Tuchtrecht
Uitspraak tuchtcollege

Chirurg in gevecht met jeugdvriend

Plaats een reactie

Een chirurg, overigens sinds enige tijd arbeidsongeschikt, raakt gebrouilleerd met een oude jeugdvriend. Met de 15-jarige dochter van die vriend was ‘omgang’ ontstaan. Op een gegeven moment stuurt de chirurg een e-mail naar de klager, waarin hij onder meer dreigt met ‘dan komt alle stront over je naar buiten en/of zoek ik je persoonlijk op’. De oude vriend en zijn dochter doen aangifte van bedreiging, stalking en ontucht. Ze stappen ook naar de tuchtrechter.

Volgens het regionaal tuchtcollege gaat het hier om privéhandelingen, die zodanig ernstig zijn dat ze in strijd zijn met wat de samenleving van een arts verwacht. Het RTG hoort de dochter, die bevestigt wat haar vader al heeft gezegd. Haar verklaring wordt niet door aanvullend bewijs ondersteund. De e-mail van de chirurg wordt als zeer ongepast beschouwd, maar niet zo ernstig dat deze tot een tuchtrechtelijke maatregel leidt. De klacht wordt afgewezen.

Zoals bij alle zaken waarin het tuchtcollege zich over privégedrag van een arts uitspreekt, wringt het hier ook: is het tuchtcollege de aangewezen instantie om over bedreiging, stalking en misbruik te oordelen? Met twee partijen die geen juridische hulp hebben ingeroepen?

Overigens past de toon die de chirurg aanslaat in zijn e-mail natuurlijk niet bij wat we van collega’s verwachten.

Sophie Broersen, arts/journalist,
Diederik van Meersbergen, jurist


Uitspraak: 6 augustus 2015

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 18 juni 2014 binnengekomen klacht van:

[A]

wonende te [B]

klager

tegen:

[C]

chirurg

wonende te [D]

verweerder


1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-         het klaagschrift;

-         het verweerschrift en de aanvulling daarop;

-         de repliek en de aanvulling daarop;

-         proces-verbaal aangifte d.d. 2 oktober 2014 ontvangen van klager d.d. 9 oktober 2014;

-         de brief van het Regionaal Tuchtcollege aan verweerder d.d. 17 december 2014;

-         het proces-verbaal van het mondelinge vooronderzoek;

-         de brief d.d. 18 februari 2015 van de dochter van klager;

-         diverse stukken ontvangen op 1 juni 2015 van verweerder;

-         het proces-verbaal van het getuigenverhoor door de secretaris;

-         aanvullende stukken van verweerder ontvangen op 29 juni 2015.

 Ondanks herhaald verzoek heeft verweerder geen dupliek ingediend.

De klacht is ter openbare zitting van 8 juli 2015 behandeld. Partijen waren aanwezig.

 2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende:

Klager en verweerder waren jeugdvrienden, die in 2013 weer contact met elkaar kregen. Verweerder is ingeschreven als chirurg; hij is sedert enige tijd niet als zodanig werkzaam en heeft een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Toen partijen weer contact met elkaar kregen, is ook omgang ontstaan tussen verweerder en de toen vijftienjarige dochter van klager (hierna: de dochter), die last heeft/had van eet- en angststoornissen. De relatie tussen partijen is veranderd in vijandschap en ook de relatie tussen verweerder en de dochter is beëindigd.

Een e-mailbericht van verweerder van 6 juni 2014, 04:12 uur, aan klager luidt aan het slot:

“Mocht mij nog 1 keer ter ore komen dat je mijn nichtje of wie dan ook van mijn familie lastig valt met je leugens en zwartmakerij dan komt alle stront over je naar buiten en/of zoek ik je persoonlijk op. Weet niet wat voor jou het minst erg zou zijn. Vergis je niet in me [voornaam klager]. Het zal je duur komen te staan! Two strikes out.”

Op 2 oktober 2014 hebben klager en zijn dochter aangifte tegen verweerder gedaan wegens bedreiging en stalking. Kortelings is deze aangifte gevolgd door een aangifte wegens ontucht jegens de dochter.

 

3. Het standpunt van klager en de klacht

Blijkens het proces-verbaal van het mondeling vooronderzoek verwijt klager verweerder dat hij:

-         als arts niet juist heeft gehandeld toen zijn dochter zich in de onderarm had gesneden;

-         gedreigd heeft alle medische informatie over klager en zijn kinderen openbaar te maken door deze informatie op internet te zetten;

-         zijn dochter ernstig heeft gemanipuleerd;

-         zijn dochter gedwongen heeft alcohol te drinken en haar medicijnen heeft toegediend waaraan zij gedurende twee maanden verslaafd is geraakt;

-         zijn – minderjarige - dochter zijn auto heeft laten besturen;

-         zijn dochter stalkt;

-         hem en zijn dochter heeft bedreigd;

-         een valse brief van zijn dochter in deze procedure heeft ingebracht.

