Tuchtrecht
Robinetta de Roode
13 minuten leestijd
Uitspraak tuchtcollege

Veel zorg, weinig regie, vindt het tuchtcollege

55 reacties
getty images
getty images

De huisarts die in deze tuchtzaak een waarschuwing krijgt, had al het gevoel dat er problemen zouden kunnen ontstaan rond het echtpaar aan wie zij zorg verleende.

Ze schreef daarom veel in het dossier. Dat werkt bizar genoeg niet in haar voordeel in deze zaak. 

De verwijzing die de huisarts schreef toen ze patiënt op gegeven moment wilde laten opnemen, vat de zaak aardig samen: ‘in verband met een onhoudbare thuissituatie bij een patiënt met uitgebreide complexe somatische problematiek en complexe psychiatrische problematiek en mogelijk een onderliggend delier’. Oftewel: heel veel moeilijker krijg je het als huisarts niet. Tenzij de partner ook nog eens professionele zorg afhoudt, wat hier het geval was.

Op papier lijkt het of de huisarts en haar collega hun uiterste best deden om de zaak in goede banen te leiden, en probeerden dit stel zo goed mogelijk te helpen. Dat erkent het tuchtcollege, maar toch krijgt deze huisarts een veeg uit de pan, ze had volgens het college meer de regie moeten pakken. Het ontbrak aan adequate inspanningen om tot werkbare afspraken te komen. En door die defensieve houding, waardoor ze zoveel in het dossier noteerde, heeft zij volgens het tuchtcollege niet op ‘indringende wijze’ afspraken afgedwongen. Terwijl de huisarts wel degelijk over desnoods gedwongen opname heeft gesproken. Dat klinkt toch vrij indringend. 

Een hulpverlener moet ingrijpen als de vertegenwoordiger van de patiënt goede zorg in de weg staat. Maar dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan. Dit oordeel komt op ons erg streng over.

Sophie Broersen, arts niet-praktiserend/journalist 

mr. Robinetta de Roode, adviseur gezondheidsrecht

download dit artikel met de ingekorte uitspraak (pdf)

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing d.d. 26 maart 2018 naar aanleiding van de op 4 augustus 2017 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A, wonende te B,

k l a a g s t e r

-tegen-

C, huisarts, werkzaam te B,

bijgestaan door mr. P.H.N. Keuning, verbonden aan SRK-rechtsbijstand te Zoetermeer,

v e r w e e r s t e r

 

1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Dit blijkt uit de volgende:

- het klaagschrift;

- de twee aanvullende klaagschriften met bijlagen;

- het verweerschrift met bijlagen;

- de aanvullende stukken van klaagster d.d. 16 november 2017.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid om te worden gehoord in het kader van het vooronderzoek.

De zaak is behandeld ter openbare zitting van 23 februari 2018. Klaagster en verweerster zijn in persoon verschenen, verweerster bijgestaan door haar gemachtigde.

2. DE FEITEN

Op grond van de stukken (waaronder het huisartsenjournaal) en het verhandelde ter zitting dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan. Het hierna volgende is een samenvatting van het 39 bladzijden tellende huisartsenjournaal en de bijbehorende correspondentie.

De klacht betreft de behandeling van de echtgenoot van klaagster, geboren in 1947 en overleden in 2016, verder patiënt te noemen.

Verweerster voert haar praktijk samen met een collega, de huisarts E. Zij zijn beiden betrokken geweest bij de zorg van patiënt en hebben daarbij ook veelvuldig contact gehad met klaagster. Klaagster was en is nog steeds patiënt in de praktijk. Verweerster was hoofdbehandelaar.

Patiënt heeft in 1998 keelkanker gehad waarvoor hij is behandeld met chemotherapie en bestraling. In de jaren 2011 tot 2014 heeft patiënt herhaaldelijk huidkanker gehad die telkens chirurgisch is behandeld.

Begin 2016 was er in het F in G een recidief carcinoom in de tongbasis en in de sinus piriformis gevonden. Scan en kijkoperatie volgden en daaruit bleek dat er geen curatieve opties meer waren.

In februari 2016 is met verweerster de wens om thuis te sterven besproken. Verweerster heeft uitleg gegeven over palliatieve sedatie en euthanasie.

Patiënt heeft van de pijnpolikliniek in H als pijnbestrijding Gabapentine en Fentanylpleisters gekregen. Het F had Tramadol voorgesteld tegen de pijn, maar de pijnpolikliniek in H heeft de Tramadol afgebouwd. Klaagster was in maart 2016 boos, omdat de pijnmedicatie niet goed werkte. Vanuit H werd aan verweerster gevraagd de medicatie met klaagster te bespreken.

Van 29 maart 2016 tot 20 april 2016 is patiënt 15 keer palliatief bestraald in het I in H. De pijnmedicatie was fentanyl 25 en 12 pleisters, Gabapentine 3 dd 200 mg dexamethason 3 x 0,5 en Tramadol 4 x 50.

Op 15 april 2016 heeft er overleg plaatsgevonden tussen een arts palliatieve zorg van het I en verweerster. Besproken werd dat er behoefte was aan een strak kader en regie voeren.

Op 22 april 2016 heeft klaagster een actuele euthanasieverklaring van patiënt afgegeven in de praktijk van verweerster.

Van 23 april tot en met 30 april 2016 is patiënt opgenomen geweest in het J in K. Hij kreeg een maagsonde en een blaaskatheter. Het inbrengen van de blaaskatheter verliep traumatisch. In de periode hierna trad een persisterend en moeilijk behandelbare delier op de voorgrond. Er werd thuiszorg geregeld voor de sondevoeding en de katheter. 

In mei 2016 was er uitgebreide zorg voor patiënt. Deze zorg werd deels door klaagster en deels door verweerster geïnitieerd. Patiënt had thuiszorg en hij was in behandeling  bij het I in H, bij de F (dermatologie) in G, bij de L in M (voor de katheterproblemen) en het N in O. Van de door klaagster zelf geïnitieerde zorg werd verweerster niet altijd op de hoogte gesteld door klaagster.  

Verweerster en haar collega hebben die maand diverse malen telefonisch contact gehad met klaagster en met andere betrokken zorgverleners over patiënt en diverse visites afgelegd. Verder werd laboratoriumonderzoek gedaan.

Op 2 mei 2016 heeft verweerster een visite afgelegd en de medicatie, de voeding, de verstrekking van incontinentiemateriaal en de opname in het J besproken.

Op 4 mei 2016 heeft de collega van verweerster een visite afgelegd, omdat er nog veel vragen waren. Klaagster heeft toen weer aangegeven dat ze zich niet goed behandeld hebben gevoeld in het J en daar nooit meer naar toe wilden. Klaagster werd voorgehouden dat dit niet kon worden gegarandeerd bij onverwachte gebeurtenissen. Klaagster zou daarom zelf met de uroloog van de L bellen.

Patiënt kreeg thuiszorg. De daarop volgende dagen vonden contacten plaats over de zorg en de voeding. Op verzoek van de verpleegkundige van de thuiszorg heeft verweerster op 9 mei 2016 een visite afgelegd.

Op 3 juni 2016 heeft verweerster overleg gehad met de thuiszorg. In het dossier noteerde zij dat patiënt op dat moment geen thuiszorg nodig had (hij deed alles zelf en had geen katheter meer), dat de thuiszorg zich wilde terugtrekken omdat ze geen psychologen waren en dat klaagster heel boos was.

Patiënt vertoonde in die periode verward en agressief gedrag. Het delier was nog steeds aanwezig. Verweersters collega heeft op 7 juni 2016 een uitgebreid gesprek gehad met klaagster over de complexe zorg voor patiënt en overleg gehad met het palliatieve team in H over het delier. Verweersters collega noteerde dat zij ging kijken wat de mogelijkheden voor een opname waren bij de familie.

Afgesproken werd dat klaagster de zorg meer over zou laten aan de thuiszorg.

Op 9 juni 2016 heeft verweerster tijdens haar spreekuur een spoedvisite afgelegd bij patiënt en hem ingestuurd naar de SEH van het N vanwege blaas- en plasproblemen en het delier. Het advies was contact op te nemen met het I als nadere diagnostiek gewenst was. Patiënt is vervolgens weer naar huis gegaan.

