Tuchtrecht
Sophie Broersen
8 minuten leestijd
Uitspraak tuchtcollege

Reisbureautje verbonden aan de praktijk

1 reactie

In deze casus moet een fysiotherapeut voor de tuchtrechter verschijnen, maar het had net zo goed een dokter kunnen zijn. De therapeut gaat mee op een groepsreis, als ‘privépersoon’, zo zegt hij zelf. Maar het organiserende reisbureau is nauw gelieerd aan het centrum waar hij werkt en de deelnemers aan groepsreizen worden grotendeel geworven uit de patiëntenbestanden van onder andere de therapeut. Het is allemaal nogal troebel, met verschillende therapeuten, een eigenaresse die ook echtgenote en secretaresse is en therapeutische cursussen. Een zucht valt welhaast niet te onderdrukken bij het lezen.

Er ging een man mee op de reis, die patient was bij een collega van de aangeklaagde fysiotherapeut. Die laatste heeft zich beroepsmatig niet goed gedragen tijdens de reis, vindt de klagende patient. ‘Maar ik was er niet in de hoedanigheid van mijn beroep’, zegt de fysiotherapeut. Het regionaal tuchtcollege vindt dat de klager niet ontvankelijk is, omdat de man nooit patiënt is geweest van de therapeut in kwestie. Het Centraal Tuchtcollege vindt dit getuigen van een zeer beperkte visie op de ontvankelijkheid van klagers. Meegaan op een reis en vrijblijvende adviezen geven, en dan later zeggen dat u daar niet op aangesproken kunt worden: die vlieger gaat niet op als het voor de patient niet duidelijk was welke rol u nu eigenlijk vervulde.

Het vermeende wangedrag kan niet bewezen worden, dus de klacht tegen de fysio-therapeut wordt afgewezen, al volgen er strenge woorden.

Sophie Broersen, arts

prof. mr. Aart Hendriks

Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg d.d. 27 maart 2012

(ingekort door redactie MC)

Beslissing in de zaak onder nummer C2010.037 van A (…) tegen C (…).

1. Verloop van de procedure

(…)

2. Beslissing in eerste aanleg

Het regionaal tuchtcollege heeft
aan zijn beslissing de volgende overwegingen ten grondslag gelegd.

2. De klacht

Tijdens een reis in F in juni 2005 heeft
de fysiotherapeut klager als medereiziger geprobeerd te dwingen zijn zogenaamd deskundige hulp te accepteren hetgeen in combinatie met herhaald wangedrag van de fysiotherapeut en
een derde persoon heeft geleid tot suïcidaliteit. Klager verwijt de fysiotherapeut de hierdoor ontstane schade. Voorts maakt klager de fysiotherapeut het verwijt dat deze een valse voorstelling van zaken geeft, zowel in het verkeerd beschrijven van de gang van zaken als het achterhouden van feiten en dat hij hem daardoor wederom probeert te schaden bij het geloofwaardig krijgen van zijn aangifte jegens klager. (…)

3. Het standpunt van de fysiotherapeut

De fysiotherapeut heeft klager nooit
als patiënt gehad en hem ook nooit therapeutisch behandeld. Noch heeft
hij ooit aan klager adviezen verstrekt ten aanzien van enige medische klacht van klager.

Van 4 tot en met 11 juni 2005 heeft de fysiotherapeut als privépersoon deelgenomen aan een reis naar F.
Ook klager heeft aan deze reis deelgenomen. Na de reis heeft klager aan de fysiotherapeut boze e-mails gezonden, evenals aan bij de fysiotherapeut betrokken personen. Naar aanleiding van deze berichten heeft de fysiotherapeut op 27 oktober 2006 aangifte tegen klager bij de politie gedaan.

4. De beoordeling

Op grond van artikel 47 van de Wet BIG is degene die in een in lid 2 van deze bepaling vermelde hoedanigheid ingeschreven staat onderworpen aan tuchtrechtspraak terzake van enig handelen of nalaten in strijd met de zorg die hij in die hoedanigheid behoort te betrachten ten aanzien van personen met betrekking tot wiens gezondheidstoestand hij bijstand verleent of die zijn bijstand met betrekking tot hun gezondheidstoestand behoeven. De fysiotherapeut is als zodanig ingeschreven in het register.

Het bovenstaande heeft tot gevolg dat de fysiotherapeut terzake van handelen of nalaten in zijn hoedanigheid tuchtrechtelijk kan worden aangesproken. In de onderhavige klacht is daarvan evenwel geen sprake. Partijen zijn het erover eens dat klager nooit patiënt van de fysiotherapeut is geweest. De bezwaren die klager in zijn stukken naar voren heeft gebracht, hebben dan ook geen betrekking op handelen of nalaten van de fysiotherapeut in zijn hoedanigheid. Klager kan daarom in zijn klachten niet worden ontvangen.

