ࡱ> ceb'` 0FbjbjLULUCl.?.?>) % % %8D%T%<1%%"&&&&&&|1~1~1~1~1~1~1$2hQ518(&&8(8(1&&1L-L-L-8(x&&|1L-8(|1L-L-L-&% 9L= %)L-P1,101L-5+H5L-L-5.H&0 '"L-/'K'&&&11,X&&&18(8(8(8($$   Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG 8 februari 2011 Raad voor de tuchtrechtspraak van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Uitspraak in de zaak van: [A], vrouwenarts, wonende te xx, klager, tegen [B], huisarts, wonende te xx, verweerder, gemachtigde: mr. [C.] 1. Verloop van de procedure Klager heeft in 2008 bij de Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG een klacht tegen verweerder ingediend. De Raad heeft op 19 maart 2009 een uitspraak in die zaak gedaan waarbij klager niet-ontvankelijk is verklaard in zijn klacht. Bij brief van 1 april 2010 heeft klager de klacht opnieuw aan de Raad voorgelegd, kennelijk met het oog op toepassing van het inmiddels nieuwe artikel 4 van het Reglement tuchtrechtspraak KNMG. Bij die klacht is het initile klaagschrift dat in 2008 is ingediend (incl. bijlagen), het verweerschrift op die klacht en de pleitnota van destijds gevoegd. Conform het bepaalde in artikel 4 van het Reglement heeft de Raad de klacht aan het federatiebestuur voorgelegd met het verzoek te beoordelen of klager zijn klacht alsnog aan de Raad mag voorleggen. De gemachtigde van verweerder heeft met het oog op een beoordeling door het federatiebestuur een zienswijze gestuurd. Bij brief van 25 juni 2010 heeft het federatiebestuur tijdig laten weten aanleiding te zien de klacht alsnog aan de Raad voor te leggen. De Raad heeft daarop verweerder in de gelegenheid gesteld een verweerschrift op de klacht in te dienen. Dit verweerschrift, inclusief zes bijlagen, is tijdig door de Raad ontvangen. Op 23 oktober heeft klager nog een stuk ingebracht waarop verweerder per e-mail van 6 december 2010 een reactie heeft gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden op 8 december 2010 in Domus Medica, Mercatorlaan 1200 te Utrecht. Zowel klager als verweerder zijn daarbij verschenen. Klager werd vergezeld door de heer [D]. Verweerder werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mevrouw mr. [C]. Partijen hebben over en weer hun standpunten toegelicht. Mevrouw [C] heeft haar pleitaantekeningen aan de Raad overgelegd. 2. De feiten Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden kan van het volgende worden uitgegaan: Verweerder is huisarts. In zijn huisartsenpraktijk biedt hij patinten reguliere huisartsgeneeskundige zorg aan. Daarnaast biedt hij patinten niet-reguliere (antroposofische) zorg aan. Verweerder is benaderd door de makers van het NCRV televisieprogramma Uitgedokterd?! met het verzoek aan dit programma mee te werken. In dat programma worden patinten gevolgd die zijn uitbehandeld in het reguliere medische circuit en buiten de gangbare paden van de geneeskunde op zoek gaan naar alternatieve of experimentele geneeswijzen. Verweerder heeft toegezegd aan het programma mee te werken. Bij verweerder zijn televisieopnames gemaakt tijdens een consult met patinte. Verweerder kende deze patinte al langer. Op 7 mei 2008 is het televisieprogramma uitgezonden. In dat programma is onder meer te zien hoe verweerder de hooikoortsklachten van patinte behandelt. Zij heeft last van een loopneus, traanogen en niezen. Verweerder heeft aan patinte een behandeling voorgesteld op basis van Citrus/ Cydonia comp. Dit middel moest bij patinte onderhuids in de nek ingespoten worden. Het televisieprogramma, zoals dat is uitgezonden, is een samenvatting van het gehele consult dat door verweerder bij patinte is afgenomen. 