Tuchtrecht
2 minuten leestijd

Seksuele relatie mag nooit

Plaats een reactie

Feiten
Een vrouw met chronische allergieklachten is in behandeling bij een arts, met wie ondertussen een seksuele relatie ontstaat. Na tien maanden stopt zowel de seksuele relatie als de behandelrelatie. Kort daarop stuurt de echtgenoot van klaagster een e-mail aan de arts met de aankondiging dat hij aangifte tegen de arts gaat doen. Twee dagen later stuurt de arts hem een e-mail terug.

Klaagster verwijt de arts onder meer dat hij misbruik heeft gemaakt van de afhankelijke positie van klaagster door met haar een intieme relatie aan te gaan. Ook heeft de arts zijn beroepsgeheim geschonden door de aard en inhoud van zijn e-mail aan haar echtgenoot.

Overwegingen tuchtcollege
Partijen verschillen van mening over de vraag of sprake was van een geheel vrijwillige seksuele relatie. Maar sowieso, aldus het college, is een seksuele relatie tussen arts en patiënt onder alle omstandigheden ontoelaatbaar. Voor een goede beroepsuitoefening is professionele distantie nodig. Dat betekent dat de arts, alvorens een relatie met klaagster aan te gaan, de behandelrelatie met haar had moeten verbreken. Vervolgens had de arts eerst een lange afkoelingsperiode in acht moeten nemen.

Wat betreft de klacht over de e-mail van de arts aan de echtgenoot van klaagster, stelt het college vast dat de arts daarin onder meer mededelingen heeft gedaan over hetgeen klaagster tijdens haar consulten heeft verteld. Dit was niet zozeer medische informatie, maar persoonlijke en betrof de relatie tussen klaagster en haar echtgenoot. Door dit zonder toestemming van klaagster aan de echtgenoot te mailen, heeft de arts zijn beroepsgeheim geschonden.

Het regionale tuchtcollege heeft aan de arts een schorsing van de inschrijving in het BIG-register opgelegd voor de duur van tien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. Het Centraal Tuchtcollege laat deze maatregel in hoger beroep in stand.

Relevantie voor de inspectie Hoewel de arts erkent dat hij de behandelrelatie met patiënt had moeten beëindigen, geeft hij in verweer aan dat er sprake was van een vrijwillige relatie en dat hij zijn positie ook niet heeft misbruikt. De aard van de medische behandeling was volgens hem niet zodanig dat klaagster in een onevenredige afhankelijkheidspositie raakte. Er is echter nooit sprake van een gelijkwaardige positie, aangezien de patiënt voor de medische behandeling afhankelijk is van de arts. Om ook hier weer alle drogredeneringen te ontzenuwen wijst de inspectie er nog maar eens op dat seksueel grensoverschrijdend gedrag in een behandelrelatie nooit mag. Zie voor meer informatie de IGZ-brochure ‘Het mag niet, het mag nooit’ op de website van IGZ.


(Zaaknummer c2011.345)


De integrale tekst van Uitspraak CTG 2011.345



Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.