Tuchtrecht
6 minuten leestijd
Uitspraak tuchtcollege

Oud-gynaecoloog mag oud dossier niet opvragen

7 reacties

Een opmerkelijke tuchtzaak deze week: een oud-gynaecoloog moet zich verantwoorden, omdat hij gegevens van een oud-patiënte van hem heeft opgevraagd – en gekregen – zonder dat zij daarvoor toestemming had gegeven. Dat mag niet, als er geen behandelrelatie (meer) is. Tenzij de arts wordt aangeklaagd, én zelf over het dossier beschikt, maar dat was hier niet aan de hand. Toch krijgt de arts geen maatregel opgelegd, en dat is in dat geval begrijpelijk.

Het gaat om een verdrietige casus: een vrouw heeft in 1981 een sectio ondergaan. Haar eerstgeboren zoon is daarbij overleden. Jaren later, in 2014, komt de gynaecoloog die deze bevalling begeleidde vlak bij de vrouw te wonen. Op tweede kerstdag belt ze bij hem aan. Hij herkent haar niet, zij zegt dat het om een overleden kind gaat, en noemt de datum van het overlijden, maar verder niet wat er op die dag is gebeurd. Ze zegt dat ze hoopt dat hij snel verhuist.

Het is nogal wat, zo op tweede kerstdag.

De arts neemt contact op met een oud-collega, die het dossier inziet, en zijn bevindingen terugkoppelt. Vervolgens schrijft de oud-gynaecoloog een nette en invoelende brief aan de vrouw. Zij klaagt over schending van haar privacy, eerst bij het ziekenhuis, later bij het tuchtcollege. Ze snapt dat hij het probeerde goed te doen, maar wil dat het tuchtcollege grenzen stelt aan wie het dossier mag inzien. Dat is dan hierbij gebeurd. Voor ons een les. Voor de oud-gynaecoloog (en zijn behulpzame collega die zich ook moest verantwoorden bij de tuchtrechter) anderhalf jaar gedoe.

Sophie Broersen, arts/journalist

prof. Aart Hendriks, gezondheidsjurist


REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

 

Beslissing d.d. 8 juli 2016 naar aanleiding van de op 7 september 2015 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

 

A, wonende te B,

bijgestaan door mr. I.P.C. Sindram, advocaat te Nijmegen,

 

k l a a g s t e r

 

 

-tegen-

 

 

E, arts, te B,

 

v e r w e e r d e r

 

 

 

1.   HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

 

Dit blijkt uit het volgende:

- het klaagschrift met de bijlagen;

- het aanvullende klaagschrift met een bijlage;

- het verweerschrift.

 

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid om te worden gehoord in het kader van het vooronderzoek.

 

De zaak is behandeld ter openbare zitting van 24 mei 2016. Klaagster en verweerder zijn ter zitting verschenen, klaagster bijgestaan door haar gemachtigde. De zaak is gelijktijdig behandeld met de klacht tegen een andere arts, bekend onder nummer 178/2015.

 

 

 

 

2.   DE FEITEN

 

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Op 21 oktober 1981 is in het D (verder het ziekenhuis te noemen) in B de eerstgeboren zoon van klaagster na een keizersnede overleden. Verweerder was destijds de verantwoordelijke gynaecoloog. Verweerder is sinds 1999 niet meer als gynaecoloog werkzaam.

 

Verweerder is op 16 november 2014 in hetzelfde woonblok komen te wonen als klaagster. Op 26 december 2014 heeft klaagster bij het huis van verweerder aangebeld en gevraagd of hij E was. Verweerder heeft dat bevestigd. Klaagster heeft tegen verweerder gezegd dat het een ongelukkige  samenloop van omstandigheden was dat hij zo dicht bij haar in de buurt was komen wonen. Verweerder herkende klaagster niet en heeft haar naam gevraagd. Die heeft klaagster niet genoemd, maar ze heeft wel tegen verweerder gezegd dat hij moest nadenken over 21 oktober 1981. Het betrof een overleden kind. Verdere details gaf klaagster niet, ook niet na aandringen door verweerder. Klaagster heeft tegen verweerder gezegd dat ze hoopte dat hij spoedig zou verhuizen.