Op 13 juni 2016 heeft verweerster patiënt verwezen naar P voor een medebeoordeling in verband met het vermoeden van een delier of een cognitieve stoornis.

Op 14 juni 2016 heeft klaagster contact opgenomen met de praktijk via de spoedlijn. Verweersters collega heeft vervolgens gebeld met de psychiatrie in Q voor beoordeling van patiënt. Dat kon alleen via de crisisdienst en dat leek geen oplossing. Vervolgens heeft verweersters collega gebeld met de afdeling geriatrie in het I in H. Daar was patiënt welkom op de spoedpolikliniek. Verweerster heeft patiënt ingestuurd met als vraagstelling: “opname in verband met een onhoudbare thuissituatie bij een patiënt met uitgebreide complexe somatische problematiek en complexe psychiatrische problematiek en mogelijk een onderliggend delier”.

Op 17 juni 2016 was patiënt weer thuis. In de ontslagbrief staat bij conclusie: “zeer kwetsbare thuissituatie met grote kans op herhaling crisis en fysiek letsel vanwege gedragsproblemen patiënt en interactie met echtgenote bij afhouden professionele zorg.”

Op 20 juni 2016 noteerde verweerster in het dossier dat afspraken waren gemaakt maar dat klaagster zich er niet aan hield.

Verweerster heeft blijkens het journaal op die dag uitgebreid over de zorg voor patiënt gesproken met klaagster en de thuiszorg. Verweerster noteerde: “Zij wil hem thuis houden en er moet goede zorg geleverd worden. Als er onveilige situaties ontstaan dan moet hij gedwongen worden opgenomen.”

In de daarna volgende periode heeft verweerster overlegd met de geriater en met de palliatief arts van het I en raadpleegde zij buiten het ziekenhuis de specialist ouderenzorg en de psychiater, schakelde zij de crisisdienst en de thuiszorg in.

Opname in een verpleegtehuis wees klaagster af, omdat zij patiënt had beloofd om voor hem te zorgen en hem niet op te laten nemen in een verpleegtehuis.

Begin september 2016 heeft verweerster contact gehad met het universitair medisch centrum in R over opname van patiënt. Opname aldaar was echter niet mogelijk. Zij adviseerden opname in een verpleegtehuis. 

Op 12 september 2016 was duidelijk dat een opname noodzakelijk was. Verweerster heeft contact gehad met verpleegtehuizen in diverse plaatsen. Uiteindelijk is patiënt op initiatief van klaagster die dag opgenomen in een verpleegtehuis in S waar hij een week later is overleden.

3. HET STANDPUNT VAN KLAAGSTER EN DE KLACHT

Klaagster verwijt verweerster -zakelijk weergegeven- dat zij:

- had beloofd dat patiënt geen lijdensweg zou krijgen maar dat hij die wel heeft gehad;

- geen palliatieve zorg heeft verleend tijdens de ziekteperiode van patiënt;

- constant heeft gedreigd patiënt via een rechterlijke machtiging uit huis te laten plaatsen; daar is patiënt de hele ziekteperiode bang van geweest;

- de wensen van patiënt niet heeft gerespecteerd;

- de hele ziekteperiode heeft gezegd dat hij niet terminaal was en geen hulp heeft geboden;

- op 24 juni 2016 geen hulp heeft geboden toen klaagster de spoedlijn had gebeld;

- op 12 september 2016 geen of onvoldoende hulp heeft geboden toen klaagster de spoedlijn had gebeld;

- patiënt niet in een ziekenhuis of een hospice liet opnemen;

- gedreigd heeft patiënt met een rechterlijke machtiging op te halen als hij niet vrijwillig naar een verpleeghuis ging;

- op 12 september 2016 totaal aan de hulpvraag van klaagster voorbij is gegaan, namelijk hulp bij antibiotica;

- een verkeerde diagnose aan het verpleeghuis heeft gegeven, een delier;

- achter klaagsters rug om een verklaring wilde vragen aan de kinderen;

- toen patiënt was overleden, heeft gezegd dat hij niet terminaal was en dat hij nog maanden had kunnen leven.

4. HET STANDPUNT VAN VERWEERSTER

Verweerster stelt zich op het standpunt dat zij niet verwijtbaar heeft gehandeld of verwijtbaar heeft nagelaten te handelen, laat staan dat er sprake is van handelen waarvan verweerster een tuchtrechtelijk verwijt gemaakt kan worden en dat de klacht op alle onderdelen volledig dient te worden afgewezen. Hierna wordt zo nodig meer specifiek op het verweer ingegaan.

5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

5.1

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

Het college gaat bij de beoordeling van de dertien klachtonderdelen uit van de volgende samenvatting: klaagster verwijt verweerster dat zij geen goede palliatieve zorg heeft verleend aan patiënt en dat zij ook tekort is geschoten in de zorg jegens klaagster.

 

5.3

Het college brengt in herinnering dat ingevolge Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek ter zake van de behandeling van patiënten de bepalingen van de overeenkomst inzake geneeskundige behandeling gelden. In het bijzonder wijst het college op de verplichting dat de hulpverlener bij zijn werkzaamheden de zorg van een goed hulpverlener in acht moet nemen en daarbij in overeenstemming moet handelen met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor hulpverleners geldende professionele standaard (art. 7:453 BW). Maar ook geldt de verplichting van de patiënt om de hulpverlener naar beste weten de inlichtingen en de medewerking te geven die deze redelijkerwijs voor het uitvoeren van de overeenkomst behoeft (art. 7:452 BW).

Gegeven de omstandigheden van het onderhavige geval moesten de verplichtingen die voor de hulpverlener uit deze bepalingen jegens patiënt voortvloeien, ook worden nagekomen jegens de echtgenoot, tenzij die nakoming niet verenigbaar is met de zorg van een goed hulpverlener (art. 7:465, lid 3 en 4, BW). De echtgenoot moet daarbij de zorg van een goed vertegenwoordiger betrachten (art. 7:465, lid 5, BW).

 

5.4

Uit dit samenstel van wettelijke bepalingen leidt het college af dat de hulpverlener jegens de patiënt maar ook jegens de echtgenoot aanspraak heeft op inlichtingen en medewerking teneinde tot een verantwoorde behandeling van de patiënt te geraken. Deze aanspraak op inlichtingen en medewerking brengt naar het oordeel van het college mee dat heeft te gelden dat tot de werkzaamheden van de hulpverlener behoort dat hij zich op die aanspraak beroept, opdat hij de vereiste zorg voor patiënt kan waarmaken. Een hulpverlener, zeker de huisarts/hoofdbehandelaar van een patiënt, mag de patiënt en – in dit geval – de echtgenote van de patiënt erop aanspreken als de voor de behandeling vereiste inlichtingen en/of medewerking ontbreken/ontbreekt. Van een huisarts, een professionele hulpverlener, mag en – daarom – moet in dit verband worden verwacht dat hij afspraken probeert te maken met de patiënt en de partner als hij merkt dat inlichtingen en/of medewerking ontbreken. Met andere woorden: de huisarts moet de regie van de behandeling nemen en zich deze niet laten ontglippen. Dit sluit voorts aan bij de inhoud van het Competentieprofiel van de huisarts (LIV/NHG, 24 augustus 2005).

