naar overzicht
Simone Paauw
Simone Paauw
9 minuten leestijd
interview

Doa Shaikhani: ‘Het is belangrijk dat je mensen niet in hokjes stopt’

Irakese succesblogger Dokter Do schrijft voor artsen en patiënten

Plaats een reactie
Het interview met Doa Shaikhani, oftewel Dokter Do, is het vierde en laatste in de zomerse portrettenserie van Medisch Contact. Hiervoor heeft u (nader) kennis kunnen maken met resp. psychiater Joeri Tijdink, turnkampioen en arts Epke Zonderland en klinisch psycholoog Iva Bicanic.
Ed van Rijswijk
Ed van Rijswijk

Geneeskundestudent Doa Shaikhani, bij velen bekend als blogger Dokter Do, heeft tienduizenden volgers op Facebook en Instagram en is een succesvolle duizendpoot. Maar: ‘Ik ben geen zielige vluchteling die het toch zover heeft geschopt.’

De nu 30-jarige Doa Shaikhani was 7 jaar oud toen haar ouders met haar en haar broertjes vluchtten uit Irak. Hier in Nederland moest het gezin helemaal opnieuw beginnen. Shaikhani herinnert zich nog hoe frustrerend ze het vond dat ze de Nederlandse taal niet sprak en zich niet kon uitdrukken – en daarom razendsnel Nederlands leerde. Haar hoogopgeleide ouders streden er op haar middelbare school voor dat ze werd overgeplaatst van de mavo naar het vwo. Zo kon ze uiteindelijk aan de opleiding geneeskunde beginnen.

> luister ook de podcast Tien minuten met... Dokter Do

Tijdens haar coschappen, na een tussenjaar waarin ze een opleiding volgde aan de Schrijversacademie, begon ze aan een blog voor familie en vrienden. Daarmee liet ze een langgekoesterde wens om te gaan schrijven in vervulling gaan. Als kind al wilde ze schrijver worden, maar daarover kreeg ze maar al te vaak te horen dat ze dat tóch niet kon. Haar blog werd onverwacht zeer succesvol en wordt door tienduizenden mensen gevolgd op Facebook en Instagram. In juli bracht ze haar tweede bundel met blogs uit. Nu haar geneeskundeopleiding bijna is afgerond – alleen het diploma moet nog worden opgehaald – werkt Shaikhani in een gezondheidscentrum voor verstandelijk gehandicapten, studeert ze filosofie en doet ze een LOI-opleiding journalistiek. Én ze wil de opleiding huisartsgeneeskunde gaan doen.

‘Maar laat dit geen verhaal worden over een zielige vluchteling die het ondanks alles toch nog ver heeft geschopt’, zegt Shaikhani. ‘Ik ben echt geen uitzonderlijk geval. Ik kom gewoon uit een streberige, of liever gezegd, ambitieuze familie. Iedereen in de familie is hoogopgeleid. Of we nou in Nederland wonen, in Irak waren gebleven of waar dan ook, dat maakt wat mij betreft geen verschil. Ergens anders was ik ook dokter geworden. Wel heb ik mezelf altijd meer moeten bewijzen dan anderen. Het was een strijd om overgeplaatst te worden naar het vwo, de docenten geloofden niet dat ik dat zou kunnen. Alsof een taalachterstand door migratie iets zegt over intelligentie. Ik heb in die periode vaak te horen gekregen dat ik iets niet zou kunnen. Maar de mensen die dat zeiden motiveerden mij juist om te laten zien dat ik het wél kan.’

