Wat ziet u?
Gezien

Een benauwende zwelling onder de tong

Plaats een reactie

Een man van 20 jaar heeft sinds twee weken een progressieve, sublinguale zwelling die zijn tong tegen het verhemelte drukt (foto 1). Ook de ademhaling via de mond is bemoeilijkt. Na een echografie van de hals twee jaar eerder was een submentale zwelling geduid als mediane halscyste.

Bij kno-onderzoek zien we onder de gehele tong een niet-blauwe zwelling die doorloopt in de submentale regio verdacht voor een plunging ranula. Overig kno-onderzoek is niet afwijkend. Nadien presenteert de man zich nog twee keer omdat de zwelling toeneemt. Bij puncties ontlast zich foetide vlokkerige inhoud van respectievelijk 150 cc en 90 cc.

Een CT-scan van de mondholte en hals toont een grote cysteuze structuur onder de tong van 7,5 cm reikend tot het os hyoïdeum (foto 2). Een aanvullende MRI-scan toont de identieke midline laesie zonder duidelijke betrokkenheid van beide glandulae sublingualis. Differentiaaldiagnostisch denken we aan een dermoïdcyste of een mediane halscyste. Een ranula lijkt gezien de centrale ligging minder waarschijnlijk.

Middels een intraorale incisie in de mondbodem wordt de cyste die zich caudaal van de musculus mylohyoïdeus bevindt, verwijderd (foto 3). In de cyste bevindt zich keratine débris. De diagnose dermoïdcyste wordt histopathologisch bevestigd. Het postoperatieve herstel is ongecompliceerd.

In eerste instantie werd er gezien de submentale zwelling gedacht aan een plunging ranula. Echter, de klassieke ranula gaat eenzijdig uit van de glandula sublingualis, is gevuld met speeksel en schemert blauw door. Een mediane halscyste presenteert zich ook als midline zwelling maar wordt vaker gezien in de hals en beweegt mee tijdens het slikken of uitsteken van de tong.

Dermoïdcystes in de mondbodem zijn zeer zeldzaam. Ze ontstaan door een foutieve fusie van embryonale structuren, bevinden zich altijd in de midline en kunnen haar, talg en zweetkliertjes bevatten. De cyste komt even vaak voor bij mannen als vrouwen, met een piekincidentie in de tweede en derde decade. Klachten kunnen bestaan uit dysfagie, dyspneu, moeite met kauwen en een veranderde spraak. De behandeling bestaat uit chirurgische extirpatie, bij voorkeur via een transorale benadering. 

Auteurs

Ineke Pruijn aios kno, Radboudumc, Nijmegen

Robbert Ensink kno-arts, Gelre ziekenhuis, Zutphen

Guido van den Broek kno-arts, Radboudumc, Nijmegen

Anton Meijer radioloog, Radboudumc, Nijmegen

Contact

ineke.pruijn@radboudumc.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Heeft u ook een interessante casus voor deze rubriek?

Stuur tekst (max. 300 woorden) en beeld naar redactie@medischcontact.nl.

Als uw casus wordt gepubliceerd, ontvangt u van ons het boek Besturen in een doktersjas van Marcel Levi.

download dit artikel (pdf)

Gezien
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.