Wat ziet u?
Gezien

Slechte rug en ‘niet zo lekker’

Plaats een reactie
figuur 1
figuur 1
figuur 2
figuur 2


Een 55-jarige vrouw met een uitgebreid degeneratieve lumbale wervelkolom wordt in 2011 door de neuroloog verwezen voor pijnbehandeling. Er zijn geen radiculaire klachten, wel moeheid in de benen. Evenmin zijn er klachten van een (recente) infectie. Bij lichamelijk onderzoek is er diffuse rugpijn met een beperkte beweeglijkheid. De röntgenfoto van de lage rug toont een scoliose met discopathie op L3-L4-niveau en een uitgesproken facet-artrose (figuur 1).

Patiënte ziet in eerste instantie af van een aanvullende pijnbehandeling. Na een jaar wordt ze alsnog door de huisarts verwezen. Medicamenteuze therapie met amitriptyline, diazepam en diclofenac was ineffectief en leidt tot ongewenste sedatieve bijwerkingen. Een blokkade van de oppervlakkige gewrichten in de rug (facetten) met alleen lokale anesthetica heeft een kortdurend effect. Patiënte wordt naar de orthopedisch chirurg terugverwezen, waar ze door eigen toedoen twee maanden later dan gepland op de polikliniek verschijnt. Ze maakt een zieke indruk. Bloedonderzoek is suspect voor een infectie met op de MRI verdenking van een spondylodiscitis L4-L5 (figuur 2). Een CT-geleide punctie toont vocht aan met leukocyten, maar kweken leveren geen focus op. Antibiotische therapie intraveneus leidt na enige weken tot een klinische verbetering en pijnafname.

Een spondylodiscitis kan spontaan ontstaan of na operaties, epidurale injecties of systemische infecties. Een bacteriëmie kan aanwezig zijn geweest en een verminderde weerstand kan de infectie luxeren. Rugpijn, soms radiculair, is vaak aanwezig. Behandeling bestaat uit langdurige antibiotische therapie en eventuele drainage van het abces in combinatie met een adequate pijnbehandeling. Differentiaaldiagnostisch moet men onder andere aan epidurale metastasen, hematoomvorming, hernia nuclei pulposi en epidurale lipomatose denken.

De vrouw had als zelfstandig ondernemer jarenlang intermitterend last van de rug. Mogelijk speelde de infectie daarbij ook al een rol. Het patient delay was hierbij zeker een ongunstige factor.

Gerrit Jan van Norel, orthopedisch chirurg, CWZ Nijmegen
Irene de Man-Hermsen, anesthesioloog-pijnspecialist, CWZ Nijmegen
Robert van Dongen, anesthesioloog-pijnspecialist, CWZ Nijmegen
Dick Venderink, radioloog, CWZ Nijmegen


contact

r.vandongen@cwz.nl

cc: redactie@medischcontact.nl


<b>PDF van deze gezien</b>
Gezien
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.