Knoeien met knoflook
2 reactiesEen 8-jarig meisje komt op verzoek van de vertrouwensarts bij de Forensische Polikliniek Kindermishandeling (FPKM) omdat ze sinds vier dagen huidafwijkingen op de billen heeft. Haar ouders zijn gescheiden. Het meisje vertelt dat zij vier dagen voor het polibezoek bij haar vader logeerde en dat haar stiefmoeder vond dat zij uit haar mond stonk en dat die geur afkomstig moest zijn van ‘wormen’. Zij heeft geen jeuk bij de anus. Zij vertelt dat ze uitgeperste knoflooktenen op een doekje in haar onderbroek moest doen, wat pijnlijk aanvoelde maar waar zij ‘s nachts mee had geslapen. De moeder zag twee dagen later een roodblauwe plek op de linkerbil, ging met haar dochter naar de huisarts, waarna een melding bij Veilig Thuis (voorheen Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) plaatsvond.
Bij lichamelijk letselonderzoek was op de linkerbil, naast de anus, een scherp begrensde, grillig gevormde, enigszins ovale lichtrode huidbeschadiging zichtbaar van ongeveer 3 bij 4 centimeter. Centraal in de huidbeschadiging lag de huid los van de onderlaag en was er een gebied waar geen huid zichtbaar was. Het betrof een tweedegraadsbrandwond.
Op de rechterbil was, naast de anus, een onscherp begrensde grillig gevormde lichtrode huidverkleuring zichtbaar van ongeveer 1,7 bij 0,6 centimeter. Dit was een eerstegraadsbrandwond.
De tweedegraadsbrandwond op de linker- en de eerstegraadsbrandwond op de rechterbil, waren volgens het meisje het gevolg van contact met uitgeperste knoflooktenen.
Uit medische literatuur blijkt dat langdurige applicatie van knoflooktenen (meer dan acht uur) chemische brandwonden kan veroorzaken. De kenmerken van de huid van een kind, de concentratie en de versheid van de knoflooktenen en het gebruik van een doekje in de onderbroek (wat afsluiting van lucht tot gevolg heeft) spelen in deze casus een faciliterende rol. Relevant is dat applicatie van knoflooktenen rond het rectum in niet-wetenschappelijke literatuur als therapie van maden wordt genoemd.
Veilig Thuis adviseerde de ouders ten aanzien van hun communicatieproblemen, regelde psychische begeleiding voor het kind en sprak met vader af om de medische zorg voor het kind voortaan aan de huisarts over te laten. De situatie wordt na drie tot zes maanden door Veilig Thuis actief nagegaan.
Contact:
dr. Laura Laan, forensisch arts FMG, Forensische Polikliniek Kindermishandeling (FPKM) Utrecht
Bertine Spooren, forensisch arts KNMG, FPKM Utrecht
Henrique Sachse, vertrouwensarts, Veilig Thuis (voorheen Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) Gouda
Lonneke van Duurling, forensisch arts KNMG, FPKM Utrecht
llaan@polikindermishandeling.nl
cc: redactie@medischcontact.nl
<b> Download dit artikel als PDF</b> Denk mee over de casus van volgende week:
webredacteur
webredacteur
Per abuis is het verkeerde bijschrift gebruikt, deze is inmiddels verwijderd.
RJB Brans
AIOS Radiologie, MAASTRICHT Nederland
Bijschrift figuur 1 niet geheel correct. Ruim begrip van een thoraxopnamen. De PA richting klopt enigszins wel ;)