 

Verweerder heeft contact opgenomen met de gynaecoloog C, die destijds hoofd van de afdeling gynaecologie en obstetrie was in het ziekenhuis. C heeft op verzoek van verweerder de gegevens van klaagster achterhaald in het partusboek en heeft bij de centrale medische administratie in het ziekenhuis het medisch dossier van klaagster opgevraagd en ingezien. Vervolgens heeft hij verweerder een brief geschreven met zijn bevindingen. 

 

Verweerder heeft klaagster op 4 februari 2015 een brief geschreven waarin staat:

“U benaderde mij kort na kerstmis bij mijn huis, in B.. U sprak over een gebeurtenis welke plaatsvond op 21 oktober 1981, met een overleden kind als gevolg. Uit uw opmerkingen begreep ik dat ik daarbij betrokken was.

 

Mijn collega C, toen ook werkzaam in het D, heeft uw gegevens uit 1981 ingezien. E.e.a. is mij nu duidelijk geworden na het lezen van het rapport.

Een overleden kind krijgen na een spoedkeizersnede, is inderdaad een verschrikkelijke belevenis. Ik voel met u mee, en nogmaals betuig ik mijn diepe spijt en verdriet over wat toen gebeurd is. Ik begrijp heel goed dat dat diepe wonden heeft achtergelaten. Zoiets verjaart nooit.

 

Gaarne zou ik met u en uw echtgenoot willen spreken om te bezien of een uitleg van beide zijden u zou kunnen helpen met het verwerken van dit grote verdriet. Ik stel voor dat ook C, toen hoofd van de afdeling verloskunde in het D, aanwezig zal zijn bij dit gesprek, aangezien wij toen samenwerkten. C herinnerde zich deze afschuwelijke afloop nog heel goed, net als ik uiteraard. Ik stel voor om samen te komen voor dit gesprek op neutraal terrein, als u dat wilt. Het kan natuurlijk ook bij u thuis. Uw voorstel wacht ik af.

 

A, wees verzekerd dat ik heel goed begrijp dat uw verdriet ook na 33 jaar nog levendig is. Daarom dit voorstel om u te helpen, als dat mogelijk is.”

 

Klaagster heeft op 26 februari 2015 een klacht ingediend bij de klachtencommissie van het ziekenhuis. Bij beslissing van 11 juni 2015 heeft de klachtencommissie de klacht als gegrond beoordeeld.

3.   HET STANDPUNT VAN KLAAGSTER EN DE KLACHT

Klaagster verwijt verweerder -zakelijk weergegeven- schending van haar privacy.

De gemachtigde van klaagster heeft ter zitting naar voren gebracht dat verweerder en

C hebben geprobeerd het goed te doen en dat er lovende aspecten aan hun handelen zitten, maar dat het inzien van het dossier, zo veel jaren later, fout was. Hij meent dat het belangrijk is dat het college, in een tijd van toenemende automatisering, grenzen stelt aan wie het dossier mag inzien zonder toestemming van de patiënt.

 4.   HET STANDPUNT VAN VERWEERDER

 Verweerder voert -zakelijk weergegeven- aan dat hij zich nu realiseert dat hij niet meer gerechtigd was om het medisch dossier in te zien maar dat hij alleen de bedoeling had om klaagster te helpen.

5.   DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

 5.1.       

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

Artikel 457 van de WGBO bepaalt dat aan anderen dan de patiënt geen inlichtingen over de patiënt danwel inzage in of afschrift van het medisch dossier worden verstrekt dan met toestemming van de patiënt behalve -kort gezegd en voor zover van belang- aan degenen die rechtstreeks betrokken zijn bij de uitvoering van de behandelingsovereenkomst en hun vervangers. Wel mag volgens vaste jurisprudentie een hulpverlener die wordt aangeklaagd het medisch dossier van de klagende patiënt gebruiken bij zijn verdediging. In een dergelijk geval weegt het belang van het recht om zich te kunnen verdedigen zwaarder dan het recht op geheimhouding.

5.3

In dit geval was er geen sprake meer van een behandelrelatie, had klaagster geen toestemming gegeven voor het verstrekken van haar medische gegevens en was verweerder (nog) niet aangeklaagd. De conclusie kan dan ook niet anders zijn dan dat het verzoek van verweerder tot het inzien en het verstrekken van de medische gegevens van klaagster en de kennisneming daarvan via de brief van C in 2014 niet geoorloofd was.