 

5.5

Het voorgaande toegepast op het onderhavige geval betekent dat tot het verlenen van de goede palliatieve zorg aan patiënt behoorde dat verweerster de regie van de behandeling had genomen en dat zij het gesprek met klaagster was aangegaan om na te komen afspraken te maken met patiënt en klaagster. Daaraan heeft het in de handelwijze van verweerster in de periode van februari 2016 tot het overlijden van patiënt ontbroken. Het gaat er daarbij niet om of verweerster vaak genoeg visites heeft afgelegd of al dan niet te vaak specialisten heeft ingeschakeld. Waar het bij verweerster naar het oordeel van het college aan ontbrak is het nemen van haar rol als professional. Uit de notities van verweerster en haar collega in het huisartsenjournaal blijkt dat klaagster kennelijk naar eigen inzicht medicatie aan patiënt kon geven, de dosering van de medicatie kon afbouwen of ophogen, specialisten kon inschakelen, zelfs zonder dat verweerster daarvan wist. Voorts blijkt uit die notities dat klaagster meermalen uiting gaf aan haar boosheid. De van verweerster te verlangen regie over de (dosering van de) door specialisten voorgeschreven medicatie is niet kenbaar uit de verf gekomen. Alle goede bedoelingen van klaagster – en ook verweerster – ten spijt om patiënt thuis te (laten) verzorgen, was de verhouding van klaagster met de thuiszorg volgens diezelfde notities niet bevorderlijk voor de behandeling van patiënt. Toen bij patiënt een delier op de voorgrond trad met alle ook voor klaagster nare gevolgen van dien, was het de taak van verweerster om patiënt en klaagster op indringende wijze duidelijk te maken dat – anders dan voorheen – verzorging thuis op enig moment niet meer mogelijk zou zijn en dat plaatsing in een verpleeghuis noodzakelijk zou kunnen worden. Dit was ook het advies van de geconsulteerde specialisten. Verweerster heeft verzuimd hierover op constructieve wijze het gesprek aan te gaan en afspraken te maken met patiënt en klaagster en zij heeft kennelijk niet, althans niet voldoende, helder onder de aandacht weten te brengen, wat er kan gebeuren als de situatie voor patiënt en/of klaagster te gevaarlijk zou worden. Het is niet zo dat verweerster in genoemde periode patiënt en klaagster niet voldoende heeft gesproken maar dat het juiste onderwerp: door opkomst van het delier zijn aangepaste, andere afspraken nodig, niet (voldoende) aan bod is gekomen. Verweerster was niet in staat om in het bijzonder tot klaagster door te dringen en medewerking te verkrijgen aan aangepast, gewijzigd behandelbeleid. Dat mocht en moest echter wel worden verlangd van verweerster.

 

5.6

Ter zitting heeft het college verweerster gevraagd naar haar indrukken van de behandeling van patiënt en de omgang met klaagster. In dat kader is verweerster voorgehouden dat de lengte van de “S” (subjectief) regel in het huisartsenjournaal opvallend uitgebreid is gevuld. Verweerster heeft geantwoord dat zij en haar collega voorafgaand aan februari 2016 hebben afgesproken om zoveel mogelijk (onder “S”) te noteren. Zij hebben dit gedaan, omdat zij toen al verwachtten dat er problemen zouden komen gelet op hun ervaringen met patiënt en klaagster. Het college constateert dat verweerster van aanvang af bewust een defensieve handelwijze heeft gekozen. Dat verklaart mogelijk waarom verweerster niet op indringende wijze het maken van afspraken heeft “afgedwongen”. Dat had verweerster in dit geval wel gemogen en als professional ook moeten doen. Juist omdat zij al problemen verwachtte had zij bijtijds het gesprek aan moeten gaan en afspraken aan de orde moeten stellen. Het college realiseert zich terdege dat het voor kan komen dat, ondanks adequate inspanningen van de hulpverlener, het niet mogelijk is om tot werkbare afspraken te komen met de patiënt en/of de naaste betrekkingen. In het onderhavige geval is het college echter van oordeel dat het aan adequate inspanningen van verweerster daartoe heeft ontbroken.

 

5.7

Resumerend is het college van oordeel dat verweerster door haar hiervoor beschreven handelwijze tekort is geschoten in de huisartsgeneeskundige zorg voor patiënt en klaagster. Verweerster heeft weliswaar zeer veel zorg verleend en dat siert haar maar zij is bij haar beroepsmatig handelen niet gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. Zij had als professional de regie moeten nemen. De klacht als samengevat in 5.2 is dan ook gegrond. Het college volstaat met het opleggen van de maatregel van waarschuwing. Om redenen, aan het algemeen belang ontleend, zal deze beslissing worden gepubliceerd.

6. DE BESLISSING

Het college:

-     verklaart de klacht als samengevat in 5.2 gegrond;

-     legt verweerster de maatregel van waarschuwing op;

-     bepaalt dat deze beslissing nadat deze onherroepelijk is geworden in geanonimiseerde vorm in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften ‘Tijdschrift voor Gezondheidsrecht’, ‘Gezondheidszorg Jurisprudentie’, alsmede ‘Medisch Contact’.

Aldus gedaan door mr. W.J.B. Cornelissen, voorzitter, mr. E.W. de Groot, lid-jurist, dr. A.P.E. Sachs, J.M. Komen en R.O. Rischen, leden-arts, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 26 maart 2018 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.

 

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Ad Bruggers

    huisarts, Groningen

    Wat bijzonder ook dat het tuchtcollege in paragraaf 5.1 aankondigt op welke wijze men zal beoordelen en vervolgens precies het tegenovergestelde doet. Het college is kennelijk ook besmet geraakt met een grenzeloos geloof in de maakbaarheid van de wer...eld. Gelukkig is er veel steun voor de collega en om die reden toch ook nog maar even deze reactie.

  • Bart van Herk

    Huisarts, IJsselmuiden

    We worden hier wel aan de heidenen overgeleverd. Niemand van mijn collega's die ik ken had dit beter gedaan. Een schandelijke uitspraak, en een angstaanjagend precedent.

  • J.Ivens

    Specialist ouderengeneeskunde, Waalwijk

    Met ongeloof en frustratie dit artikel gelezen.
    Ik ken in mijn omgeving geen enkele collega die dit beter had opgepakt. Wat leren we hiervan?
    Het college laat zich zien dat willekeur in de beoordeling besloten zit door de uitspraak
    "Het colleg...e constateert dat verweerster van aanvang af bewust een defensieve handelwijze heeft gekozen. Dat verklaart mogelijk waarom verweerster niet op indringende wijze het maken van afspraken heeft “afgedwongen”." Ik krijg stellig de indruk dat indien deze huisarts weinig had opgeschreven dit als 'bewijs' door het college aangevoerd zou worden voor gebrek aan betrokkenheid.
    Een bizarre paradoxale constatering is ook dat wij als SO in het verpleeghuis de regie moeten overlaten aan de cliënt, omdat we de autonomie als heilig zien. Autonomie is het recht om de verkeerde keuzes te mogen maken. Moeten huisartsen nu ook wekelijks de regie gaan nemen bij alle obese, rokende en te weinig bewegende cliënten?
    Eens met collega Frentzen dat KNMG hier een standpunt in moet nemen, veel collega's voelen zich blijkens de reacties vogelvrij verklaard.
    Ik wens de huisarts het allerbeste toe, veel steun en geloof behouden in eigen vakmanschap.

  • Jooske Bonda

    Huisarts, Den Haag

    Het doet me denken aan een citaat uit 'De kracht van kwetsbaarheid' van Brené Brown, een citaat van Theodore Roosevelt, 1910: 'het is niet de criticus die telt. Niet degene die ons erop wijst waarom de sterke man struikelt, of wat de man van de daad ...beter had kunnen doen. De eer komt toe aan de man die daadwerkelijk in de arena staat, zijn gezicht besmeurd met stof, zweet en bloed; die zich kranig weert; die fouten maakt en keer op keer tekort schiet, omdat dat nu eenmaal onvermijdelijk is; die desondanks toch probeert iets te bereiken; die groot enthousiasme en grote toewijding kent; die zich helemaal geeft voor de goede zaak; die, als het meezit, uiteindelijk de triomf van een grootse verrichting proeft, en die, als het tegenzit en als hij faalt, in elk geval grote moed heeft getoond.' Hoe anders zou het zijn als er niet vanuit een attitude van wantrouwen, controleren, oordelen en straffen gekeken zou worden naar hulpverleners. Wat immers alleen maar angst en defensief handelen creëert en geen recht doet aan de inzet. Als er vanuit een erkennende houding gekeken zou worden. Hoe komen we daar?

  • Lize Straathof

    Huisarts , Den Haag

    Alweer een casus waarvan ik denk, dit had mij net zo goed kunnen overkomen. Je moet maar net pech hebben dat je voor de tuchtrechter wordt gesleept.

    Iedereen kent casus in zijn of haar praktijk waarbij je de klacht voelt aankomen. Door de complexi...teit van het ziektebeeld, de "moeilijke" familie(relaties) en je eigen gevoel van onbehagen hierbij. Want naast huisarts zijn wij ook mens. Dat je in een dergelijke situatie bewust of onbewust defensiever te werk gaat is normaal. We weten immers (ik gelukkig alleen nog van verhalen) wat een tuchtzaak met je doet. Dat onze collega in deze casus nattigheid voelde en (mede) daarom zo uitgebreid mogelijk haar overwegingen heeft beschreven in de S-regel is daarom volledig invoelbaar en herkenbaar. Dat je juist hierop gepakt wordt in een zeer complexe situatie waarin je gepoogd hebt de beste zorg te leveren is bizar. Het college moet zich diep schamen.

