
Kan ik dit wel?
Nu, drieënhalf jaar en twee coschappen verder, is daar, jawel, het eerste moment waarop ik met mijn hele hart de ene kant op wil, maar mijn handicap de weg verspert - voorgoed - en mij dwingt om een ander pad in te slaan.
Nu, drieënhalf jaar en twee coschappen verder, is daar, jawel, het eerste moment waarop ik met mijn hele hart de ene kant op wil, maar mijn handicap de weg verspert - voorgoed - en mij dwingt om een ander pad in te slaan.
Vijf jaar geleden stopte ik officieel met ‘werken’ en hing mijn herregistratie bewust aan de wilgen. Ik wilde niet nog een keer door die benauwende mallemolen van zelfbedachte goede bedoelingen van mijn beroepsgroep. Het was genoeg geweest. Ik ben gewoon niet geschikt om op commando door hoepeltjes heen te springen. Ik heb er nooit spijt van gehad. Ik had door kunnen gaan, maar was er klaar mee. Het was een goed besluit op het juiste moment.
Het komt er eigenlijk op neer dat ik veranderd ben, dat de SEH veranderd is en dat ik toch niet écht in het ziekenhuissysteem pas. De liefde voor de SEH is groot. Maar niet elke liefde is goed voor je. Soms is ze te groot, te veeleisend. En soms veranderen jij en je geliefde allebei.
Honderden artsen switchten de afgelopen tien jaar van specialisme of zitten nu in een omscholingstraject. De gesprekken die Medisch Contact met een aantal van hen voerde, laten zien dat de redenen divers zijn en de omscholingstrajecten vol hobbels zitten.
Elk jaar verbaast het me weer wie niet wordt aangenomen voor de vervolgopleiding tot medisch specialist. Mensen van wie ik zou denken als collega-aios: zo collegiaal, zo klinisch goed. ‘Gewoon’ een goede dokter. Maar, niet het plaatje dat ‘ze’ voor ogen hebben.
‘Heeft mama gymnasium gedaan? Waarom is ze dan huisarts geworden?’ Jarenlang dacht ik dat ze best trots was dat haar moeder dokter was. Plots is die illusie weg. Als ik er met haar kinderogen naar kijk, is het ook een weinig aantrekkelijk beroep.
Erik Verschuren is parttime praktijkhoudend huisarts in Wijchen. Tegelijk is hij gemeenteraadslid in Nijmegen. Recent begon hij een ‘politiek spreekuur’ om te horen wat er speelt in de wijk.
Door vooroordelen, spookverhalen, maar ook werkelijke haken en ogen schrikt het vak van medisch specialist studenten vaak af. Dat is jammer en onterecht, zeggen de auteurs, die hier verandering in willen brengen door steeds met elkaar in gesprek te gaan, in wat zij het Open Spookhuis hebben gedoopt.
‘Coen, heb je door dat je weer straalt?’ zei mijn vrouw ten tijde van mijn pijnstage in de zomer van 2023 tegen me. Vanbinnen merkte ik op dat moment weerstand en onbegrip tegen deze opmerking. Waarom zou ik nu meer stralen dan normaal? Ik straal toch altijd?
De jonge neurochirurg André Grotenhuis zocht 35 jaar geleden naar een andere manier om patiënten met een waterhoofd te behandelen. Sinds begin deze eeuw heeft ‘zijn’ techniek wereldwijd ingang gevonden in de neurochirurgie.
Sommige dokters krijgen op zeker moment een briljante inval – en blijven vervolgens niet op hun handen zitten. Ze zetten alles op alles om hun idee te verwezenlijken, en knutselen zelf een medisch instrument of gaan anderszins houtje-touwtje aan de slag.
Veerle Smit startte in 2015 samen met medegeneeskundestudent Romée Snijders Compendium Geneeskunde. Houtje-touwtje kenmerkte het begin, nu opereert het bedrijf in 75 landen.