3. De klacht Klager stelt zakelijk weergegeven dat verweerder niet heeft gehandeld conform de KNMG gedragsregels voor artsen. Hij voert daartoe aan dat verweerder op 7 mei 2008 als antroposofisch huisarts is verschenen in het televisieprogramma Uitgedokterd?!. In dat programma zou verweerder de hooikoortsklachten van patinte hebben behandeld. Bij die behandeling zou verweerder een geneeswijze hebben getaleerd die volstrekt ontoelaatbaar is. Zo zou verweerder patinte adviseren citroenzuursap aangevuld met kweepeer in de onderhuid van de nek te spuiten ter bestrijding van die hooikoorts. Klager meent bovendien dat de in de uitzending toegepaste therapie tot de normale praktijk van verweerder behoort. Dit zou blijken uit de informatie op de website van de praktijk van verweerder. 4. Het standpunt van verweerder Verweerder voert gemotiveerd verweer. Hij stelt dat hij niet in strijd met de geldende KNMG richtlijnen en ook niet anderszins tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hij geeft aan de KNMG gedragsregels te kennen en te omarmen en zijn praktijk zo ingericht te hebben dat hij aan die richtlijnen voldoet. Hij meent dat de klacht als ongegrond afgewezen moet worden. Waar nodig wordt in het hiernavolgende nader ingegaan op het verweer. 5. Beoordeling 5.1. Klager heeft zijn klacht met het oog op toepassing van artikel 4 Reglement tuchtrechtspraak KNMG aan het federatiebestuur laten voorleggen. Nu het federatiebestuur tijdig heeft laten weten aanleiding te zien de klacht alsnog aan de Raad voor te leggen, kan klager ondanks het feit dat hij geen rechtstreeks betrokkene is, als klachtgerechtigd worden aangemerkt. 5.2. De Raad stelt voorop dat het in deze zaak niet gaat om de vraag of het een lid van de KNMG toegestaan is niet-reguliere behandelmethoden toe te passen. De Nederlandse wetgeving, in het bijzonder de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet Big), kent geen verbod op het verrichten van dergelijke behandelmethoden. Ook zijn er geen gedragsregels of richtlijnen van de KNMG die het KNMG-leden verbiedt niet-reguliere behandelmethoden toe te passen. De KNMG kent weliswaar een gedragsregel die specifiek ingaat op de voorwaarden waaraan artsen moeten voldoen die niet-reguliere behandelingen aanbieden, maar een verbod op dergelijke behandelingen is in die gedragsregel niet opgenomen. 5.3. In deze procedure is de vraag aan de orde of verweerder bij de behandeling van patinte, van welke behandeling delen zijn uitgezonden op 7 mei 2008, tuchtrechtelijk verwijtbaar in de zin van het Reglement tuchtrechtspraak KNMG of anderszins heeft gehandeld. Naar het oordeel van de Raad is daarvoor onder meer van belang of volgens de verschillende KNMG gedragsregels voor artsen is gehandeld. 