Tuchtrecht
1 minuut leestijd
opvallende uitspraak

Moeder handelt niet overeenkomstig wil patiënte

Plaats een reactie

Klaagster is moeder van patiënte. Patiënte had een borderlinepersoonlijkheidsstoornis, waarvoor zij in behandeling was bij een psychiater en ook medicatie kreeg.

Deze medicatie werd verstrekt door de apotheek waar verweerster, apotheker, werkzaam was.

In maart 2017 is patiënte overleden. Klaagster verwijt verweerster als eindverantwoordelijke van de apotheek dat zij haar dochter te veel en te zware medicatie heeft verstrekt. Klaagster had sinds een halfjaar geen contact meer met haar dochter, die sinds haar 14de niet meer thuis woonde.

Het Centraal Tuchtcollege benadrukt dat nabestaanden geen eigen klachtrecht hebben, maar een klachtrecht dat is afgeleid van de wil van de patiënt, waarbij van belang is dat klaagster de wil van patiënte uitdrukt. De psychiater heeft verklaard ervan overtuigd te zijn dat klaagster hem noch andere zorgverleners zou hebben willen aanklagen. Dit alles heeft bij het CTG voor gerede twijfel gezorgd over het vertegenwoordigen van de wil van de overledene met deze procedure. Het CTG verklaart klaagster niet-ontvankelijk.

CTG, 7 mei 2019

Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.

Opvallende uitspraken tuchtcolleges
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.