‘In álles wat we doen moeten we sociale rechtvaardigheid nastreven’
Zomerportret: Arts en wetenschapper Joyce Browne
1 reactie
Artsen en wetenschappers zouden zich veel vaker en fermer moeten uitspreken over maatschappelijke thema’s. Zegt global en planetary health-onderzoeker Joyce Browne. Ze maakt zich zorgen over het huidige politieke klimaat in Nederland. ‘Artsen kunnen de stem zijn van de meest kwetsbaren.’
‘Ik vind het héél erg geruststellend dát er geprotesteerd wordt. Ik zou het heel erg vinden als er géén onrust zou zijn onder studenten en medewerkers, terwijl er in Gaza groot leed plaatsvindt dat zó zichtbaar is’, zegt Browne. Het is begin juni, enkele weken na de soms heftig verlopende protesten van studenten en medewerkers van universiteiten tegen de oorlog in Gaza en tegen de samenwerking van Nederlandse universiteiten met Israëlische universiteiten.

In onze zomerserie vier artsen met een bijzonder verhaal, elk dubbelnummer één. De eerste was hoogleraar integratieve fysiologie Maria Hopman, gevolgd door kinderpsychiater Hilgo Bruining. In dit nummer is het podium voor arts en wetenschapper Joyce Browne, die zich hardmaakt voor kansengelijkheid en klimaatrechtvaardigheid. Ten slotte is het woord aan psychiater Jantijn Fockens, verantwoordelijk voor de medische zorg in Penitentiaire Inrichting Vught.
En enkele dagen nadat de rectoren van vijftien Nederlandse universiteiten in een open brief laten weten dat zij geen reden zien om de banden met Israëlische – of Palestijnse – universiteiten te verbreken. Het interview vindt plaats in een rommelig vergaderzaaltje in het historische pand van de faculteit recht, economie, bestuur en organisatie, waar het Utrecht Center for Global Challenges gevestigd is. Dichtbij werd ook het protest van Utrechtse studenten door ingrijpen van de politie beëindigd. Als universitair hoofddocent heeft Browne zelf niet meegedaan aan de protesten. Wél uitte ze op haar socialmedia-accounts – vooral op X – haar zorgen over het politie-ingrijpen bij de demonstraties. Browne: ‘Studenten hebben altijd al een belangrijke rol gehad in het opkomen tegen sociaal onrecht en ik vind het belangrijk dat dit nu ook gebeurt. Maar wat ik teleurstellend vind is dat we als academische gemeenschap niet goed in staat zijn geweest om een goede dialoog – tussen bestuursleden, stafleden en studenten – te voeren, waarin wordt gekeken naar alle verschillende perspectieven en naar welke verantwoordelijkheden we als gemeenschap hebben. En extra kwalijk vind ik dat er voor de protesterende studenten en medewerkers een onveilige situatie is ontstaan, waarin politiegeweld is gebruikt. Dat we hen daar niet tegen hebben kunnen beschermen.’
‘In Gaza is écht meer aan de hand dan alleen een conflict’
Vindt u dat de samenwerking met Israëlische universiteiten en organisaties moet worden opgezegd?
‘Ik denk dat het heel belangrijk is om na te denken over onder welke voorwaarden we internationaal samenwerken. Het is een belangrijke vraag of het wenselijk is dat we als wetenschappelijke instelling samenwerken met organisaties die mogelijk een rol hebben in een genocide. Ik zeg bewust genocide, omdat dit ook de woorden zijn van het International Court of Justice en mensenrechtenrapporteurs van de Verenigde Naties. In Gaza is écht meer aan de hand dan alleen een conflict. En het is de vraag of wij er als Nederlandse kennisinstelling door die samenwerking direct of indirect aan bijdragen of niet. Ik denk dat het belangrijk is dat we inzien dat op die vraag niet altijd een zwart-wit ja of nee te geven is. Een analyse van de Israëlische wetenschapper Maya Wind laat zien dat Israëlische universiteiten medeplichtig kunnen zijn aan de systematische schendingen van het internationaal recht door de Israëlische regering en het leger. Een andere schending is het doelwit maken van de zorginfrastructuur en zorgpersoneel in Gaza, zoals ook de Wereldgezondheidsorganisatie rapporteert. Er zijn echter ook Israëlische organisaties die zich juist inzetten voor vrede, die een brug proberen te vormen. Als je dan categorisch álle samenwerking opzegt, mis je juist ook de kans om een samenwerking op te bouwen die wél een gemeenschappelijk doel nastreeft – zoals vrede, het beschermen van mensenrechten en gezondheid(szorg) voor iedereen. Ik denk dat we de kans die er nú ligt om de dialoog over de situatie goed te voeren ondanks alle tegengestelde waarden, niet optimaal benutten. En dat is een verlies voor ons allemaal.’