5.4. Klager stelt dat verweerder zich bij die behandeling niet heeft gehouden aan de KNMG gedragsregels. Hij verwijst in bijlage 3 bij zijn initile klaagschrift specifiek naar de KNMG gedragsregel de arts en niet-reguliere behandelwijzen. Verweerder heeft echter aangegeven dat deze gedragsregel ten tijde van de behandeling van de patinte formeel nog niet van kracht was. Hij stelt dat de patinte reeds enige tijd voor de uitzending, en derhalve voor de inwerkingtreding van de betreffende richtlijn op 1 april 2008, behandeld is. Deze stelling is niet weersproken en het is de Raad niet op andere wijze gebleken dat deze stelling onjuist is. De Raad gaat er derhalve van uit dat de gedragsregel de arts en niet-reguliere behandelwijzen nog niet van toepassing was op het moment dat verweerder de gewraakte behandeling bij patinte heeft verricht. In dit verband merkt de Raad op dat hij niet heeft kunnen vaststellen dat de inhoud van de onderhavige gedragsregel vr de formele inwerkingtreding ervan reeds geacht mocht worden te behoren tot het geheel van ongeschreven, doch algemeen aanvaarde, regels, gebruiken en gewoonten, waarvan de betekenis zo groot is dat zij ook zonder formele vaststelling als geldend moesten worden aanvaard. 5.5. De Raad zal derhalve toetsen of andere gedragsregels door verweerder geschonden zijn. De Raad meent dat in het kader van deze klacht met name de artikelen I.2, I.3 en I.7 relevant zijn. Ook in de KNMG gedragsregel de arts en niet-reguliere behandelwijzen is aangegeven dat deze artikelen uit de algemene gedragsregels in dit soort situaties relevant zijn. De Raad sluit daar bij aan. Deze bepalingen luiden als volgt: - Gedragsregel I.2: Aan ieder die zich tot hem wendt in zijn hoedanigheid als arts verleent hij de noodzakelijke behandeling, begeleiding, adviezen en beoordelingen overeenkomstig de eisen, die hem op grond van zijn beroep en deskundigheid mogen worden gesteld. - Gedragsregel I.3: De hulpverlening door de arts dient van goede kwaliteit te zijn. Relevante aspecten in dat verband zijn: - deskundigheid; - doeltreffendheid en doelmatigheid; - patintgerichtheid; - zorgvuldigheid; - veiligheid. De arts houdt zijn medische kennis en vaardigheden van dat deel van de geneeskunst dat hij beoefent op peil en levert waar mogelijk aan de ontwikkeling daarvan een bijdrage. Na- en bijscholing zijn hierbij noodzaak - Gedragsregel I.7: Het is de arts niet toegestaan geneeswijzen toe te passen met voorbijgaan aan methoden ter diagnostiek en behandeling welke algemeen in de medische wereld zijn aanvaard. 5.6. De Raad stelt vast dat in de onderhavige uitzending slechts een deel getoond is van de totale behandeling die patinte heeft ondergaan. Het uitgezonden deel van de behandeling betrof grofweg het niet-reguliere gedeelte van het consult. Ter zitting heeft verweerder aannemelijk gemaakt dat de betreffende patinte eerst volgens de reguliere NHG-standaard behandeld is. Omdat deze behandeling volgens patinte niet het gewenste resultaat gaf, heeft zij verweerder benaderd voor een niet-reguliere behandeling. Verweerder heeft beschreven op welke wijze een consult bij hem doorgaans verloopt. Hij beschrijft daartoe dat hij eerst een anamnese afneemt, lichamelijk onderzoek verricht om eventuele andere aandoeningen uit te sluiten en uiteindelijk de reguliere diagnose hooikoorts stelt. Daarna informeert hij patinten aan de hand van de NHG-standaard over de (reguliere) behandeling. In dit geval had de betreffende patinte