    Ik hoop ten zeerste dat de tuchtprocedure zodanig verandert dat de casus waarvan menig huisarts denkt, "dat had mij net zo goed kunnen overkomen", niet meer voorkomen en wij met een gerust hart ons beroep kunnen uitoefenen zonder defensief te werk te hoeven gaan. Dat er nog steeds fouten onder de aandacht worden gebracht waaruit een leerpunten voortvloeit lijkt me geen probleem. Laten we het daarbij laten aub.

    Collega, sterkte! Ik hoop dat je jezelf kunt zien als de pechvogel die toevallig de tuchtzaak aan de broek heeft en niet degene die iets fout heeft gedaan. Het had ons allemaal kunnen overkomen.

  • Feike Gerbrandy

    Oogarts, Amsterdam

    Een specialist kan bij een moeilijk geval zeggen dat het buiten zijn straatje ligt en vervolgens naar de academie verwijzen.
    De huisarts krijgt alle problemen op zijn/bordje en wordt geacht alles maar op te kunnen lossen. Als dit de uitkomst is van... een de extreme inspanningen van een huisarts kan je erop wachten dat huisartsen vaker zullen zeggen dat de zorg te complex is voor de huisarts. Ik weet alleen niet of een huisarts dat mag zeggen. In ieder geval is het heel erg bedroevend dat deze huisarts een veeg uit de pan krijgt terwijl ze eigenlijk alle lof zou moeten krijgen.

  • Andreia Hazewinkel

    Psychiater, Leiden

    Ik zit me al dagen op te vreten over deze uitspraak. Niet alleen is het zeer kwetsend voor de desbetreffende collega, het schept ook een angstaanjagend precedent.
    Kennelijk behoort het tot de basiscompetenties van dokters om mensen te dwingen hun a...dviezen op te volgen en zich te laten 'regiseren', als men dat maar doordringend genoeg aanpakt.

    Niet alleen is het niet haalbaar. Het ljkt me ook zeer ongewenst.
    In Nederland hebben we groot respect voor de autonomie van de patient. Diens eigen opvattingen, diens eigen keuzes. En ja, soms zijn we het hartgrondig oneens met die keuzes en zou er, in onze ogen, een hoop lijden bespaard blijven als 'ze maar deden wat we zeiden'.
    HIer is de wet duidelijk over. Pas als er sprake is van zeer ernstig te verwachten nadeel mogen we dwingen. Dat heeft deze collega steeds afgewogen, en steeds viel die afweging uit in het voordeel van de autonomie.

    Gelukkig. Ik vertrouw erop dat ik, als ik ooit zelf patient zou zijn, ook mijn eigen, soms onverstandige, keuzes mag blijven maken.

    En ik mag hopen dat ik in een vergelijkbare situatie zo doortastend, conscentieus en empatisch zou kunnen handelen als deze collega.

  • Ghita de Jongh

    plastisch chirurg, niet praktiserend, 's-Gravenhage

    Eén woord voor het betreffende RTC: waanzin.

    Ik hoop dat de betreffende collega zich gesteund voelt door deze unanieme (!) reeks van steunbetuigingen. Hoe moeilijk ook, twijfel niet aan je inzet en jezelf.

  • Hay Winters

    Plastisch chirurg, Amsterdam


    De uitspraak van dit tuchtcollege suggereert dat de perfecte, maakbare (zorg)wereld bestaat en geeft voeding aan het idee dat de samenleving dit ook mag eisen van ons, onnozele hulpverleners, ongeacht de manier waarop er met ons wordt omgegaan. Ach..., alles is al gezegd, dus ik zal me beperken tot het moreel steunen van deze collega en alle anderen die in vergelijkbare situaties zitten.

  • b kooistra

    specialist ouderengeneeskunde, ALMERE Nederland

    Wij leren onze AIOS dat je er geen macht over hebt of er een tuchtzaak tegen je wordt aangespannen, dat mensen dat nu eenmaal zelf beslissen. Een open deur? Veel dokters leven nu eenmaal met de gedachte dat je door je goed aan de richtlijnen te houde...n en goed te communiceren en dossier te voeren daaraan kunt ontsnappen. Als er dan toch geklaagd wordt knaagt dat aan je: wat had ik dan beter kunnen doen? Tja dat weet je meestal zelf wel en redelijke tuchtzaken kunnen best bijdragen aan verbetering. In deze casus lijkt de redelijkheid echter volkomen zoek. Wij gaan onze AIOS nu ook vertellen dat er helaas ook Kafkaëske uitspraken voorkomen. Ook al geen macht over. Loslaten dan maar nietwaar. En gewoon voor je patiënt en je eigen beroepsopvatting blijven staan en blijven gaan. Collega, veel sterkte.

  • A.Vellinga

    huisarts, Zwolle

    Wat een ongelofelijke en onbegrijpelijke uitspraak van het tuchtcollege.
    Met angst zie ik de toekomst voor onze beroepsgroep tegemoet als dergelijke casuïstiek leidt tot een waarschuwing. Dit is een casus waarvan elke huisarts een voorbeeld heeft, w...e maken dit allemaal mee. En we gaan het steeds meer meemaken.
    Teveel opschrijven in de S-regel? Dat wordt er tijdens de opleiding ingehamerd; schrijf alles op! Hoe kan het teveel zijn?

    Ik wens mijn collega kracht toe om dit proces achter zich te laten en ik hoop dat zij in zichzelf blijft geloven en kan blijven zien dat we een prachtig vak hebben.

    Ik hoop dat de LHV de moed heeft om hier actie op te ondernemen om dit tuchtcollege te laten zien dat zij hierin echt de plank hebben misgeslagen. Dat wij (huis)artsen geen aangeschoten wild zijn en dat wij ons niet in een hoekje willen laten trappen, terwijl we ons stinkende best doen. Menig vakbond had al op de barricade gestaan inmiddels.

  • Sandra Tak en Ilja Mooij

    Huisarts, Marken

    Beste collega, deze uitspraak doet veel pijn. Wij allen, zorgverleners in complexe situaties, doen wat we kunnen. Ongelofelijk dat dit zo veroordeeld wordt. We hopen dat je ondanks deze nare zaak de kracht hebt om door te gaan met ons prachtige vak v...an huisarts.

  • A. van Strien-van Merkestein

    specialist ouderengeneeskunde , Zoetermeer

    Ook vanuit de beroepsgroep specialisten ouderengeneeskunde wil ik deze collega een hart onder de riem steken. Dit soort casussen is ons ook bekend. Een steunsysteem wat de zware last maar nauwelijks kan dragen en een onvoorwaardelijk geloof heeft in ...de maakbaarheid van het leven.
    Als daar dan een tuchtcollege bijkomt die het contact met de dagelijkse praktijk is verloren is er sprake van een rampen combinatie.
    Heel veel sterkte gewenst voor de betreffende collega, zij heeft naar beste weten en kunnen haar werk gedaan.

  • T. Wagemakers

    Huisarts, Amsterdam

    Na het lezen van deze uitspraak van het tuchtcollege rest alleen ongeloof en frustratie. Sterkte voor de betreffende huisarts.

  • Dolf Algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, Rotterdam

    De beste stuurlui staan aan wal. Dat is de gedachte die bij mij opkomt bij het lezen van deze uitspraak van het tuchtcollege. Tenenkrommend. Pijnlijk. Maar ook beschamend.

    Naar mijn idee matigt het tuchtcollege zichzelf 'goddelijke ' kwaliteite...n aan - door te durven beweren dat de beroepsnorm - zoals beschreven in 5.1 - is overschreden.

