Schending van beroepsgeheim in psychotherapiepraktijk
Plaats een reactieKlacht tegen een psychotherapeut/klinisch psycholoog (verweerder), die samen met zijn echtgenote, ook psychotherapeut/klinisch psycholoog, een praktijk voert. Ook tegen de echtgenote (verweerster) is een klacht ingediend. Klager was bij verweerder in behandeling. Op enig moment beëindigde klager de behandeling per brief, waarop verweerder niet reageerde. Hierna vroeg klager om zijn dossier, waarna de echtgenote van verweerder een conceptafsluitbrief naar de huisarts van klager stuurde.
Klager verwijt verweerder dat hij niet reageerde op de beëindigingsbrief, het dossier niet had afgesloten, en zijn geheimhoudingsplicht schond door zijn echtgenote de brief aan de huisarts te laten schrijven en zijn casus bij een intervisiebijeenkomst te bespreken.
Het college oordeelt dat verweerder een gebrek aan zelfreflectie en respect voor de persoonlijke levenssfeer van klager heeft getoond en dat verweerster onbetamelijk heeft gehandeld door uitgebreide kennis te verkrijgen van klagers problematiek en de afsluitbrief aan de huisarts op te stellen. Voorwaardelijke schorsing van drie maanden voor verweerder en berisping voor verweerster.
RTG Amsterdam, 28 mei 2024
Een volledig overzicht van opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht. Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.
Lees ook:- Er zijn nog geen reacties