de reguliere behandeling reeds ontvangen maar was zij juist op zoek naar een andere behandeling. Verweerder heeft daarom patinte uitleg gegeven over de mogelijkheid van eventuele antroposofische, niet-reguliere middelen zoals neusdruppels en het injecteren van Citrus/Cydonia comp. Na uitgebreide informatie over de te verwachten duur van de klachten en van de behandeling, over de risicos en eventuele alternatieven, is de patint tot deze laatste behandeling overgegaan. Dat deel van de behandeling is getoond in de uitzending. Klager heeft een en ander niet voldoende bestreden en voor de onjuistheid van zijn relaas is ook (anderszins) geen aanknopingspunt te vinden, zodat de Raad van de juistheid daarvan zal uitgaan. 5.7. Ter zitting heeft verweerder nog meegedeeld dat hij niet tevreden was met het resultaat van de uitzending. Hij heeft aangegeven dat er flink is geknipt in het beeldmateriaal en dat hij geprobeerd heeft de producent te bewegen in het programma op te nemen dat patinte reeds een reguliere behandeling had gekregen. Dit is echter niet gelukt. De Raad meent dat het verweerder niet tuchtrechtelijk kwalijk genomen kan worden dat door de producent van het televisieprogramma niet het gehele consult is uitgezonden. De Raad merkt in dit verband nog op dat het in het algemeen verstandig is om hierop te anticiperen door een of meer voorwaarden te verbinden aan de toestemming tot uitzending van het programma. Door dit niet te doen is, zoals hier het geval is, heeft een onvolledig beeld van het consult in de uitzending kunnen worden getoond. 5.8. Gezien de handelwijze van verweerder met betrekking tot de behandeling van patinte, zoals onder r.o. 5.6. is weergegeven, oordeelt de Raad dat verweerder niet kennelijk in strijd heeft gehandeld met hetgeen in de artikelen I.2 en I.7 van de algemene gedragsregels is gesteld. Patinte heeft immers eerst de noodzakelijke reguliere behandeling ontvangen, zoals artikel I.2 voorschrijft. Dat verweerder vervolgens een niet-reguliere behandeling heeft aangeboden doet daar niet aan af. Niet gesteld, nog gebleken is dat de reguliere behandeling niet deskundig is geweest. Hiermee is voldaan aan hetgeen in artikel I.2 is gesteld. Verweerder heeft bovendien voldaan aan het vereiste uit artikel I.7, dat bepaalt dat niet aan reguliere behandelingen voorbij mag worden gegaan. Immers patinte had al een reguliere behandeling ondergaan. 5.9. Met betrekking tot artikel I.3 van de algemene gedragsregels overweegt de Raad dat dit artikel ziet op de gehele behandeling die de arts verricht. Dit volgt logischerwijs uit de formulering van het artikel dat de hulpverlening () van goede kwaliteit (dient) te zijn. Dit artikel ziet derhalve zowel op de reguliere als de niet-reguliere behandeling. Dit betekent dat het niet-reguliere gedeelte van de behandeling ook moet voldoen aan de eisen van deskundigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid, patintgerichtheid, zorgvuldigheid en veiligheid. 