Huisarts ziet geen aanleiding voor PSA-bepaling
Plaats een reactieBij klager is in augustus 2019 uitgezaaide prostaatkanker vastgesteld. Klager verwijt de huisarts dat hij in oktober 2017, op consult waarbij klager zijn zorgen had geuit over prostaatkanker in zijn familie, en in mei 2019 geweigerd heeft een PSA-bepaling te laten doen. Ook verwijt hij de huisarts dat hij heeft gerommeld in het medisch dossier.
De huisarts heeft uitleg gegeven over het in de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen beschreven terughoudende beleid. Daarbij heeft hij uitleg gegeven over de waarde van PSA-bepaling voor de diagnostiek van prostaatkanker, en over de mogelijk negatieve gevolgen zowel na een positieve als een negatieve uitslag.
Hij concludeerde dat er geen aanleiding bestond voor een periodieke PSA-bepaling, maar dat hij wel bereid was om een eenmalige PSA-bepaling te doen, waarop klager besloot daarvan af te zien. Het college oordeelt dat de huisarts niet in strijd met de richtlijn heeft gehandeld. Klacht ongegrond.
Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht. Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.
Meer tuchtrecht:- Er zijn nog geen reacties