Het tegenwindschip
Plaats een reactieHet tegenwindschip, Jaan Kross (vertaling: Frans van Nes), Prometheus, 384 blz., 24,99 euro.
bestellen
In zijn jeugd verloor Bernhard Schmidt (1879-1935) zijn rechterhand bij het spelen met buskruit. Om de stomp deed hij een zwarte sok, die hij gekscherend zijn ‘voorbehoedmiddel’ noemde. Toen hij zich aan het eind van zijn leven gedwongen zag de Hitlergroet te brengen, deed hij dit door de rechterhand op te steken – wat niet meer was dan een grotendeels lege mouw.
De in Estland geboren Schmidt was de uitvinder van een revolutionaire spiegeltelescoop na het ‘met zijn wonderbaarlijke hand onvermoeibaar, onverdroten en onvermurwbaar’ slijpen van holle spiegels en lenzen. Schmidt was een eenzaat en dromer, een alcoholist, levend op gebakken eieren en bier, maniakaal werkend aan zijn draaibank.
De grote Estse auteur Jaan Kross (1920-2007) beschrijft Schmidts leven afwisselend via vraaggesprekken met mensen die hem gekend hebben, en fictieve hoofdstukken waarin Schmidt zelf het woord krijgt. Die mengvorm betekent, aldus de auteur in zijn voorwoord, ‘dat de historische en de gefingeerde gebeurtenissen in gelijke mate waar zijn’. Een verneukeratieve stelling. Het zijn namelijk hoofdstukken die soms overeenkomen om op andere momenten elkaar te weerspreken.
Schmidt overleed aan een longontsteking in een psychiatrisch ziekenhuis. Zijn droom, het ontwikkelen van een ‘tegenwindschip’, aangedreven door propellers, leed schipbreuk. Frans Meulenberg, publicist
- Er zijn nog geen reacties