Een bloederige zwelling in de navel
Plaats een reactieEen 75-jarige vrouw kwam naar de polikliniek Dermatologie vanwege een twee weken bestaande zwelling in de navel. Behoudens bloederige uitvloed gaf de zwelling geen klachten.
Haar medische voorgeschiedenis vermeldde onder meer benigne urologische en gynaecologische aandoeningen, namelijk cystocèle, recidiverend cystitiden en vulvaire lichen sclerosus, waarvoor drie maanden eerder vaginaal echografisch onderzoek was verricht dat geen afwijkingen had opgeleverd.
Dermatologisch onderzoek toonde centraal in de navel een livide-rood gekleurde, exofytisch groeiende en gladde, bolronde papel van 8mm (zie foto 1). Rondom de laesie was een subcutane zwelling palpabel. Differentiaaldiagnose: Sister Mary Joseph’s Nodule (SMJN), cutane endometriose, adenoom, granuloma teleangiectaticum of een cyste.
Histopathologisch onderzoek van het huidbiopt toonde met benodigde kleuringen een hooggradig sereus carcinoom van gynaecologische origine. De CT-scan toonde een afwijkend rechterovarium met peritoneale tumordeposities in het abdomen en umbilicale nodus met versterkte aankleuring, wat past bij gemetastaseerd ovariumcarcinoom. De extraperitoneale laesie in de navel gaf een stadium-IV-ovariumcarcinoom. CA-125 bedroeg 87 kU/l (normaalwaarde ≤ 35 kU/l) (zie foto 2).
Zuster Mary Joseph Dempsey (1856–1939) was een non en chirurgisch verpleegkundige bij Dr. William Mayo in de voorloper van de huidige Mayo Clinic. Ze signaleerde meermaals de relatie tussen tumoren in de navel en intra-abdominale ziekte. De Britse chirurg Hamilton Bailey erkende haar postuum en vernoemde een nodus in de navel als manifestatie van een metastase naar haar.1
Een SMJN is een zeldzame metastase bij de navel secundair aan een primaire abdominale maligniteit.2 Bij vrouwen is de primaire tumor veelal ovarieel van origine.3 Metastasering naar de navel lijkt plaats te vinden door lymfatische en/of hematogene verspreiding.2 De SMJN komt vooral voor bij uitgebreid gemetastaseerde ziekte en heeft derhalve een ongunstige prognose.
Na counseling koos patiënte voor palliatieve chemotherapie zonder intervaldebulking. Ze werd behandeld met carboplatine en paclitaxel met goede biochemische, klinische en radiologische respons. Tien maanden na de initiële diagnose verkeert ze in goede conditie.
Auteurs
Silke Bouwman, arts-onderzoeker dermatologie, Universitair Medisch Centrum Groningen
Rie Klomp, gynaecoloog, Treant Zorggroep
Bauco van der Wal, dermatoloog, Universitair Medisch Centrum Groningen
Mieneke Rook, radioloog, Martini Ziekenhuis, Groningen
Contact
bouwman.silke.klasiena@gmail.com
cc: redactie@medischcontact.nl
Voetnoten
1. Bailey H. Demonstrations of Physical Signs in Clinical Surgery. ed 11. Baltimore: Williams and Wilkins; 1949. p. 227.
2. Chalya PL, Mabula JB, Rambau PF, McHembe MD. Sister Mary Joseph’s nodule at a University teaching hospital in northwestern Tanzania: a retrospective review of 34 cases. World J Surg Oncol. 2013; 11(1): 151.
3. Papalas JA, Selim MA. Metastatic vs primary malignant neoplasms affecting the umbilicus: Clinicopathologic features of 77 tumors. Ann Diagnostic Pathol 2011; 15: 237-42.
4. Martinez JP, Geroff AJ. Sister Mary Joseph’s nodule. J Emerg Med. 2016; 50(1): 123-4.
- Er zijn nog geen reacties