    Wat zich hierbij bijzonder wreekt is dat het tuchtcollege zo 'vrij' is geweest de 13 klachten van klaagster onder één noemer (5.2) samen te ballen. Wel zo gemakkelijk natuurlijk. Maar ook zeer dubieus. En kwestieus. Waarschijnlijk ook niet juridisch houdbaar. Maar naar ik begreep gaat de aangeklaagde huisarts niet in beroep. Begrijpelijk, maar wel erg jammer

    Wat te doen als zo meteen er een klager komt die klacht 1 - ..had beloofd dat patiënt geen lijdensweg zou krijgen maar dat hij die wel heeft gehad - van klaagster als enigste klacht indient ?

    Want hoe moet dit nu verder ? Dus wat te doen als tuchtcollege het niet bij het rechte eind heeft en black box blijkt te zijn ?

    Het is tijd voor grondige heroriëntatie van het tuchtrecht, want de dokter is bij dit tuchtrechter slechter af dan een gewone burger.

    Passend in dit kader: een tweetal overdenkingen/blogs die ik eerder aan het papier toe vertrouwde

    1. Het tuchtcollege, de beroepsnorm en je collega beroepsgenoten : één grote black box.

    https://www.medischcontact.nl/opinie/blogs-columns/blog/het-tuchtcollege-de-beroepsnorm-en-je-collega-beroepsgenoten-een-grote-blackbox.htm

    2. Stel het tuchtcollege heeft het niet goed ?
    https://www.medischcontact.nl/opinie/blogs-columns/blog/stel-het-tuchtcollege-heeft-het-niet-goed....htm

    O ja

  • Annemiek Dekkers

    huisarts, Renkum

    Elke huisarts heeft echtparen zoals boven genoemd in zijn/haar praktijk.
    Mensen die denken dat zij de enigen zijn met een ernstige ziekte in deze wereld
    Mensen die denken dat het leven maakbaar is, en elke ziekte altijd beter gemaakt
    moet kunnen... worden.elke lijdensweg bespaard moet kunnen worden, en dat
    zelfs het dood gaan volgens eigen wensen in een eigen omgeving zonder pijn angst en
    zorgen mogelijk moet zijn. Helaas.

    En als dat niet gaat is iedereen machteloos, patiënt, partners , (huis)artsen, zorginstellingen en nu ook het tuchtcollege

    Vooral dat laatste is erg jammer.

    Misschien kan er nog eens mediation aangeboden worden dat had al voor de tuchtzaak moeten gebeuren. Met als leermoment dat we machteloos kunnen zijn tegen over
    een wreed ziekte verloop, verdrietig en vooral boos. Maar dat iedereen zijn best heeft
    gedaan naar beste kunnen. Maar sommige dingen laten zich nu eenmaal slecht regisseren .

    En verder wens ik iedereen maar weer veel sterkte vooral mijn collega s.
    En ook het college , het wetboek toepassen met empathie is ook een kunst denk ik .

  • Rob van Valderen - Antonissen

    Huisarts, Tilburg

    En overigens ben ik van mening dat het tuchtrecht (in zijn huidige vorm) vernietigd moet worden...

  • Rob van Valderen - Antonissen

    Huisarts, Tilburg

    Beste collega,
    Iedere inhoudelijk reactie op deze schandvlek van een uitspraak is te veel. Alles wat je er redelijkerwijs op kan zeggen is al gezegd. Ik reageer omdat ik uit ervaring weet hoe belangrijk steunende reacties van collega’s zijn. Deze ca...sus toont voor mij maar weer eens aan wat een willekeur er is in de uitspraken van de tuchtcolleges en door wat een oog van de naald ik zelf gekropen ben.

  • Mirjam Knies

    Huisarts, Hooglanderveen

    Beste Collega,
    Respect en steun van mijn kant. Ik hoop dat een aantal personen de bevlogen reacties op hun (broddel)werk met schaamrood op de kaken zullen lezen. En laat ze dapper genoeg zijn om hun reactie te geven!

  • Mark Busscher

    Huisarts, Geesteren

    Mijn hart sloeg even over na het lezen (en herlezen) van de beschreven gebeurtenissen en uitspraak. Op dit moment zijn mijn collega en ik druk betrokken bij een casus welke vele overeenkomsten heeft met de casus in deze tuchtzaak. Ook wij voelden een... jaar geleden aan dat het "lastig" zou worden toen patiënte overstapte van haar vorige huisarts naar ons en ondertussen de vierde thuiszorgorganisatie heeft. Mijn maat en ik besloten toen weloverwogen om alles goed te noteren in het dossier. Ook onze assistentes werden zo geïnstrueerd gezien de vele telefoontjes.
    Wij besloten hiertoe omdat we duidelijkheid, continuïteit en weloverwogen medische afwegingen belangrijk vinden. Volgens mij normaal medisch competent en professioneel handelen.
    De casus sleept voort. We proberen er het beste van te maken. Ondertussen wordt bij ons het volledig medisch dossier opgevraagd door patiënte. Je voelt aan alles: "misschien staan we binnenkort ook voor het hekje". Ik houd mijn hart vast. Niet omdat ik twijfel aan onze inzet en goede bedoelingen, niet over onze dossiervoering (na het lezen van deze zaak toch wel een beetje), maar wel omdat ook wij vallen onder het RTC Zwolle...

    Begrijpelijk dat onze collega's niet in hoger beroep zijn gegaan. Begrijpelijk dat ze uitgeblust zijn na het verlenen van deze zorg, de aanloop naar het RTC en bovenal na deze mind blowing uitspraak. Veel sterkte gewenst en laat dit jullie niet definiëren als arts en al helemaal niet als persoon.
    Je zou bijna wensen dat wij als beroepsgroep collectief kunnen organiseren dat een hoger beroep door een (huis)artsenorganisatie kan worden gedragen, als dat een individuele huisarts niet meer lukt. Dat kan nu niet, echter wetten kunnen herschreven worden, regels kunnen veranderen!

  • Frits B. Kaufmann

    Huisarts n.p. Voormalig lid beroepsgenoot RTC Groningen, Drachten

    In feite zijn alle ter zake doende argumenten, waarom dit een arrogante uitspraak is waarmee het college zich volledig buiten de realiteit plaatst al genoemd. Nog een enkele aanvulling. Er wordt pas tot publicatie overgegaan als de termijn om in bero...ep te gaan is verstreken. Helaas, maar begrijpelijk heeft deze collega, na deze ervaring, die beker aan zich voorbij laten gaan. Het vooronderzoek is mede bedoeld om partijen in een mediation- achtingen setting tot elkaar te laten komen om daarmee een een zitting te voorkomen. Deze zaak lijkt daar, gezien de aard van de klachten uitermate voor geschikt. Het RTC Zwolle heeft hier naargelaten nadrukkelijker de regie te nemen.
    Binnen het RTC Groningen hebben wij indertijd afgesproken om binnen 1 jaar na het neerleggen van de medische professie uit het Tuchtcollege te treden. Dit om een situatie als deze: “ de beste stuurlui staan aan wal” te voorkomen.
    Ik zou alle tuchtcolleges willen adviseren zich hier nog eens op te bezinnen.
    Verweerster wens ik toe dat zij blijft geloven in haar competenties.

  • GJ Bonte

    Neuroloog, Dalfsen

    Mijn respect voor het tuchtcollege is tot een minimum gedaald en deze uitspraak bevestigt het niveau van deze vorm van rechtspraak nog maar eens.

    Maar geachte leden van het tuchtrecht: Als er zoveel collega's zijn die uw uitspraken als absurd, ges...peend van iedere realiteitszin en zonder enige meerwaarde voor het verbeteren van de huisartsenzorg beoordelen, baart u dat helemaal geen zorgen? En dat terwijl uw beroepsgroep over het algemeen niet zo heel snel protesteert?

  • Maarten Vasbinder

    médico familiar y comunitario, Ubon Ratchthani

    Dit schreef ik op 28 november j.l.
    "Wachttijden in de gezondheidszorg zijn absurd en leiden tot ondeugdelijke zorg.
    Laat de tuchtraad artsen gaan straffen voor deze wachttijden. Dan komen ze vanzelf in opstand tegen het volledig inadequate systeem....
    De tijd van keuvelen met de overheid c.s. is voorbij."

    Kennelijk heeft de tuchtraad het advies opgepakt en is, met deze van elke reden en redelijkheid gespeende uitspraak, begonnen met het in opstand brengen van de artsen, zoals het een ware beschermheer van de volksgezondheid betaamd. Ga zo door, zou ik zeggen.
    Samen met de tuchtraad op de barricades. Ik zie het al voor me.

