Diagnose anesthesioloog was wél zorgvuldig

Klacht tegen een anesthesioloog. Klaagster (patiënte) is een 82-jarige vrouw die na een behandeling voor rusteloze benen in de uitrustkamer ten val komt. Bij (röntgen)onderzoek van de heup werd geen breuk vastgesteld. Patiënte gaat naar huis.

Later blijkt er toch sprake van onder meer een bekkenbreuk. Patiënte verwijt de anesthesioloog dat zij de bekkenbreuk niet tijdig heeft onderkend, geen goede nazorg heeft verleend en haar niet correct heeft bejegend.

Het Centraal Tuchtcollege komt tot hetzelfde oordeel als het regionaal tuchtcollege. Gebleken is dat de anesthesioloog adequaat onderzoek heeft verricht en dat de – achteraf onjuist gebleken – diagnose zorgvuldig was. Ook waren de nazorg en bejegening voldoende zorgvuldig. Er was na de val geen aanleiding voor een opname per ambulance in het ziekenhuis voor nader onderzoek. Daarbij komt dat patiënte zelf heeft aangegeven naar huis te willen. Het beroep wordt verworpen.