5.4

In die zin is de klacht dus gegrond. Het college heeft er begrip voor dat verweerder de ontmoeting in december 2014 heeft aangemerkt als een verzoek om uitleg of hulp van klaagster en is overtuigd van de goede bedoelingen van verweerder. Verder heeft verweerder ruiterlijk toegegeven dat hij onjuist heeft gehandeld. Het college is daarom van oordeel dat aan verweerder geen maatregel behoeft te worden opgelegd. Wel is het college van oordeel dat de beslissing, om redenen aan het algemeen belang ontleend, bekend dient te worden gemaakt.

6.   DE BESLISSING

Het college

-     verklaart de klacht gegrond;

-     bepaalt dat geen maatregel wordt opgelegd;

-     bepaalt dat deze beslissing nadat deze onherroepelijk is geworden in geanonimiseerde vorm in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften ‘Medisch Contact’, ‘Tijdschrift voor Gezondheidsrecht’ en ‘Gezondheidszorg Jurisprudentie’.

pdf

     

    Op dit artikel reageren inloggen
    Reacties
    • Cornelis Bruijninckx

      Chirurg, Rotterdam

      Ik probeer mij in te leven in het college van wijze mannen en/of vrouwen die deze uitspraak voor hun rekening hebben genomen. Ik vrees dat zij naar de letter van de wet inzake inzage in medische gegevens juist gehandeld hebben, maar dat is niet genoe...g. Uitspraken moeten vooral naar de geest van de wet gedaan worden. Daarbij spelen motief voor en omstandigheden waaronder de overtreding is begaan, een belangrijke rol. In deze zaak is het duidelijk dat klaagster de overtreding willens en wetens heeft uitgelokt door niet in te gaan op het verzoek van de reeds 15 jaar gepensioneerde gynaecoloog om met hem in gesprek te gaan. Feitelijk deed zij alleen maar haar mededeling om hem weer zo snel mogelijk de buurt uit te jagen waar hij enkele weken daarvoor residentie gekozen had! Dat de gynaecoloog vervolgens wilde weten wat voor verschrikkelijks hij dan wel op zijn geweten zou hebben, is een heel menselijke reactie. Zo’n beschuldiging knaagt aan het geweten van een professional en zou zelfs tot een depressie of een posttraumatisch stresssyndroom kunnen leiden. Logisch dat hij klaarheid wilde. Dan ligt het voor de hand om je eigen dossier in te willen zien om klaarheid te krijgen, en is het logisch dat een ex-collega die dat dossier onder beheer heeft gekregen wil faciliteren. De brief die de gynaecoloog daarop naar klaagster schreef is die van een gentleman hulpverlener van klasse, geheel en al gericht om klaagster te helpen. Hij had dus een eerbaar motief om zo te handelen waarbij hij zich niet bewust was van het feit dat dit volgens de letter der wet niet mocht. Uit de gepubliceerde uitspraak blijkt dat het college, zij het niet zo uitgebreid als ik beschrijf, rekening heeft gehouden met de goede bedoelingen van de gynaecoloog en heeft geen maatregel opgelegd. Dus toch niet zo’n beroerde uitspraak als in deze blog wordt gesuggereerd.

    • Jean-Pierre van der Borgh

      Specialist Ouderengeneeskunde, Molenhoek Lb

      Hulde aan deze collega!

      Het verdient veel respect voor de wijze waarop hij het goed probeert te doen. Zelfs bij de bespreking van de zaak gaf hij toe toe hij formeel niet goed zat. In deze vervelende tucht situatie probeert hij zelfs goed te doen vo...or de ander! Misschien dat hij het een volgende keer anders zou aanpakken maar dat is achteraf gezien.
      Wat mij betreft, als dokter, vooral zorgvuldig blijven doen wat je denkt dat het beste! Van elke casus leren wij. Zo ook van deze. Je weet echter pas achteraf wat de uitkomst is. Het had bij deze casus ook ontzettend goed en mooi kunnen aflopen.
      Nogmaals hulde, hulde, hulde voor deze oud-collega!

    • Menno Oosterhoff

      psychiater, THESINGE Nederland

      Volgens mij zet deze uitspraak aan tot defensief onmenselijk gedrag uit angst voor zo'n bizarre uitspraak, die volgens mij juridisch ook enorm rammelt.