5.10. De Raad is niet bij machte een uitspraak te doen over de deskundigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van de behandeling door verweerder. De Raad ziet het ook niet als zijn taak om uitspraken te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van een (niet-)reguliere behandeling. Die taak is weggelegd voor wetenschappelijk onderzoekers. De Raad merkt in dit verband op dat niet eenduidig is komen vast te staan of de aangeboden behandeling, het inspuiten van Citrus/ Cydonia comp in de nek, daadwerkelijk werkzaam is tegen hooikoortsklachten. Met de door verweerder aangeboden summiere gegevens omtrent hiernaar al verricht wetenschappelijk onderzoek lijkt het laatste woord nog niet te zijn gezegd. Dit blijkt ook uit de door klager overgelegde brief van een door hem geraadpleegde KNO-arts die concludeert dat op basis van het meegestuurde artikel niet uit te sluiten is dat de behandeling effect heeft, maar dat een placebo gecontroleerd onderzoek ontbreekt. Klager moet derhalve toegegeven worden dat de in de televisie-uitzending weergegeven behandeling niet de indruk wekt gebaseerd te zijn op gedegen wetenschappelijk onderzoek en ten minste de vraag doet rijzen of de behandeling bewezen effectief is. Het enkel beantwoord zijn van deze vraag brengt echter nog niet mee dat klager (dus) tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. 5.11. De Raad acht het zeer belangrijk dat de door verweerder gebezigde therapie veilig is. Uit de stukken en uit hetgeen tijdens de zitting naar voren is gekomen kan niet geconcludeerd worden dat het inspuiten van Citrus/ Cydonia comp in de nek, veilig is. Het is echter ook niet komen vast te staan dat deze behandeling onveilig is. Verweerder stelt in dit verband desgevraagd dat deze therapie al jaren wordt toegepast en dat er geen (ernstige) bijwerkingen of incidenten bekend zijn. De Raad meent dat het beter zou zijn als over de veiligheid van deze therapie meer bekend wordt. Van een evidente onveilige situatie is echter geen sprake, althans dat kon in deze procedure niet worden vastgesteld. 5.12. De Raad is van oordeel dat van een overtreding van artikel I.3 van de gedragsregels evenmin sprake is. De Raad ziet geen aanknopingspunten om aan te nemen dat andere gedragsregels zijn geschonden. Ook niet voor wat betreft de op de website van verweerder weergegeven informatie. 5.13. Nu van enige tuchtrechtelijke verwijtbaarheid niet gebleken is, zal de Raad de klacht afwijzen. 5.14. De Raad acht publicatie van deze uitspraak van belang. 6. Beslissing De Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG: wijst de klacht af, verzoekt de secretaris deze uitspraak geanonimiseerd ter publicatie aan te bieden aan de redactie van Medisch Contact, het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Gezondheidszorg Jurisprudentie. Deze beslissing is gegeven in Raadkamer door: mr.dr. H.L.C. Hermans, voorzitter, W.L. Bogtstra, huisarts, dr. mr. C. Das, arts voor maatschappij en gezondheid, drs. C.J.A. Nuver, kinderarts, drs. B.R. Schudel, huisarts, leden en mr. D.Y.A. van Meersbergen, secretaris. secretaris voorzitter     PAGE  PAGE - 2 -   3?@AV     " # $ / 1 N V \ ] ^ z ) 0 B E N R W _ a 霒hu4hUqh2M$hOXhShNE5>*h,h'Jhl,hl,5hl,hNE5hl,h[5hl,h[hNE5 hl,5h[h[5hShNE5hShNE5CJ aJ hafhShNECJ4aJ4hShNE1     ,-.3456789:;<=$a$gdSgdNEF/F=>?ABCSTUV    $ 4 A W ^gdS$a$gdSgdNEW X Y Z [ \ ^ z { ` a @A^_`mn12gd^CgdNE  # 9 B O h z 0 5 = I '?@O#']_`lmnȼhShNE5>*hSh^C5>* h,5>*h^Ch'JhNEhOXh-Zh hUqh,hxO1hu4hBhB-hSjhh+h}h&h]=n ~%01 %F !34Žh:hBhHfh5OBhNEhSho5>*hShv15>* h,5>*h*ahSjhv1h<%hoh$Uh[=hLbh^Xhdhj&hH9h@YhJhO3h2M$h0ah^C h^Ch^C3 !