke specialist, om voor herregistratie in aanmerking te komen, deelnemen aan een vorm van externe kwaliteitsvisitatie, waarbij de groep verantwoordelijkheid neemt voor de kwaliteit van de verleende zorg. Bijkomend effect daarvan is dat de arts zich expliciet verantwoordelijk weet voor het individueel functioneren van de leden van de groep en voor de kwaliteit van functioneren als team, bijvoorbeeld een maatschap of een vakgroep. Ter Braak: ‘Het gaat ons om het bevorderen van verantwoord functioneren. Verantwoord in de zin van veilig, maar ook in de betekenis van verantwoording afleggen en verantwoordelijkheid nemen.’

Hoewel het herregistratiesysteem niet bedoeld of geschikt is voor het opsporen of aantonen van disfunctioneren, kan tijdens het proces een vermoeden van onvoldoende functioneren rijzen. ‘Het CGS vindt dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van functioneren primair moet worden gelegd daar waar er zicht op is en waar het functioneren het best kan worden beïnvloed. Vaak is dat de instelling of het organisatieverband waarin een arts werkt. Ook vinden we dat mogelijk disfunctioneren adequaat moet worden onderbouwd en een gedegen nader onderzoek verdient, door een onafhankelijke instantie die beschikt over de benodigde expertise en middelen.’

Conceptregelgeving

De uitgangspunten van de vernieuwde regelgeving staan beschreven in een position paper (zie knmg.nl/cgs). ‘Momenteel bekijken we welke onderliggende methoden en processen er nodig zijn. Denk aan een verplicht kwaliteitskeurmerk voor systemen om het individueel functioneren te evalueren en voor kwaliteitsvisitaties. En aan certificering van degenen die deze procedures uitvoeren. Ook onderzoeken we of het wenselijk is om de eisen voor verantwoord functioneren beter te omschrijven en explicieter neer te zetten, bijvoorbeeld in de vorm van een professioneel kader. Overigens realiseren we ons dat vernieuwde regelgeving voor herregistratie slechts een onderdeel is van een pakket aan maatregelen om de kwaliteit te bevorderen van de zorg die specialisten leveren; de kwaliteit van zorg is immers van meer factoren afhankelijk dan het werk van de individuele specialist.’

In het voorjaar legt het CGS de concept-regelgeving voor aan betrokkenen, waaronder ook vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties. Ter Braak: ‘Het ontwikkelen van regelgeving is een interactief proces, waarbij we veel waarde hechten aan de visie van alle partijen die belang hebben bij een goed herregistratiesysteem.’