  • Carolien van Leeuwen

    Huisarts, Emmen

    Wat een krankzinnige toestand en wat een krankzinnige uitspraak. Afweren van hulp, zaken doen met meerdere ziekenhuizen, moeten leuren voor een plek voor palliatieve zorg. Een alledaags complex geheel helaas. Ook ik zorg samen met mijn collega voor p...alliatieve patiënten in onze praktijk. Wij schrijven ALTIJD heel uitgebreide journaalregels. Omdat we het professioneel vinden om goed aan elkaar over te dragen. Niks mis mee. Er is wel heel veel mis met deze tuchtzaak, die dus opnieuw beoordeeld moet worden. En dan graag met wat adviseurs die de dagelijkse praktijk in de eerste lijn goed kennen en weten hoe moeilijk en complex dat kan zijn. Collega, sterkte!

  • Bram ter Keurst

    huisarts & kaderarts palliatieve zorg, Eindhoven

    Kafka in huisartsenland.

    Deze zeer bizarre uitspraak zou kunnen passen in een horrorverhaal van de hand van Kafka. De betrokken collega wens ik ontzettend veel sterkte en steun toe.

    Waar de betrokken collega door goede en uitgebreide communica...tie poogt het proces of worsteling met het zorgverlening aan de patiënt te documenteren en af te stemmen met een veelheid aan collega’s in ziekenhuis en thuissituatie, berispt dit college met “beroepsgenoten?” haar hiervoor.
    En het college eist dat ze meer regie voert over een proces waarin klaagster een grote stoorfunctie lijkt te hebben gehad. Hoe ze dat zou moeten doen anders dan het uitleggen dat op enig moment een RM de ultieme consequentie kan zijn, wordt niet duidelijk.
    En als ze bij deze, naar het lijkt onveranderbaar, eigengereide partner duidelijk gemaakt heeft dat een gevaarlijke situatie zou kunnen leiden tot een opname in een verpleeghuis met een rechterlijke machtiging, hetgeen klaagster haar vervolgens verwijt, dan nog stelt het college dat ze onvoldoende helder heeft gemaakt aan klaagster en patiënt welke gevolgen e.e.a. zou kunnen hebben.
    De openbaarmaking van dit oordeel (in het algemeen belang?) dient in mijn ogen slechts tot lering en waarschuwing voor onze beroepsgroep dat goede beoordeling door het tuchtcollege geen vanzelfsprekende zaak is.
    Het vraagt om herziening en bezinning op de tuchtrechtspraak.

  • Mischa THIELE

    Huisarts, Zalk

    Uitgangspunt van het tuchtcollege is dat een zorgverlener zich toetsbaar opstelt.
    Als deze collega huisarts, omdat zij aanvoelt dat er problemen gaan komen bij de begeleiding van deze patient, zoveel mogelijk feiten vastgelegd, maakt het college ee...n bijzondere afweging.
    Bij het toetsbaar opstellen komt het blijkbaar heel nauw in het aantal gebruikte tekens in de S-regel. Er zal in het tuchtrecht een nauwkeurig afgemeten grens van het aantal woorden zijn wat aan een patient mag worden besteed, alvorens als defensief te worden betiteld.
    Ik kan er helaas in het competentie profiel van de LIV/NHG uit 24 augustus 2005 of welke standaard dan ook maar iets over vinden.
    Het zou het tuchtcollege sieren om een aanvullende verklaring te geven over deze grens of anders andere argumenten te gebruiken om haar oordeel te onderbouwen.

  • Eduard Veldhuis

    Ongevalschirurg niet praktiserend, Groningen

    Onder 5.6 schrijft het college:
    " Zij hebben dit gedaan, omdat zij toen al verwachtten dat er problemen zouden komen gelet op hun ervaringen met patiënt en klaagster. Het college constateert dat verweerster van aanvang af bewust een defensieve hand...elwijze heeft gekozen. "

    De constatering dat deze handelwijze een defensieve is, wordt niet onderbouwd. Die handelwijze zou ook zorgvuldig kunnen worden genoemd.

  • Bowine Michel

    Revalidatiearts, Amsterdam

    Wat een merkwaardige uitspraak. Blijkbaar kun je een waarschuwing krijgen als je te veel onder de S noteert. Lijkt mij voor huisartsen wenselijk dat het tuchtcollege bekend maakt wat de maximum inhoud van de S mag zijn. Geldt dit ook voor onderdelen ...van de status van de specialist? Verzoek mij daarvan dan op de hoogte te brengen.
    Ook ben je als huisarts blijkbaar verantwoordelijk voor het op eigen initiatief veranderen van medicatie en consulteren van specialisten. Graag dan ook een aanwijzing hoe een huisarts dat zou moeten doen.
    Blijkbaar zijn huisartsen supermensen met supermenskrachten die van een afstand - rekening houdend met de privacy regels - de daadwerkelijk ingenomen medicatie moeten controleren. Wow.
    En dan wordt ook nog eens niet ingegaan op de klachten van klaagster.
    Vraag mij af of het Tuchtcollege in deze haar werk wel zorgvuldig heeft gedaan. Krijg het gevoel dat bij deze uitspraak wel erg veel onder de S staat en dat er wel erg weinig regie is gevoerd over het juridisch proces.. Veel sterkte en waardering voor de huisarts die in deze moeilijke situatie contact heeft weten te houden en bij de veelheid van betrokken hulpverleners nog enigszins de koers heeft weten te bepalen.

  • Petra Allis

    Verzekeringsarts, Rotterdam

    Ik begrijp niets van deze uitspraak. Ik lees dat de huisarts aan alle kanten geprobeerd heeft de regie te pakken, maar dat klaagster dat traineerde. Hoe had de huisarts kunnen voorkomen dat klaagster andere specialisten raadpleegde of medicatie eigen...handig aanpaste? Hoeveel meer indringend had zij onder de aandacht moeten brengen dat een verpleeghuisopname toch nodig leek, nu het al volkomen duidelijk was dat dit zeker wél besproken is? Klaagster spreekt immers van dreigen met gedwongen opname, dat lijkt me behoorlijk indringend besproken dus.
    Het enkele feit dat ze ook nog zorgvuldig zoveel mogelijk genoteerd heeft in het dossier, wordt nu uitgelegd als defensief handelen, terwijl tegelijkertijd het dossier ook duidelijk laat zien dat zij meer dan genoeg pogingen deed om de regie te voeren.
    Er is voorts eigenlijk helemaal niet ingegaan op de grieven die klaagster had. Het tuchtcollege heeft zelf een nieuwe klacht bedacht, en daarvoor een waarschuwing uitgedeeld. Maar over de klachten van klaagster wordt niet tot nauwelijks uitspraak gedaan. Misschien kunnen ze daar alsnog wat over zeggen, zodat duidelijk wordt dat klaagsters grieven nergens op slaan?

    Ik wens de huisarts heel veel sterkte bij het verwerken van deze ongetwijfeld zeer traumatische ervaring, wil haar complimenteren met de vasthoudendheid waarmee zij geprobeerd heeft zo goed mogelijk voor de patiënt te zorgen, en sluit mij aan bij de oproep, om zoveel mogelijk steunbetuigingen hier te plaatsen.

  • HF Schalkwijk

    Huisarts, Kollumerzwaag

    Pff. Waar leven die leden van het tuchtcollege? Hier zou ik acuut burn out van raken en gezien mijn leeftijd definitief arbeidsongeschikt. Graag zo spoedig mogelijk hervormen die hap.

  • E.B. van Veen

    huisarts, Kampen

    Ik sluit mij geheel aan bij mijn collega Mathijs van Doorn. Deze uitspraak demotiveert mij als huisarts. Als het mij was overkomen, en die kans is er omdat ik niet inzie wat hier valt te 'tuchtigen', was ik niet meer in staat geweest mijn werk goed t...e doen. Was ik gestopt als huisarts. Het kan en mag nooit de bedoeling zijn van het 'tuchtrecht'. Ik hoop ook dat het tuchtrecht veranderd gaat worden. Ik hoop dat de KNMG hier -met spoed- werk van maakt. Ik vond het verhaal van de (kinderen)orthopeed recent ook ontluisterend. Het tuchtrecht demotiveert betrokken, hardwerkende artsen!