Je wilde schrijver worden, toch ben je geneeskunde gaan doen. Hoe kwam dat?
‘Dokter worden was geen droomwens van me, in tegenstelling tot veel andere geneeskundestudenten – ik voel me daar weleens schuldig over. Eigenlijk heb ik me mee laten slepen door mijn klasgenoten van de middelbare school; 18 van de 22 klasgenoten wilden dokter worden. Ook speelde mee dat mijn vader in Irak anesthesioloog was, en er in Nederland hard voor heeft moeten werken om dat vak weer uit te oefenen: hij moest een deel van zijn geneeskundeopleiding én een deel van de specialisatie opnieuw doen. Dat inspireerde mij om voor de geneeskunde te kiezen in plaats van voor een schrijverscarrière. Ik ben echt trots op mijn vader en zou willen dat ik zo ontzettend goed was. Ik heb tijdens de bachelor vaak getwijfeld of dit nu was wat ik wilde, daarom heb ik uiteindelijk ook een tussenjaar genomen om te kijken wat er allemaal nog meer mogelijk was. De bachelor was me te theoretisch, urenlang leren, leren, leren en dan een tentamen nog niet halen. Ik had het idee dat het voor mij niet was weggelegd. Daarbij komt dat ik van nature lui ben, dus ik moest mezelf er echt toe zetten. Mijn vader dacht dat ik – vanwege die luiheid – mijn coschappen niet zou overleven. Maar door de coschappen kreeg ik eindelijk juist de smaak te pakken. Ik kreeg daar zoveel energie, zoveel bevlogenheid van. Geef mij maar de praktijk!’

Tijdens je coschappen begon je blogs te schrijven onder de naam  Dokter Do. Waar komt het succes van Dokter Do vandaan?
‘Ik probeer de lezer mee te slepen in het verhaal door zo beeldend mogelijk te schrijven en dicht bij mijn gevoel te blijven. Ik laat mijn onzekerheden zien en maak het niet mooier dan het is. Daardoor ontstaat veel herkenning bij de lezers. Mijn blogs worden niet alleen door zorgverleners gelezen, maar ook door patiënten. Ik denk dat veel mensen geneeskundestudenten en artsen zien als een soort opgeblazen types, die zoveel patiënten zien dat de problemen van de individuele patiënt ze niet zoveel boeit. In mijn blogs kunnen mensen lezen dat het dokters wel degelijk raakt wat er met een patiënt gebeurt. Het laat ons niet koud.’

‘Jammer dat je een autoritair schild om je heen moet trekken om zo’n specialisme te kunnen doen’

Wat heb je zélf aan het bloggen?
‘Door over mijn coschappen te schrijven ben ik continu bezig met zelfreflectie. Ik sta stil bij wat een situatie met mij, met de patiënt en met de andere zorgverleners deed. Door daar zo bewust bij stil te staan, zorg ik ervoor dat ik niet word meegesleurd in het wereldje dat het ziekenhuis kan zijn. In het begin zegt iedere coassistent: ik wil niet zo worden als die-en-die arts, want dat is zo’n arrogante kwal. Maar als je niet oppast, word je toch zo. Ik vind het ziekenhuis een harde wereld. Om je staande te houden, moet je je een krachtige houding aanmeten. Ik vond het chirurgiecoschap fantastisch, maar een van de chirurgen zei tegen me: “Ik denk dat je het wel in je hebt, maar je bent nu nog te lief en te schattig. Je moet oppassen dat ze niet over je heen lopen.” Ik vind het jammer dat je een autoritair schild om jezelf heen moet trekken om zo’n specialisme te kunnen doen.’

Op je website schrijf je dat een van de belangrijkste redenen om door te gaan met je blog de negatieve media-aandacht rond niet-westerse Nederlanders is. Heb je zelf ook te maken met discriminatie?
‘Dat hangt af van de definitie van discriminatie, denk ik. Ik heb wél vaak te maken met vooroordelen. Ik krijg geregeld te horen: “Wat spreek je goed Nederlands.” Of: “Wat knap dat je geneeskunde studeert.” Dat vind ik heel vervelend. Dus jij denkt dat mensen met een kleurtje dat niet kunnen?, denk ik dan. Binnen het Erasmus MC heb ik me nooit anders gevoeld dan de rest. Pas toen ik coschappen ging lopen in andere ziekenhuizen werd ik er vaker mee geconfronteerd. Zo klaagde een arts tijdens een overleg over patiënten uit het asielzoekerscentrum, dat zij vaak met de hele familie op consult komen. Die arts zei tegen mij: “Jij bent een expert, leg mij eens uit waarom jullie altijd met zo’n hele bende komen?” Of een andere arts die zich erover verbaasde dat ik zelf een specialisatie mag kiezen: “De vader beslist bij jullie toch altijd alles?” Veel mensen hebben dit soort vooroordelen, zonder dat ik het discriminatie of racisme zou willen noemen.’