Hieruit vloeit voort dat het college niet inhoudelijk op de klachten kan ingaan.’

3. Vaststaande feiten en omstandigheden

Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de volgende feiten.

Verweerder is BIG-geregistreerd fysiotherapeut en vormt samen met drie andere maten, (…) de maatschap G. Verweerder behandelt patiënten met problemen aan het houding- en bewegingsapparaat. (…) Klager is nooit patiënt van verweerder geweest. Klager is onder behandeling bij mevrouw H.

Verweerders praktijk is gevestigd op een locatie waar ook een orthomanuele praktijk is gevestigd onder leiding van orthomanueel arts, I, alsmede een reisbureau J. Deelnemers aan de door J georganiseerd groepsreizen werden grotendeels geworven uit de patiëntenbestanden van de praktijk van verweerder en I. Verweerder ging regelmatig mee op reizen van J.

I heeft een cursusbureau genaamd L, dat therapeutische cursussen organiseert waar ook de praktijk van verweerder gebruik van maakt. Klager heeft een van deze cursussen bijgewoond. Verweerder was ook bij deze cursus aanwezig en heeft klager na afloop daarvan ongevraagd geadviseerd om in juni 2005 deel te nemen aan een door J. georganiseerde groepsreis naar F. Verweerder heeft klager nadien nog telefonisch benaderd om aan deze reis deel te nemen. Klager heeft aan deze reis deelgenomen, evenals verweerder zelf.

4. Beoordeling van het hoger beroep

4.1 In hoger beroep heeft klager zijn klacht herhaald en nader toegelicht.

4.2 Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd en geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

4.3 Volgens het college in eerste aanleg is klager niet ontvankelijk in zijn klacht, omdat hij nimmer patiënt is geweest van verweerder en verweerder hem derhalve niet in de hoedanigheid van fysiotherapeut zou hebben gehandeld. Het Centraal Tuchtcollege kan zich met die redenering niet verenigen. Van tuchtrechtelijke aansprakelijkheid kan immers niet alleen sprake zijn wanneer de beroepsbeoefenaar tekortschiet in de zorg die hij als hulpverlener aan een patiënt verleent in de zin van artikel 47 lid 1 onder a Wet BIG, maar ook als sprake is van enig ander dan onder a bedoeld handelen of nalaten in die hoedanigheid in strijd met het belang van een goede uitoefening van individuele gezondheidszorg (artikel 47 lid 1onder b Wet BIG). Dit betekent dat ook handelen of nalaten van BIG-ingeschrevenen gelegen buiten de directe behandelrelatie ter toetsing aan de tuchtrechter kan worden voorgelegd.

4.4 Verweerder heeft opgeworpen dat hij slechts als privépersoon heeft deelgenomen aan de groepsreis naar F in juni 2005. Het Centraal Tuchtcollege is echter gebleken dat verweerder en zijn praktijk G op verschillende manieren bij deze en andere reizen betrokken zijn geweest.

Zo werd de reis naar F georganiseerd door de reisorganisatie J van mevrouw K, die tevens twee dagen per week secretariële werkzaamheden voor de G verricht. Mevrouw K is
ook de echtgenote van orthomanueel arts I, met wie verweerder nauwe contacten onderhoudt en wiens orthomanuele praktijk en cursusbureau L nauw samenwerkt met de G. Voorts is gebleken dat de deelnemers aan de reizen van J grotendeels werden geworven uit de patiëntenbestanden van de praktijk van verweerder en I.

Verweerder heeft bovendien ter zitting verklaard dat mevrouw K eraan hechtte dat er op de reizen van J een of meer fysiotherapeuten meegingen. Ook verweerder ging regelmatig (als begeleider) mee op deze reizen.

Het Centraal Tuchtcollege is voorts duidelijk geworden dat hoewel de door J georganiseerde groepsreizen niet in eerste instantie waren opgezet als gezondheidsreis, deze reizen – daaronder begrepen F-reis van juni 2005 – wel ten doel hadden de deelnemers te laten ontspannen door middel van fysieke activiteiten om zo eventuele lichamelijk klachten te verminderen. Reden waarom op voormelde reizen dagelijks onder professionele begeleiding lichamelijke (warming-up en coolingdown) oefeningen werden aangeboden.
Onder deze omstandigheden moet het voor de deelnemers afkomstig uit het patiëntenbestand van de G – waartoe ook klager behoorde – moeilijk zijn geweest te onderscheiden of verweerder bij zijn deelname aan de reis naar F zuiver als privépersoon
of toch (ook) beroepsmatig is opgetreden. Een en ander leidt het Centraal Tuchtcollege tot de conclusie dat de verwevenheid tussen verweerders praktijk enerzijds en de organisatie, werving en begeleiding van de reis naar F anderzijds van dien aard was, dat verweerder geacht moet worden niet louter als privépersoon te hebben gehandeld.