‘Dokter Bob’ is het geesteskind van huisarts Eric Cremers uit Tegelen. Niet alleen speelt hij alle rollen – het script schrijven, de aankleding, het editen, ondertitelen en ‘posten’ van de ultrakorte filmpjes doet hij ook zelf.
Het percentage vrouwelijke hoogleraren aan de umc’s is gestegen van 29,7 in 2022 naar 29,8 in 2023. Met een stijging van 0,1 procentpunt is deze groei lager dan van het aandeel vrouwelijke hoogleraren in het algemeen (0,9%).
Huisarts Ali Zamani merkte tijdens zijn studie geneeskunde dat hij en zijn medestudenten weinig mogelijkheden hadden om simpelweg te leren hechten. Dus maakte hij zelf hechtsets.
Oud-wethouder Guido Frankfurther behoort tot de lichting van ‘1982’, de Amsterdamse geneeskundestudenten die als eersten te maken kregen met de verhuizing naar het toenmalig AMC en een enorme omslag in het medisch onderwijs. Hij werd huisarts, ‘maar het had ook heel anders kunnen lopen’.
In het bedrijfsleven is het al langer een bekende constructie: een traineeship voor pasafgestudeerden die de banenmarkt bestormen. Ook binnen de zorg begint het traineeship aan populariteit te winnen, en dan vooral voor aniossen. Al kan de inhoud van zulke leer-werktrajecten per aanbieder verschillen.
Artsen moeten elke vijf jaar aantonen dat ze nog aan de eisen voldoen om hun vak uit te oefenen. Sommige lukt dat niet, andere kiezen vrijwillig voor een carrièreswitch. Medisch Contact vroeg herregistratiecijfers op en sprak twee artsen over hun opmerkelijke overstap.
Al jaren kent de academische wereld een te hoge publicatiedruk die ten koste gaat van het geven van onderwijs en het verbeteren van de patiëntenzorg, vinden de universitaire medische centra. Om dat tij te keren kent het UMC Utrecht sinds dit jaar carrièreprofielen toe, waardoor onderzoekers ook academische carrière kunnen maken als zij zich richten op onderzoek naar onderwijs of op het implementeren van onderzoek bijvoorbeeld.
Nupur Kohli, opgeleid als jeugdarts, is spreker over mentale weerbaarheid van professionals en consultant op het gebied van medisch leiderschap. Vooral houdt ze zich bezig met ‘disruptie’ binnen de zorg. ‘Je inzetten voor zorgvraagstukken hoeft niet altijd vanuit de spreekkamer te gebeuren.’
Kindergeneeskunde, chirurgie en interne geneeskunde, drie populaire specialismen onder coassistenten, zo blijkt uit onderzoek van De Geneeskundestudent. Het merendeel van de co’s loopt coschappen in het ziekenhuis en één op de drie wordt medisch specialist. Wat maakt ziekenhuisspecialismen zo populair en hoe kijken a(n)iossen terug op hun keus?
Anios kindergeneeskunde Dorothee Hafkenscheid schreef een zakboek voor de beginnende co. Daarin verzamelde ze tips en ongeschreven regels uit het ziekenhuis, en alles wat ze zelf had willen weten voorafgaand aan haar coschappen.
Stap één is al gelukt: ik ben niet verdronken. Op een doordeweekse ochtend lig ik hier om 8 uur te dobberen in een Antwerps zwembad, te midden van een roedel jonge, gezonde, sterke kerels. Wat ik hier in godsnaam in dit zwembad lig te doen?
Mdl-arts Lennard Gilissen combineert zijn werk in het ziekenhuis graag met muziek, sport en bijenhouden. O ja, en de begeleiding van zijn vier pubers.
Dienstendruk, gebrek aan opleidingsuren, slechte betaling. In heel Europa vestigen jonge artsen de aandacht op hun soms erbarmelijke werkomstandigheden: ‘Ik weet niet of ik over vijf jaar nog dokter ben.’