'Zelf heb ik ook vooroordelen'

Jij ook?
‘Zélf heb ik zeker ook vooroordelen. Zo begreep ik niet waarom een meisje zó van slag was omdat ze een, goed behandelbare, geslachtsziekte had opgelopen. Ze schaamde zich ervoor dat ze seks had gehad. Ik dacht: je bent een Nederlandse dame, dat maakt voor jullie toch niets uit? Maar ze bleek uit een streng christelijk milieu te komen, waarin seks voor het huwelijk wordt afgekeurd. Dat was voor mij een eyeopener, dat er ook onder Nederlanders verschillende normen en waarden zijn. Dat er bijvoorbeeld ook Nederlanders zijn die niet drinken, ondanks de Nederlandse biercultuur. Eigenlijk vind ik vooroordelen niet zo erg, als je je er maar bewust van bent en erover kunt praten met elkaar. En het is belangrijk dat je mensen niet in hokjes stopt.’

Je won eind 2018 de VIVA400-award, voor ambitieuze en ondernemende vrouwen, in de categorie Creatieven. VIVA noemt je een inspiratiebron voor veel jonge vrouwen. Door je duizenden volgers krijg je steeds meer bekendheid en media-aandacht. Hoe vind je dat?
’Ik vind het lastig dat ik door de populariteit van de blog een soort publiek figuur aan het worden ben. Ik krijg bijvoorbeeld mails van lezers die mij een voorbeeld noemen. Dan denk ik: o nee, je moest eens weten hoe lui ik ben! Ik vind het ook helemaal niet nodig dat mensen mij als een voorbeeldfiguur zien. Toch vind ik het fijn dat het concept “Dokter Do” media-aandacht krijgt, zodat ik meer kan bereiken. Ik word vaak een influencer genoemd. Toch zie ik mezelf anders dan de meeste influencers op social media. Ik maak bijvoorbeeld geen gesponsorde reclame voor producten. Als ik een boek aanraad, dan is dat altijd vanuit mijn eigen interesse.’

Je zegt nu al twee keer dat je zo lui bent. Maar alles wat je doet bewijst het tegendeel.
‘Ja, ik geloof eigenlijk óók in hard werken. En dat gaat me makkelijker af als ik weet waar ik het voor doe, geïnspireerd ben. Maar nog steeds ben ik iemand die dingen uitstelt en graag niets doet ’s avonds op de bank, ik heb zo mijn luie momenten.’

Je biedt inmiddels ook andere zorgverleners, zoals verpleegkundigen en doktersassistenten, een podium voor hun blogs. Waarom?
‘Ik wil mensen kansen bieden en ik vind het leuk dat op één plek zorgprofessionals van verschillende disciplines een inkijkje kunnen geven in de zorg. Daarnaast wil ik bewustwording van diversiteit in de zorg stimuleren. Nu ik klaar ben met de coschappen, wil ik er gebruik van maken dat Dokter Do een bekend merk begint te worden. Ik wil workshops en cursussen gaan bieden aan jonge artsen en verpleegkundigen, onder meer op het gebied van diversiteit. Vorig jaar al heb ik samen met een collega een workshop medisch Arabisch aangeboden aan artsen en verpleegkundigen die Arabisch spreken. Zij leren in een aantal lessen hoe ze in goed Arabisch een anamnese kunnen afnemen.’