Gelet op het bovenstaande is het Centraal Tuchtcollege van oordeel dat het gewraakte handelen waarover klager jegens verweerder een klacht heeft ingediend kan worden aangemerkt als een handeling die met het belang van een goede uitoefening van de individuele gezondheidszorg in strijd kan zijn.

Dat betekent dat klager in de klacht ontvankelijk is. Dat het handelen waarover wordt geklaagd deels niet in Nederland, maar in F plaatsvond, doet daaraan niet af. Ook voor handelen of nalaten in het buitenland kan de beroepsbeoefenaar immers in beginsel tuchtrechtelijk aansprakelijk zijn.

4.5 Het eerste klachtonderdeel betreft het feit dat de fysiotherapeut zich met betrekking tot de reis dwingend zou hebben opgesteld ten aanzien van klager door hem zijn zogenaamde deskundige hulp op te leggen en dat sprake zou zijn geweest van herhaald wangedrag tijdens de reis.

(…)

Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege dient een dergelijk optreden vermeden te worden zolang niet duidelijk wordt onderscheiden tussen privéhandelen en handelen als professional; het kan immers – zeker in omstandigheden als deze – gemakkelijk leiden tot een ongewenste vermenging van rollen en belangen. Nu echter niet gebleken is dat in deze contacten daadwerkelijk sprake is geweest van onheuse beïnvloeding, acht het college het gewraakte handelen niet in zodanige mate onjuist dat van tuchtrechtelijke verwijtbaarheid kan worden gesproken.

Ten aanzien van het beweerde
dwingend optreden en wangedrag jegens klager tijdens de reis moet worden vastgesteld dat de lezing van klager en verweerder over de toedracht van het gebeuren sterk uiteenlopen. Voor het Centraal Tuchtcollege is onvoldoende komen vast te staan wat zich met name ten aanzien van het belangrijkste incident (aan tafel op donderdag 6 juni 2005) nu werkelijk heeft afgespeeld; het kan daarover dan ook geen oordeel uitspreken.

4.6 Het tweede klachtonderdeel luidt dat verweerder achteraf een verkeerde voorstelling heeft gegeven van wat er tussen hem en klager tijdens de reis is voorgevallen. Nu de werkelijke gang van zaken betreffende de incidenten die zouden hebben plaatsgevonden, niet meer vast te stellen is, moet de klacht ook op dit onderdeel worden afgewezen.

4.7 (…)

4.8 Een en ander leidt het Centraal Tuchtcollege tot de slotsom dat de klacht op alle onderdelen dient te worden afgewezen. (…) Dit betekent dat het beroep van klager geen doel treft. Dat laat onverlet dat een verwevenheid tussen een beroepspraktijk en andere (commerciële) activiteiten zoals die in dit geval geconstateerd is, onwenselijk moet worden geacht. Door hierover onduidelijkheid te laten ontstaan, heeft verweerder er zelf toe bijgedragen dat tegen hem een klacht is ingediend.

4.9 (…)

5. Beslissing

Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg:

- vernietigt de beslissing waarvan hoger beroep voor zover klager in de klacht niet-ontvankelijk is verklaard;

en opnieuw rechtdoende:

- verklaart de oorspronkelijke klacht ongegrond;

- verwerpt het beroep.

Bepaalt dat deze beslissing op
de voet van artikel 71 Wet BIG zal worden bekendgemaakt (…).

Deze beslissing is gegeven door mr. A.H.A Scholten, voorzitter, prof. mr. J.K.M. Gevers en mr. M. Zandbergen, leden-juristen, drs. J. Slooten en F.P.A.J. Klomp, leden- beroepsgenoten, en mr. D. Brommer, secretaris, en uitgesproken ter openbare zitting van 27 maart 2012.


 

<b>PDF</b>
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • P.D.F. Frijns

    specialist ouderengeneeskunde, GELEEN

    wat is het nut van het plaatsen van een zo cryptische casus waar ik geen snars van begrijpen dus ook niets van kan leren? Alles blijft vaag evenals de uitspraak

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.