Klacht tegen huisarts over dosering lithiummedicatie
Plaats een reactieDe klacht gaat over de dosering van klagers lithiummedicatie. Volgens klager wist de huisarts niet hoe zij moest handelen toen het lithiumgehalte in zijn bloed verhoogd was. Klager meent dat hij door haar toedoen is teruggevallen en weer is opgenomen in een gesloten inrichting.
Het college constateert dat de verlaging van de lithiumdosering naar 800 mg/dag in overleg met de psychiater en met akkoord van klager heeft plaatsgevonden, vanwege een te hoge lithiumspiegel en een verslechterde nierfunctie.
De huisarts heeft zorgvuldig gehandeld door eerst met de psychiater te overleggen. Nadat klager liet weten dat het niet goed met hem ging, verhoogde de huisarts de dosering naar 1000 mg/dag. Dit omdat klager klachten ontwikkelde van onrust, meer dorst en meer lopen. Toen klager vervolgens nog verder ontregeld raakte, heeft de huisarts, na overleg met de psychiater, de dosering weer verhoogd naar 1200 mg/dag. Daarna heeft de huisarts contact gehouden met de psychiatrie, gezorgd voor een verwijzing en de crisisdienst ingeschakeld, zodat klager de juiste zorg kreeg. Klacht ongegrond.
Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht. Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.
Meer tuchtrecht:- Er zijn nog geen reacties