Federatienieuws
3 minuten leestijd
Federatienieuws

‘ABS-artsen’ zet zich in voor artsen met een verslaving

Plaats een reactie

Wat doe je als je arts bent en met een verslaving kampt? Laat je je behandelen? Op wie doe je een beroep? Wat zijn de gevolgen als je naar buiten treedt met je verslaving? In 2011 startte de KNMG het steunpunt ‘ABS-artsen’, dat als doel heeft om artsen te begeleiden bij het vinden van antwoorden op dit soort vragen. Psychiater Hans Rode maakt deel uit van de projectgroep en vertelt wat het steunpunt in vier jaar heeft bereikt.

‘We zijn dit steunpunt begonnen, omdat het voor veel artsen niet duidelijk is wat hen te wachten staat als ze naar buiten treden met hun verslaving’, vertelt psychiater Hans Rode. ‘Sinds de start hebben ongeveer 100 artsen zich bij ons gemeld. Ook collega’s en familieleden van artsen vragen ons om advies. Met artsen die zich bij ons melden, bespreken we onder meer de voor- en nadelen van mogelijke oplossingen. We behandelen hen niet zelf, maar begeleiden hen naar een behandeling als dat nodig is. We willen bereiken dat artsen zoveel mogelijk hun werk kunnen blijven doen. In de meeste gevallen lukt dat ook. Daarnaast zetten we ons in voor kwaliteit van zorg. Een verslaafde arts die doorgaat met zijn werk, kan een gevaar zijn voor patiënten. Dat willen we voorkomen.’

Cultuurverandering
‘Wij artsen vinden het lastig om ons te laten behandelen’, weet Hans. ‘We hebben geleerd om voor anderen te zorgen. Maar als we zelf wat mankeren, ontkennen we dat graag eerst of houden we dat het liefst geheim. Als het gaat om verslaving, is het nog moeilijker om daar open over te zijn. Op die ziekte rust een taboe. Het is zonde dat veel artsen die hiermee kampen hun verslavingsproblemen ontkennen. Verslaving is namelijk vaak goed te behandelen en daarmee een tijdelijk probleem. Terwijl de toekomst van verslaafde artsen die zich niet laten behandelen er vaak dramatisch uitziet. We moeten inzien dat ook artsen vroeg of laat gezondheidsproblemen kunnen krijgen, en dit onderling van elkaar accepteren. Dat vraagt om een cultuurverandering. Vooralsnog is het niet vanzelfsprekend dat je als arts op een veilige manier aandacht voor je gezondheid kunt vragen, zonder dat je je hoeft te schamen of bang moet zijn dat je niet meer voor vol wordt aangezien.’

Gezondheid voorop
‘Een arts die verslaafd is, heeft op allerlei manieren met drempels te maken. Je weet bijvoorbeeld niet hoe je werkgever of collega’s zullen reageren als je open bent over je verslaving. We hebben dan ook nog geen vaste modus gevonden waarbij we kunnen zeggen: ‘Vertel alles maar aan iedereen!’ Dit is per geval verschillend. Hier houden we bij het steunpunt rekening mee. Tegelijkertijd willen we dat artsen actief aan hun gezondheid werken en daarbij is iedere hindernis er één te veel. We zien bijvoorbeeld dat zorgpraktijken niet geassocieerd willen worden met een verslaafde collega. Dat zorgt ervoor dat een verslaafde arts zijn problemen zo lang mogelijk geheimhoudt voor zijn collega’s. Op de lange termijn worden die problemen daardoor alleen maar groter, met soms forse consequenties voor meerdere partijen. Ook dat vraagt om gedragsverandering. Zoals ik al eerder noemde, is het belangrijk dat iedereen inziet dat verslaving een ziekte is die vaak prima behandeld kan worden. Soms bemiddelen we dan ook tussen de arts aan de ene kant, en collega’s of een andere instantie aan de andere kant, om te proberen iemand aan het werk te houden.’

Monitoring
‘Het project gaat nu een nieuwe fase in. Eén van de belangrijkste dingen die we gaan toevoegen, is een monitoringsprogramma. In zo’n programma monitoren we artsen gedurende twee tot vijf jaar bij het genezen van hun verslaving. Het programma is er niet om artsen te inspecteren, maar om ervoor te zorgen dat zij in het zadel kunnen blijven zitten. Het feit dat er gecontroleerd wordt, herinnert de arts eraan dat verslaving een chronische ziekte is waar hij of zij blijvend aan moet werken. Daarnaast is de monitoring een prettig middel voor artsen om aan de buitenwacht te laten zien dat er geen terugval is. In Noord-Amerika hebben ze al bijna dertig jaar ervaring met dit soort monitoringsprogramma’s. Daar blijft 85 procent van de deelnemende artsen gewoon aan het werk. Dat is iets wat wij onze artsen ook graag gunnen. We kunnen alleen maar artsen begeleiden die zelf ook erkennen dat ze een probleem hebben. Maar als je niet wilt terugvallen in je verslaving, is het wel heel verstandig om aan het programma mee te doen.’


Federatienieuws KNMG verslaving
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.