Klacht tegen internist in beroep ongegrond
Plaats een reactieKlagers (echtgenote en zoon van patiënt) hebben een klacht ingediend tegen beklaagde (internist). Patiënt had uitgezaaide maagkanker en werd vanwege een verslechterde gezondheidstoestand gezien op de SEH door een arts-assistent.
Een paar dagen later is patiënt overleden. De internist, als supervisor, wordt verweten dat hij heeft nagelaten een goede differentiaaldiagnose op te stellen en zelf het lichamelijk onderzoek te verrichten, en dat er onvoldoende is gelet op de laboratoriumuitslagen, gebruikte medicatie en de buikpijnklachten.
Het regionaal tuchtcollege oordeelt dat de internist de patiënt zelf had moeten zien en legt een berisping op. De internist gaat hiertegen in beroep. Volgens het Centraal Tuchtcollege is de differentiaaldiagnose zorgvuldig tot stand gekomen, is er voldoende geluisterd naar de buikpijnklachten van de patiënt en was er geen noodzaak voor de internist het lichamelijk onderzoek zelf te verrichten. Alle klachtonderdelen ongegrond.
Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.
- Er zijn nog geen reacties