Ter zitting heeft klager naar voren gebracht dat hij in de klacht ook wenst te betrekken de in de stukken reeds genoemde door verweerder gepleegde ontucht met zijn dochter.

Het handelen van verweerder waarover wordt geklaagd begon in oktober 2013 en heeft een klein jaar geduurd. Bij aanvang was de dochter vijftien jaar. Zij heeft verweerder helemaal vertrouwd, mede omdat hij arts was. Klager heeft haar nog gewaarschuwd maar ze wilde niet luisteren. Verweerder stond als arts op een voetstuk; klager was de enige die eerlijk tegen hem was over zijn verslavingen aan alcohol, drugs en medicijnen. Uit wraak voor zijn uitlatingen over hem heeft verweerder klager willen vernederen en zijn dochter ingepalmd. Verweerder heeft misbruik gemaakt van zijn positie als arts. De omgang met de dochter van klager is begonnen toen verweerder zich met de medische zorg van haar huisdieren ging bemoeien. Op die manier heeft hij het vertrouwen van de dochter gewonnen. De dochter heeft onder dwang van verweerder alcohol gedronken en verweerder liet haar als vijftienjarige in zijn auto rijden. Klager heeft verweerder de kans gegeven zijn excuses te maken, waarna hij de klacht mogelijk zou intrekken, maar nu zijn vermoeden van seksueel misbruik is bevestigd, trekt hij geen enkele klacht meer in. Verweerder zette de dochter op tegen vader en moeder. Hij heeft de dochter, ook buiten haar medeweten, medicatie toegediend waaraan zij korte tijd verslaafd is geweest. Verweerder bereidt en mengt medicijnen zelf. Hij heeft de dochter een medicijnencocktail toegediend, waarna ze haar bewustzijn is verloren. Toen is er ook seksueel misbruik met de dochter gepleegd. Dit misbruik heeft een aantal keren plaatsgevonden. Het stalken bestond eruit dat verweerder de dochter ’s nachts steeds e-mailberichten stuurde, vaak met een pikante inhoud. De dochter durft deze mails nauwelijks aan klager te laten lezen. Ondanks dat de dochter hem duidelijk maakte dat hij moest stoppen, ging hij ermee door. Er zijn e-mailberichten van verweerder aan zijn zus met verzoek die mails door de dochter te laten lezen. In die mails stonden bedreigingen aan het adres van klagers dochter en een afbeelding van een dolk van de commando’s. Verweerder is gevaarlijk, hij is tot alles in staat. Doordat verweerder probeert zijn sporen uit te wissen, is het moeilijk om bewijs te leveren.

De brief van 13 augustus 2014, door verweerder in het geding gebracht, is vals. De handtekening van de dochter is uitgeknipt en onder de brief geplakt. Dat is ook te zien aan het kopieerlijntje bij de handtekening.

Verweerder heeft via e-mails bedreigingen geuit, onder meer door de boodschap dat  hij twee Polen op klager af zou sturen, en klager verboden met zijn dochter contact te hebben.

4. Het standpunt van verweerder

Verweerder ontkent alle aantijgingen. Het enige dat hij heeft gedaan is de psychisch en fysiek ernstig beschadigde dochter beschermen tegen verdere beschadiging in de huiselijke kring. Hij heeft dat niet als arts gedaan maar als medemens. Er was geen sprake van een arts-patiënt relatie. De klachten zijn dan ook niet-ontvankelijk.

De meest verbijsterende leugen is de stelling dat er een seksuele relatie met de dochter is geweest.

Verweerder mag zijn vak zonder enige beperking uitoefenen en gaat dat op korte termijn zeker weer doen.

5. De overwegingen van het college

a. De ontvankelijkheid van de klacht.

De klachten, zoals aan het college voorgelegd, betreffen privéhandelingen van verweerder. Een dergelijke klacht kan door de tuchtrechter worden ontvangen indien het in de klacht gestelde gedrag zodanig ernstig is dat het flagrant in strijd moet worden geacht met de voor iedereen maar zeker voor een arts geldende algemene zorgplicht ten aanzien van het leven en de gezondheid van zijn medemens. Het vertrouwen dat de samenleving in een arts stelt wordt door het gestelde handelen, dat de waarden van het beroep in de kern raakt, wezenlijk aangetast, waardoor het handelen niet los kan worden gezien van de hoedanigheid van arts, ook al vond het niet in de uitoefening van die hoedanigheid plaats.