Je wilt – terecht – niet anders worden behandeld vanwege je roots. Toch profileer je je eigen Arabische achtergrond sterk met zo’n initiatief. Is dat niet tegenstrijdig?
‘Nee, het gaat erom dat ik behandeld wil worden zoals ieder ander, zonder dat er iets negatiefs of stereotieps wordt gekoppeld aan mijn roots. Ik vind het echter belangrijk dat ik, juist als arts met een andere achtergrond, opkom voor een populatie in Nederland die in het algemeen minder gehoord of begrepen wordt. Ik zou het mezelf erg kwalijk nemen als ik dat niet zou doen. Taalbarrières zijn een groot probleem in de zorg. Ik heb het een keer meegemaakt met een Syrische patiënt op de SEH. Hij sprak geen Nederlands, geen Engels en begreep helemaal niet waarom de arts een infuus bij hem had aangebracht en wat hem werd toegediend. Hij had het eruit getrokken en zat onder het bloed. Gelukkig heb ik hem toen kunnen geruststellen. Als ik zulke problemen zie, zoals taalbarrières, wil ik daar graag verandering in brengen. Als je toevallig een andere taal goed spreekt, moet je daar gebruik van maken.’

In een post op je verjaardag in juni liet je je volgers weten dat er dit jaar heel mooie dingen staan te gebeuren, die je nog even stilhoudt. Dat maakt wel heel nieuwsgierig!
‘Haha, ik wil het eigenlijk niet vertellen, omdat ik bang ben dat het de goden verzoeken is. Ik ben bezig met een droom die uit lijkt te gaan komen: een roman! Ik heb een uitgever gevonden en het lijkt erop dat het echt gaat lukken. Met mijn roman wil ik vooral wat meer diversiteit in de Nederlandse literatuur brengen. Ik ben altijd een heuse boekenwurm geweest en heb vele boeken verslonden. Maar ik kon me helaas nooit identificeren met de hoofd- of bijpersonages. Ik wil boeken schrijven die mijn twee werelden combineren en de realiteit waarin ik leef, en veel andere Nederlanders met een migratieachtergrond, weerspiegelen. En dat is niet, zoals het beeld dat vaak wordt geschetst, óf een crimineel óf een uitzondering, zoals een topstudent. Ik wil laten zien dat het gaat om doodnormale mensen, die gewoon hun leven leiden en hier en daar een struggle hebben, net als iedereen. De hoofdpersoon is een jonge vrouw, ooit gevlucht naar Nederland, die thoraxchirurg wil worden. Ik probeer een personage te creëren waar iederéén zich mee kan identificeren, zoals mensen zich ook met Dokter Do kunnen identificeren.’

Dokter Do is actief op haar eigen website, op Facebook en op Instagram.

DOA SHAIKHANI

Doa Shaikhani (1989) is nagenoeg klaar met haar master geneeskunde. Ze studeert filosofie aan de Erasmus Universiteit en volgt de LOI-opleiding journalistiek. Daarnaast werkt ze in een instelling voor verstandelijk gehandicapten. Drie jaar geleden begon Shaikhani een blog over haar belevenissen als coassistent, om haar familie en vrienden op de hoogte te houden. Ook volgde ze een opleiding aan de Schrijversacademie. Haar blog, onder de naam Dokter Do, heeft inmiddels ruim 34 duizend volgers op Facebook en meer dan 10 duizend op Instagram. Shaikhani is single (‘Nee, voor een man heb ik voorlopig geen tijd!’) en woont in Gorinchem.


Download dit artikel (PDF)

interview
  • Simone Paauw

    Simone Paauw deed de deeltijdopleiding journalistiek in Tilburg en werkt sinds 2008 als journalist bij Medisch Contact. Ze interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld voor de rubriek Het Portret. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. Daarnaast schrijft ze over tal van andere onderwerpen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.