  • Hans Bet

    Huisarts, Lisse

    Verwrongen relaties kom je als arts in de levenseindezorg vaak tegen. Ze zijn van alle tijden en er zijn bibliotheken over vol geschreven. Een ervaren dokter kent menig voorbeeld. Natuurlijk probeer je als huisarts de neuzen een kant op te krijgen.... Dat heeft de huisarts in deze uitspraak ook gedaan. Het idee van het tuchtcollege dat dit afdwingbaar is , is absurd. Het verhoudt zich niet met de menselijke natuur. Het tuchtcollege heeft een wereldvreemd maakbaarheidsideaal.

  • Mathijs van Dooren

    Huisarts, Veldhoven

    Uit het aantal reacties en de emoties die daarin doorklinken mag geconcludeerd worden dat deze uitspraak heel ver van de dokters op de werkvloer af staat. Ik hoop dat nog veel meer collega's de moeite willen nemen hier een (kleine) reactie en steunbe...tuiging te plaatsen. Dit verdient een soort #metoo beweging.
    Het college moet begrijpen wat deze uitspraak voor verstrekkende gevolgen heeft. Primair natuurlijk voor de huisarts die de maatregel opgelegd krijgt. Maar secundair voor de hele beroepsgroep. Veel collega's raken hierdoor gedemotiveerd, schieten nog meer in de defensie en zoals ik lees, overwegen zelfs te stoppen. De kosten van de zorg vliegen hiermee omhoog.
    Het tuchtsysteem verdedigd zich zo vaak met de woorden dat we hun uitspraken niet moeten zien als een straf, maar als een kans om iets te leren. Ammehoela! Wat valt hier door ieder van ons uit te leren? Het college verliest (opnieuw) ieder aanzien, ontvangt hoon en minachting. Maar zie dat niet als straf, college-leden, maar als leermoment. Doe er je voordeel mee!
    Ik hoop van harte dat de collega ergens de kracht vandaan haalt in hoger beroep te gaan. De hele beroepsgroep kan zich gesteund voelen door een andere uitspraak, of op zijn minst meer duidelijkheid. Zo ongeveer alle reacties voor mij beginnen met "onbegrijpelijk". Collega, weet u gesteund!

  • Vincent Muller

    Huisarts, kaderhuisarts supervisor en bestuurslid Stichting van Klacht naar Kracht, www.vanklachtnaarkracht.org, Voorschoten

    Onbegrijpelijke uitspraak ten aanzien van defensieve ‘s’ regel en ontbreken van regie. Juridische onderbouwing ontbreekt.
    Ik wens de collega’s, hun professionele netwerk en hun gezinnen veel Peer support, bloemen en sterkte toe. Ik zta volledig acht...er jullie!

  • JH Leenders

    huisarts, Leeuwarden

    Dat deze 3 " collega-huisartsen" dit hebben laten passeren is in één woord samen te vatten : een GOTSPE. Dus de rode kaart voor dit trio.

  • JH Leenders

    huisarts, Leeuwarden

    Dat deze 3 " collega-huisartsen" dit hebben laten passeren is in één woord samen te vatten : een GOTSPE. Dus de rode kaart voor dit trio.

  • M.E. Hartel

    Huisarts, Delft

    Ik lees het nog maar eens, voor de zoveelste keer:

    "niet op indringende wijze het maken van afspraken heeft “afgedwongen”"

    In welke werkelijkheid leeft dit college???





  • F.M.Schrijer

    Huisarts, Leiden

    Een onverteerbare uitspraak. Letterlijk een vogelvrij verklaring voor de huisarts.

    Wens de betreffende huisarts veel sterkte. Weet dat collega's u wel begrijpen.

  • Karlijn klein Breteler

    Huisarts, Mill

    De klaagster vertoont wangedrag en de huisarts krijgt de schuld. Zo wordt ons werk lastig als je niet meer in redelijkheid wordt gesteund.

  • E.B. van Veen

    huisarts, Kampen

    De uitspraak is onbegrijpelijk en maakt me onzeker. Ik wens de collega veel sterkte en hoop dat de LHV zich in deze kwestie mengt.

  • Eddy Reynders

    huisarts gepensioneerd, Amsterdam

    Natuurlijk moet er, als het gecompliceerd is aan het ziekbed, een regisseur zijn afgesproken, net als de hoofdbehandelaar in het ziekenhuis.
    Het is niet vanzelfsprekend dat de huisarts dat moet doen. Maar ook, als je dat wilt doen, krijg je de regi...e niet altijd.
    Om een huisarts daarvoor te veroordelen moet het tuchtcollege beschrijven hoe ze dit heeft onderzocht, dat zie ik niet in deze uitspraak. Dat is jammer want nu weet ik niet of de huisarts de regie niet wilde nemen of dat anderen haar dat beletten.
    Maar er is nog iets anders, misschien moeten huisartsen (en tuchtcolleges) erkennen dat de begeleiding soms zo moeilijk is dat deze niet in te passen is in de dagelijkse praktijkvoering. Dit lijkt zo'n situatie.
    Wat had de huisarts dan moeten doen? De begeleiding weigeren? Ik vind dat iemand die er het beste van probeert te maken, onze steun verdient, en begrip van het tuchtcollege.

  • Herman Stiggelbout

    Huisarts, n.p., Wierden

    Een situatie waarin je het op wat voor manier ook, niet goed genoeg kunt doen. dergelijke patiënten vergen niet alleen onder werktijd veel tijd, maar ook buiten werktijd: hier ben je dag en nacht mee bezig.
    Om dan vervolgens voor al je overleg, moei...lijke werk, uitgebreide verslaglegging en ook nog door het tuchtcollege veroordeeld te worden: ongelooflijk. Hoe moet je hier nu als huisarts mee verder?
    ik wens de collega veel sterkte.

  • J.Plomp

    Cardioloog, Hollandsche Rading

    “Om redenen, aan het algemeen belang ontleend, zal deze beslissing worden gepubliceerd.”
    De vraag aan het college moet dan zijn wat zij het algemeen belang vinden.
    Massale steun aan deze huisarts en hoon voor het college?
    Ik kan werkelijk geen ...enkel leerpunt uit deze casus halen.
    Your dammed if you do and your dammed if you don’t.
    Ik begrijp best dat er geen hoger beroep is aangetekend. De energiedrain weegt niet op tegen het resultaat

  • Anna Bartels

    Neuroloog, Haren

    Met deze opsomming lees ik ook dat deze huisarts juist alle moeite heeft gedaan de zorg van verschillende ziekenhuizen en behandelaars thuis over te brengen en te begeleiden. Ik zou niet weten wat ze nog meer had kunnen doen: klaagster verwijt dat ze... dreigde met uit huis moeten plaatsen, tuchtcollege zegt dat ze dat duidelijker had moeten doen.
    Ze heeft haar best gedaan, met veel inzet om een goed bereikbaar centraal punt te vormen. Dit is haar niet gemakkelijk gemaakt.
    Het tuchtcollege komt erg afstandelijk en streng over in deze.

  • Harm Rutten

    Chirurg Oncoloog, Eindhoven

    Een in mijn ogen onbegrijpelijk subjectief gekleurde beslissing. Is deze huisarts nu veroordeeld omdat ze in het defensief gedwongen is? Is het defensief wat ze gedaan heeft: de vele contacten met patient en mogelijke instellingen? Een succesvol pall...iatief traject is een goed samenspel instellingen en huisarts, maar niet in de minste plaats speelt ook de patient en diens verlangens en grenzen hier een grote rol. Een dergelijk traject kun je niet als 1geheel overzien. Voor iedere fase moeten nieuwe afwegingen gemaakt worden. Het is makkelijk praten achteraf om de schuld in de schoenen van een hard werkende huisarts te schuiven.
    Ik hoop dat de huisarts de energie heeft om haar kant van het verhaal in hoger beroep te vertellen.

  • G. Slock

    huisarts, Sluis

    Weer eens bewijs dat de huisarts juridisch vogelvrij is geklaagd. Deze collega zat zoals helaas wel vaker gebeurt klem tussen de autonomie van de patiënt, allerhande afschuivende instanties en de absurde steeds veranderende regelgeving vd overheid.... Deze 3 factoren worden trouwens elk jaar erger. Absurde uitspraak dat de huisarts meer regie moet nemen terwijl de regie ons elk jaar meer wordt afgenomen. En dan nog afgestraft worden voor de zorgvuldige dossiervorming, veel gekker kan het niet meer worden. Zoals gewoonlijk nog geen reactie van LHV, elke normale vakbond had al lang keiharde acties aangekondigd bij dergelijk precedent.