/0 e%f%gd=F7gdeN6gdgd/_gdNEZ[^bgr%&(,e>Pho./345Rdlvx:OοݪΦΞΖΒΒh*ah$Rhh,hSh/_hHfhShHf5>* h/_h5OB h/_h/_h#hh h h h5OBhShNE5>*hSh5OB5>* h,5>*h:hNE9,S0 ; ! !!!'!1!6!w!y!!!!!!!!" """@"~""""""""""""""̼ȼh3Gh$Rhe h7fh7fh7fhSjh}hYf>hIrh\+hhMh[hhY#h+hH<h,h h2Kihh@""#/##d%e%f%i%j%k%%&&''(())********+ +++*+F+Y+e++++++++++,,,,-,>,Y,e,--.ļļĸ츰h'|hh$h h4h|ah/h$h"h ,*h;hhh6hhV6hhxO1hVh+hShH<h=F7h.Khh2Kih3Gh7fh/T7f%''((((((()))**11g4h47799%?&?Agd2fgdNEgd=F7^gd^gdVgdV.../3/]/W011111 1A1L11111#2,2L2Z2u223'333444.4?4f4g4h4j4k4m4t44444595O5P5555555586s6v6666666667ĸĴhdhph<<hhSh(Kh/hChy;YhGhqYhq/h8h;hY#hU`hh)h$h$h'|B67r7777777777&828F8H888888888888889+9:9V9Z9n9x999999999999999:+:L:M:o::::9;=;ྺܬܬܳܨh(Kh}s hB{hyhhy hB{h2f hB{hB{hGhB{ hQ6hhQ6 hp6hphQ6hphQhdhSh;hh[=h<<h2f:=;A;V;];b;l;o;;<<)<X<i<s<<<<=]>^>>"?)?*?,?w????'@(@@@PARAoAAAAAA BBB@BGBNBQBSBeBwBBBCCC CC8CkClCmCpCqCCCܴ h,5>*hSh<<hNEh~hxO1hCnh@hRrhB h@ch;hGh homhh}shh(KhyAAACClCmCCCCCCCCCCCCCDDEEEEEEEEEgdSgdNEgd2fCCCCCCrDDDDDDEE)E]EEEEFFFF F F F FFFFFFFFFF$F%F*F+F,F.F/F0Fhl,0JmHnHuh'J h'J0Jjh'J0JUhEjhEUhhlb9hSFhShGh=>hV2h~hNEhShNE5>*hShHf5>*+EEEEEFFFFF F F FFFFFFFF,F-F.F/F0F &`#$gd[gdNEA09PP&P 1h:p,. A!"#$% F@F StandaardCJ_HaJmHsHtH LA@L Standaardalinea-lettertypeZiZ Standaardtabel :V 44 la .k. Geen lijst F@F  BallontekstCJOJQJ^JaJ: @: , Voettekst  9r 0)@0 , Paginanummer8@"8 ,Koptekst  9r 0>l ,-.3456789:;<=>?ABCSTUV $4AWXYZ[\^z{`a@A^_`mn 1 2 ! /0ef  !!!""))g,h,//11%7&799;;l;m;;;;;;;;;;;;;<<=============>>>>> > > >>>>>>>>,>->.>1>00000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000000@000@000@000@0000010 00 0@0@000|K004AW@A^_mn /0ef !!!""))g,h,//11%7&799;;l;;;;;;;<<======>>>1>@000Ht.R00000 00 l00 00 00000000 00 00 @00 0 l 0 0( SN0 0'0 0&0 0 0 0 @0p00 00000000 000000000000@0p000000 000"0000000 00 00000#00#000 00 00000/0 0/0 000000@0040 040 040 5 +040 040 00000000l0000j00 @0 @0 @0 @00 (((+ n".67=;C0F$)*,-.0124=W f%AE0F%'(+/35/F& $+!!8@0(  B S  ?HC,HCtW HCl<h=1>=p=1>C*urn:schemas-microsoft-com:office:smarttagsmetricconverter>*urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags PersonName (z 2010 inA. Nuver C. Hermans ProductID/1" #$%%J'P'Q'X'Y']',,333333788 8 88<<==k=p===>>>> > > > >>>>>.>1> $+4>ALTV^b gqw&x}w%]&b&((,*1*K+Z+,,..00;4B45577;;;<==>>>> > > > >>>>>.>1>CVwnR 0 F | r//11&7,799; ;m;s;;;;;1=d===>>>> > > > >>>>>.>1>>>>> > > > >>>>>.>1> Dvh6UQT!FI 6FI;zXXXXdUZoZow||SodU;zSow||Q$/TOhI\pS  V* B I vf $T$CndfVR vB-GU`9a8 Y#+$2M$j&'U ) ,*\+,=&-q/xO1S1V2 3z3L4eN6=F7Tj7H9lb9>a:;)<H<[=>Yf>y?LP@5OB^CEESFF3G'J(K[KP R$R$UWOX^Xs0Yy;Y)QYIZ-Z]*aLb} eHfaf26i2KiSjBmomnoUqIr}syB{'|9.|}J"/_}&L!q%:*d1[NE[j2e-vC  qY0aou4Rr=>9|a~l,<<@c/E%@~Q[y82fidSe6!Mv1jvO3 -\CRu4.Kld7f` O,)8;#" (KDVPB<%+;T*=@Y fK^;1>@x=p0>@@UnknownGz Times New Roman5Symbol3& z Arial5& zaTahoma"1܋A 4pA 4pN4d==2QHX ?NE2Raad voor de tuchtrechtspraakd.van.meersbergend.van.meersbergenOh+'0 8D d p |  Raad voor de tuchtrechtspraakd.van.meersbergen Normal.dotd.van.meersbergen6Microsoft Office Word@`4<@YF@X@A 4՜.+,0  hp   Centric CEWp=' Raad voor de tuchtrechtspraak Titel  !"#$%&'()*+,-./012345689:;<=>?@ABCDEFGHIJKLMNOPQSTUVWXY[\]^_`adRoot Entry F`\=f1Table75WordDocumentClSummaryInformation(RDocumentSummaryInformation8ZCompObjq  FMicrosoft Office Word-document MSWordDocWord.Document.89q