      Zie https://www.medischcontact.nl/opinie/blogs-columns/blog/verdiende-deze-arts-tucht-kom-nou..ht...m

    • Evert Lamfers

      cardioloog, Nijmegen

      Menselijkheid is volledig zoek in deze casus. Natuurlijk ben je enorm overstuur, ook al ben je niet meer als gynaecoloog praktiserend, zeker als het een overlijden van een kind betreft, vooral als dat op tweede Kerstdag wordt gedaan en met name als e...r geen verdere details, niet eens een naam, wordt opgegeven. Wat moet je dan in hemelsnaam er mee doen? En natuurlijk vergeet je dan te vragen om toestemming de casus te mogen lichten. En dan nog z'n reactie van de redactie van Medisch Contact 42: je had de deur immers niet open hoeven te doen. Dan is het menselijke aspect in deze casus wel erg zoek. Je moet immers opendoen: het kan iemand zijn die om hulp vraagt en we zijn de casus van de internist die op vakantie in Nepal een medereizigster met een verstuikte enkel niet onderzocht, maar verwees naar een eerste hulp arts, nog niet vergeten. En om eerst door de brievenbus glurend de kans in proberen te schatten dat het een klagende patiënte zou kunnen betreffen...? Stel dat de ex-collega wel om toestemming had gevraagd en stel dat de patiënte dit had geweigerd, wat dan? Waarom dan aangebeld? Op tweede Kerstdag? Is dat dan nog wel een hulpvraag? Wraakneming? Door aan te bellen, dertig jaar na het trieste gebeuren, geeft mijns inziens de bewuste patiënte impliciet toe dat haar gegevens op discrete wijze mogen worden ingezien om hulp te kunnen verstrekken. De tuchtrechter had zich mogen realiseren dat de betreffende collega te overstuur was om dit alsnog te vragen. De brief van de ex-collega is duidelijk genoeg dat hij op een wel zeer waardige manier hulp aangeboden heeft en het is de taak van de tuchtrechter om menselijkheid te laten wegen boven al die regeltjes en de ex-collega het voordeel van de twijfel te geven.

    • Paul Kingma

      MDL-arts/internist, Laren (NH)

      De uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle en het commentaar daarop door Sophie Broersen en Aart Hendriks heeft me beziggehouden (MC 38/2016: 42). Een vrouw belt aan bij een niet meer praktiserend gynaecoloog, die h...aar jaren geleden heeft begeleid bij een bevalling waarbij haar kind is overleden.
      Juridisch klopt de uitspraak waarschijnlijk als een bus, en daartoe moet de tuchtrechter zich ook beperken. Hulde voor de zuivere benadering. Maar natuurlijk roept het de vraag op hoe de oud-collega zich wel had kunnen beschermen tegen de inbreuk op zijn privacy.
      En hoe had hij wel moeten reageren? Het antwoord op die vraag had ik graag in het commentaar teruggezien. Betreffende oud-collega lijkt zo wel erg ‘vogelvrij’.

    • Ben Terstegge

      huisarts np, Rotteram

      De uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle van 8-7-2016 geeft te denken. Klaagster vindt dat haar privacy geschonden is al haar vroegere arts zijn eigen aantekeningen van destijds inziet.
      Is het geen ernstiger schending van de privacy om ...iemand op 2e kerstdag aan zijn woonhuis lastig te vallen, cryptisch naar een mogelijke fout van 35 jaar geleden te verwijzen en te zeggen dat je hem niet als buurman wenst? Door bewust geen openheid te geven is het bovendien als het ware een uitnodiging om de betreffende stukken nog eens op te zoeken, wat als uitlokking kan worden beoordeeld. De tuchtklacht daarna doet da ander welbewust in een periode van narigheid belanden. En dat terwijl de aangeklaagde zich juist zorgzaam opstelt. Wie beschadigt nu wie?
      Het oordeel van het Tuchtcollege is technisch juist, maar doet geen recht. Ik wens het College meer wijsheid toe.

    • Wim van der Pol

      Counselor, Delft

      Het lijkt een bizar verhaal, maar is het niet. De gynaecoloog had moeten bedenken, dat er nog onnoemelijk veel boosheid in die vrouw schuilt. Dat is ook wel gebleken door de klacht ondanks de mooie brief, die kennelijk veel te laat verstuurd is. Onda...nks zijn schijnbare bizarheid, zet de casus aan tot nadenken en leren.

     

    Cookies op Medisch Contact

    Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.