Het college is van oordeel dat de inhoud van de klacht zodanig ernstig is dat is voldaan aan de hiervoor genoemde criteria. De klacht is daarom ontvankelijk.

b. De inhoud van de klacht.

i) Het handelen jegens de dochter.

De dochter is in het kader van het vooronderzoek door de secretaris als getuige onder ede gehoord. Haar verklaring bevestigt wat klager in zijn klacht aanvoert. Zij heeft onder meer verklaard dat verweerder haar ongeveer tien tot vijftien keer seksueel heeft misbruikt en dat hij voorafgaande aan dit misbruik haar pillen en alcoholhoudende drank gaf, dat alles onder dreiging dat verweerder haar vader iets zou aandoen.

Het college stelt echter vast dat de klacht en ook de verklaring niet, althans onvoldoende, worden ondersteund door aanvullend bewijs. Er is slechts enig aanvullend bewijs in de vorm van overgelegde (soms nachtelijke) e-mails/WhatsApp-berichten, die van de zijde van verweerder onaangenaam van toonzetting zijn, maar niet zodanig dat op grond daarvan  

- tuchtrechtelijk relevante - bedreiging of stalking kan worden vastgesteld.

De klacht, die op zich een doorhaling van de inschrijving ten volle zou rechtvaardigen, is derhalve bij gebrek aan (deugdelijk) aanvullend bewijs niet komen vast te staan en zal worden afgewezen.

ii) Het handelen jegens klager.

Klager had zich bedreigd kunnen voelen door het onder de feiten geciteerde e-mailbericht van verweerder van 6 juni 2014. Deze privé-uitlatingen zijn volstrekt ongepast, maar kunnen, gezien in de context van de privéruzie tussen partijen, niet als zodanig ernstig worden aangemerkt dat zij, getoetst aan de hiervoor onder a) weergegeven criteria, tot een tuchtrechtelijke veroordeling kunnen leiden. Daarbij neemt het college mede in aanmerking dat klager, zoals hij ter zitting opmerkte, zich niet serieus door verweerder bedreigd heeft gevoeld.

Het gestelde dreigen met twee Polen is wegens gebrek aan bewijs  niet komen vast te staan.

iii) Een valse verklaring?  

In de onderhavige tuchtprocedure heeft verweerder een door de dochter ondertekende verklaring overgelegd van 14 augustus 2014. De verklaring ziet er verdacht uit, omdat het een kopie lijkt en de indruk kan ontstaan dat de handtekening apart is gekopieerd. De dochter heeft als getuige verklaard dat deze verklaring niet van haar afkomstig is. Anderzijds is ook overgelegd een kopie van een Facebookbericht van de dochter van 14 augustus 2014 te 18.54 uur met de tekst: “Heb de brief in ieder geval gepost.”. Daarmee is voor het college zodanige twijfel aan het aanwezige aanvullend bewijs gerezen dat ook deze klacht niet voldoende is komen vast te staan. Alleen al om deze reden is dit onderdeel van de klacht ongegrond.

Op grond van al het bovenstaande zullen de klachten worden afgewezen.

Het college zal, om redenen aan het algemeen belang ontleend, bepalen dat deze beslissing zodra ze onherroepelijk zal zijn op de voet van artikel 71 Wet BIG in geanonimiseerde vorm zal worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift Medisch Contact.

6. De beslissing

Het college:

-         wijst de klacht af;

-         bepaalt dat, om redenen aan het algemeen belang ontleend, deze beslissing, zodra zij onherroepelijk is geworden, in geanonimiseerde vorm zal worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant en ter publicatie zal worden aangeboden aan het tijdschrift Medisch Contact.

 

Aldus beslist door mr. H.P.H. van Griensven als voorzitter, mr. I. Boekhorst als lid-jurist, H.C.Th. Maassen, J.D.M. Schelfhout en A. de Jong als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. N.A.M. Sinjorgo als secretaris en in het openbaar uitgesproken op

6 augustus 2015 in aanwezigheid van de secretaris.

<b>Download dit artikel met de ingekorte uitspraak</b>
  • Sophie Broersen

    Sophie Broersen was journalist bij Medisch Contact van 2008 tot 2021. Na haar studie geneeskunde en huisartsopleiding ging zij als journalist aan de slag. Bij Medisch Contact schreef zij over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieerde zij tuchtzaken. Na haar journalistieke carrière is zij in 2021 weer als arts gaan werken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.