  • L Hannivoort

    Anesthesioloog, Groningen

    Schrijf voldoende op in het dossier, anders kan je in de problemen komen. Maar schrijf niet te veel op in het dossier, want dan kan je in de problemen komen! Vertel, hoeveel moet er dan in staan? 280 tekens per onderdeel (1 tweet)? Twee tweets? Hoogu...it 3 per visite? Nauwkeurige dossiervorming wordt gezien als 'te defensief te werk gaan', hoe gek wil je het hebben.

    Tweede valt mij op: betreffende patient is voor een x aantal problemen bekend in zowat 2*x verschillende ziekenhuizen/instellingen (ik tel in het hele verhaal 10 instellingen, nog afgezien van de niet specifiek genoemde maar wel gebelde andere verpleeghuizen). Hoe moeilijk is het dan om als huisarts alles in goede banen te kunnen blijven leiden? Dit gaat in de toekomst natuurlijk niet minder worden, als het zo doorgaat met de zorg. Even afgezien van de personeelstekorten die daar ongetwijfeld ook deels in meespelen, gaat het met het huidige zorgstelsel waarin de zorgverzekeraar bepaalt in welk ziekenhuis een patient voor welk probleem terecht kan, alleen maar vaker voorkomen dat de zorg voor een individuele patient compleet versnipperd raakt.

    Het is deze huisarts op alle fronten onmogelijk gemaakt om goede zorg voor haar patient te leveren. Natuurlijk ziet zij aankomen dat dit tot een zaak kon leiden! Natuurlijk zorgt ze dan des te meer voor goede dossiervorming, om duidelijkheid te scheppen voor haarzelf, haar collega's, en een eventuele zaak! Dat is immers waar een tuchtcollege zo vaak op hamert. En wat krijgt ze? Extra zweepslagen.

  • linde

    , aios neuro

    Met verbazing lees ik deze casus. Ik hoop dat de betreffende arts zich gesterkt voelt door de reacties, pijnlijk en niet invoelbaar hoe het tuchtcollege tot deze conclusie is gekomen.

  • Desiree Hairwassers

    Patient advocate borstkanker en erfelijke aanleg voor borst- en eierstokkanker, Huissen

    Ongelooflijk. Ik vraag mij af of het verslag gebaseerd is op aanwezigheid van de journalisten bij de zaak of enkel op de gepubliceerde uitspraak.

    Wát een verschil met de gang van zaken en uitspraak in mijn tuchtzaak zeg....... Allebei Zwolle, maa...r wel met een andere rechter. Andere beroepsgroep ook. Tussen de werkelijke casus en de gepubliceerde casus zit, in mijn geval, zo'n enorm verschil dat ik de casus eigenlijk niet herken. Alle uitspraken van de advocaat zijn in mijn zaak copy-paste overgenomen zonder de feiten te checken. Ik kan goed leven met het feit dat zorgverleners geen sanctie krijgen. Daar was het mij niet om te doen. Ik kan niet goed leven met het feit dat er in het relaas cruciale gegevens weggelaten zijn, richtlijnen niet gevolgd zijn, waar het tuchtcollege geen aanstoot aan nam en andere cruciale beweringen niet gecheckt zijn.

    In bovenstaande casus lijkt alsof de huisartsen het niet goed konden doen en geen verklaring voldoende was. Heel heftig.

    Ik wilde er niet aan toen artsen zeiden dat er sprake was van willekeur in tuchtzaken. Toch kan ik zelf inmiddels ook niet anders concluderen.

  • Bart Bruijn

    Huisarts, Streefkerk

    Wéér eentje voor in het zwartboek.

    Collega, ga aub in hoger beroep!

    Waar is de tuchtraad voor disfunctionerende en arrogante tuchtraden?

    Zó zout heb ik het nog maar zelden gegeten!

  • Luc Frenken

    Huisarts, Goirle

    Wéér een uitspraak van het tuchtcollege die geen enkel besef lijkt te hebben hoe eea toegaat in de dagelijkse praktijk en hoe ‘nog meer goed we ons best moeten doen’ om maar niet geschandpaalt te worden. Heb er geen woorden voor.
    Ik zou tot de hog...e raad gaan hier, vreselijk voor deze zeer betrokken collega’s. Hoe is het mogelijk? Zullen we in het kader van ontregel de zorg het tucht ook gewoon over de balk gooien aub?

  • Rick van den Doel

    aios huisartsgeneeskunde, Amsterdam

    Dit is echt een heel bedroevende uitspraak waar ik, na tweemaal doorlezen van de onderbouwing, niet met mijn verstand bij kan.

  • Burcin Kocak

    Huisarts, Ijsselstein

    Dit is werkelijk een nachtmerrie voor een huisarts ... Elke huisarts wordt hiermee vogelvrij verklaard .... Hierdoor krijg ik echt de neiging om per direct met mijn beroep als huisarts te stoppen...

    We worden doodgegooid dat we alles zo netjes en ...gedetailleerd mogelijk moeten noteren in de EPD , in welke regel dan ook, zodat een andere betrokken zorgverlener ( denk een waarnemer) zonodig ook alle nodige informatie zo volledig mogelijk kan raadplegen. Vooral bij zo een casus moeten we van onze beroepsvereniging juist zo gedetailleerd mogelijk alle contacten en overwegingen en motivaties noteren. Waarom? Omdat we steeds meer voor alle onnozele dingen ons moeten verdedigen tegenover de tuchtrechter... DEFENSIEF? Tjaaa... waarom zou dat zijn, wijzend naar de bovenstaand uitspraak van het tuchtcollege... !!!!

    Bij deze steun ik mijn collega in haar handelen en protesteer ik tegen de uitspraak van het tuchtcollege...

    Veel sterkte gewenst collega!

  • Ab Frentzen

    Huisarts n.p., Meppel

    Ongelofelijke arrogante uitspraak van het RTC tr Zwolle.
    Helemaal eens met het uitgebreid invullen van de S-regel .
    Er is zeer veel zorg voorgesteld en ook geïnvesteerd in het onderhavige “geval” door de betreffende huisartsen collega’s. Regie h...ouden in deze casus wordt gedwarsboomd door het onvoorspelbare onwillige gedrag van de partner en door de afstandelijke en ook “paarse crocodillen reacties “ van de 2e lijns-collega’s .
    Verder geen enkele informatie over hoe en wat over het inleveren van de euthanasieverklaring op de huisartsenpraktijk.
    Hoe moeten wij ons (en zeker de betreffende collega ! ) voelen bij een dergelijke schaamteloze uitspaak. Hieruit blijkt geen enkel gevoel voor de dagelijkse huisartsenpraktijk. Hoe demotiverend. De betreffende partner heeft hier ook wat uit te leggen. Trouwens het RTC eveneens.
    De KNMG en de LHV dienen afstand te nemen van deze ,nogmaals, schaamteloze uitspraak.
    De collega heeft , hoop ik, een steunend netwerk om haar heen.

    Ab Frentzen, huisarts n.p. , Meppel

  • Rogier Crolla

    chirurg, Breda

    Wil een tuchtrechtelijke uitspraak het beoogde effect sorteren, dan mag je verwachten dat oordelen binnen de grenzen van een redelijk bekwame taakopvatting als tuchtgerecht geschiedt, rekening houdend met de positie van de zorgverlener ten tijde van ...het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard. Tuchtcolleges wijzen er op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, als bovenstaande betracht wordt. Denkt dit tuchtcollege werkelijk dat ze met deze uitspraak dokters helpt om te gaan met intimiderende, boze en gefrustreerde partners? Door met dergelijke uitspraken een normgedrag in dit soort netelige situaties af te dwingen positioneert het college zich in een almachtige positie die zij niet verdient. Arrogante tuchtrechtelijke uitspraken leiden tot onveilig gevoel, nog defensiever gedrag en demotivatie. Ik mag hopen dat de betrokken huisarts warme en steunende mensen om zich heen heeft.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.