Boeken en films & zo
Sophie Niemansburg
Sophie Niemansburg
1 minuut leestijd
non-fictie

Wij zijn onze hormonen

1 reactie

Wij zijn onze hormonen, Max Nieuwdorp, De Bezige Bij, 304 blz., 22,99 euro.

bestellen

‘Hormonen zijn de dirigent van ons lichaam’, vindt hoog­leraar internist-oncoloog Max Nieuwdorp (Amsterdam UMC).

In zijn boek Wij zijn onze hormonen gaat hij uitgebreid in op de rol van hormonen bij onder meer de voortplanting, (peuter)puberen, homoseksualiteit, transgenderpersonen, overgewicht, menopauze en de ouderdom. Ook wijdt hij een apart hoofdstuk aan de interactie tussen darmbacteriën en hormonen: momenteel een ‘hot topic’. Hij brengt dat alles niet alleen als droge en voor medici vaak bekende kennis – over de bekende interactie van LH en FSH met progesteron en oestrogenen bijvoorbeeld – maar weet dat te illustreren met sappige feiten uit de medische geschiedenis en mooie verhalen. Zo combineert hij het verhaal van een advocaat aan de Zuidas die maar niet zwanger wordt, op verrassende wijze met dat van de Mongoolse heerser Djenghis Khan die wel zestien miljoen nakomelingen zou hebben. 

Media en cultuur boek
  • Sophie Niemansburg

    Sophie Niemansburg werkt sinds 2022 als journalist bij Medisch Contact Ze schrijft onder meer voor de rubrieken tucht en wetenschap. Ook bespreekt ze regelmatig een tuchtzaak in de wekelijkse podcast van Medisch Contact.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Uroloog, Utrecht

    Geachte redactie van medisch contact.
    Na uitvoerige lezing lijkt het boek meer geschreven voor de arts, ook omdat een zekere voorkennis van de endocrinologie wel nodig is. Ondanks de vele hoofdstukken ontbreekt een hoofdstuk over het metabool syn...droom dat zijn oorsprong vindt in het viscerale vet met de productie van vele inflammatoire cytokines die leiden tot insulineresistentie en diabetes type 2, hypertensie en hart- en vaatziekten, een volksziekte! Dat het testosteron hierdoor wordt onderdrukt wordt helaas niet beschreven. Het viscerale vet is het grootste endocriene orgaan en zet het testosteron om in oestradiol waardoor het testosteron nog verder onderdrukt wordt. De genoemde toxines zijn desastreus voor de wand van de bloedvaten en onderdrukken tevens de testosteronproductie. Dit is de huidige opvatting.(1)
    Testosterontherapie bij mannen met een bewezen laag testosteron én klachten van o.a. seksuele disfuncties (het testosteron deficiëntie syndroom) zoals gezien wordt bij mannen met DM-2, COPD, HIV, corticosteroïdtherapie en obesitas, wijst de schrijver van de hand in termen als:
    -‘pseudowetenschappelijke claims over het gebruik van hormonen als antwoord op veelgehoorde klachten’
    -‘wij moeten als artsen niet te veel rommelen met ons endocrinologisch systeem’
    -‘in laagtestosteronklinieken kan men terecht voor een verjongingsrecept’
    -‘testosteron is niet het antwoord in de klassieke zoektocht naar een levenselixer’
    -testosteron therapie is als een dagelijks rietje spierzaad.
    Dergelijke uitspraken zijn denigrerend en gaan in tegen de bestaande wetenschappelijke solide basis in vele Europese Richtlijnen om testosteron toe te dienen aan patiënten die last hebben van ernstige klachten als moeheid, futloosheid, seksuele klachten, cognitieve stoornissen en somberheid bij een tweemaal vastgestelde te lage waarde voor testosteron (LOH=Late Onset Hypogonadisme).
    Dat heeft niets te maken met een ‘zoektocht naar een levenselixer’.
    De auteur is van mening dat de afname van testosteron bij mannen van middelbare leeftijd past bij een natuurlijk proces met biologische en sociologische voordelen. Hij legt zijn hoofd in de schoot, terwijl de titel toch luidt : “Wij zijn onze hormonen”. De schrijver geeft aan dat hormonen de man en vrouw maken of breken. Wie zijn wij dan als we onze hormonen niet meer zijn?
    Voor een slecht functionerende schildklier, voor diabetes, voor bijnier insufficiëntie en andere hormonale ziekten bestaat een breed geaccepteerde hormonale therapie. Dus waarom niet voor mannen met een bewezen laag testosteron met duidelijke klachten, die al uitgebreid zijn behandeld met lifestyle verbeteringen?
    Hij stelt dat testosteronsuppletie de levensverwachting van mannen verlaagt (blz 242); de daarbij geciteerde referentie 81 van Nieschlag uit 2014 echter kan dat niet staven.(2) Zijn stelling gaat in tegen de huidige opvatting in de literatuur die aangeeft dat testosterontherapie, mits op juiste indicatie en met passende monitoring, juist het risico op hart- en vaatziekten en mortaliteit statistisch significant verkleind.(1)
    Een tweede argument tegen testosterontherapie ontleent de schrijver aan één Koreaanse studie uit 2012 over de levensverwachting van eunuchen die tot wel twintig jaar langer leefden. Het gaat hierbij om 81 eunuchen die van 1392-1910 aan het Koreaanse hof leefden en inderdaad fors ouder werden dan hun niet gecastreerde tijdgenoten aan datzelfde hof. Deze studie heeft een frappante uitslag maar mag niet gelden als argument tegen testosterontherapie in 2022. Bias ligt hier op de loer.( In de studie van Nieschlag uit 2014 staat overigens dat het verschil in levensverwachting niet significant verschilt, zie fig. 1.) De gebruikte referentie 82 van Herman et al klopt niet, deze verwijst naar het voortijdig sterven van worstelaars met vermoedelijk anabole steroïden met een zeer hoge BMI door o.m. cardiovasculaire ziekten.(3) Bovendien, als castratie het leven zo duidelijk zou verlengen, waarom laten we onze ballen dan niet weghalen?
    Op blz. 239 beweert de auteur dat testosteron een groeisignaal afgeeft aan prostaatcellen en daarmee (uitgezaaide)kankercellen kan laten groeien.
    Deze mythe is inmiddels ontkracht: uit de studies van vele tienduizenden mannen met testosterontherapie is geen verhoogd risico op prostaatkanker gebleken bij een follow up van ruim 5 jaar.(1) Wolffers werd met chemische castratie behandeld omdat hij botuitzaaiingen had. Dat is een andere situatie. Mannen met een te hoog PSA (>4 ng/ml) of met botuitzaaiingen vormen wel een contra-indicatie voor testosterontherapie.
    Vele Europese richtlijnen over (symptomatisch) hypogonadisme hebben duidelijke indicaties voor testosterontherapie, ook de richtlijn voor endocrinologen van de Endocrine Society uit 2018 van Bhasin et al. (4)

    Bibliografie

    1. Salonia A, Bettochi C et al. EAU Guidelines on Sexual and Reproductive Health. 2022;
    2. Nieschlag E, Nieschlag S. Testosterone deficiency: a historical perspective. Asian J Androl [Internet]. 2014 Mar [cited 2023 Feb 9];16(2):161–8. Available from: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/24435052/
    3. Herman CW, Conlon ASC, Rubenfire M, Burghardt AR, Mcgregor SJ. The Very High Premature Mortality Rate among Active Professional Wrestlers Is Primarily Due to Cardiovascular Disease. PLoS One [Internet]. 2014 [cited 2023 Feb 9];9(11):109945. Available from: www.plosone.org
    4. Bhasin S, Brito JP, Cunningham GR, Hayes FJ, Hodis HN, Matsumoto AM, et al. Testosterone Therapy in Men with Hypogonadism: An Endocrine Society. J Clin Endocrinol Metab. 2018 May 1;103(5):1715–44.


    Dr. HHJ Leliefeld, uroloog, Andros Clinics Nederland

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.