Joyce Browne
Joyce Browne (1987) studeerde in 2013 af als arts. Ze promoveerde en werkte daarna één jaar als anios gynaecologie en verloskunde. Ze legde zich vervolgens volledig toe op haar eerste liefdes: public/global health en sociale epidemiologie. Inmiddels is ze niet meer BIG-geregistreerd als arts, omdat het werken als arts qua werkuren niet viel te combineren met haar grote ambities als onderzoeker en docent.
Voordat ze begon met de verkorte geneeskundeopleiding aan de Universiteit Utrecht, studeerde ze af in life sciences en public health aan University College Utrecht en deed ze een master social epidemiology aan University College London.
Browne promoveerde op onderzoek in Ghana naar het verbeteren van de zorg rondom de bevalling.
Tegenwoordig is ze universitair hoofddocent, doet ze onder meer onderzoek naar pre-eclampsie in Ghana, naar hoe in het onderwijs en onderzoek aandacht kan worden besteed aan planetary health en hoe gelijkwaardige samenwerking tussen instituten in hoge-, lage- en middeninkomenslanden kunnen worden vormgegeven. Daarnaast is ze betrokken bij onderwijsprogramma’s voor vluchtelingen met een medische achtergrond.
Spreken artsen en geneeskundestudenten in Nederland zich hier voldoende over uit?
‘Nee. Ik verbaas me erover dat maar een handvol artsen en geneeskundestudenten, zoals Artsen voor Gaza, die rol oppakt. Ik vind dat júíst artsen en geneeskundestudenten meer van zich moeten laten horen over de situatie in Gaza en Israël dan ze nu doen. Als artsen hebben we er ons aan gecommitteerd voor iederéén te zorgen. Gezondheidszorg is door humanitair oorlogsrecht beschermd, ongeacht aan welke kant van het conflict je staat. En artsen zijn bij uitstek degenen die zien wat de consequentie is van oorlog, die het leed van individuen zien. Zij kunnen de stem zijn van de meest kwetsbaren.’
Rechtvaardigheidsmeetlat
Wat Browne betreft moet overigens niet alleen de samenwerking met Israëlische universiteiten en organisaties, maar élke samenwerking in het buitenland langs een rechtvaardigheidsmeetlat worden gelegd. Niet alleen in politiek opzicht, maar ook sociaal en in de manier waarop de samenwerking wordt ingericht. Zelf doet ze al sinds 2011 in Ghana onderzoek naar (het voorkomen van) moedersterfte, met name sterfte als gevolg van pre-eclampsie. Op dit moment is het onderzoek onder meer gericht op de vraag of een variant van het gen APOL1, die (wereldwijd) vaak voorkomt bij vrouwen met West-Afrikaanse herkomst, de kans op pre-eclampsie vergroot. Daarnaast geeft ze onderwijs over global health en begeleidt ze geneeskundestudenten bij hun wetenschapsstage in het buitenland.
Browne: ‘Individuele artsen hebben in het verleden heel mooie en waardevolle dingen gedaan in lage- en middeninkomenslanden. Maar de tijd van de ouderwetse tropengeneeskunde – die mede voortkwam uit het kolonialisme – is echt voorbij. De tijd waarin geleerde witte dokters naar arme landen gingen om mensen te redden. Het is heel belangrijk om als je in het buitenland onderzoek wilt doen of een coschap, dit met de juiste attitude te doen. Binnen de global health gaan we bij internationale samenwerking uit van gelijkwaardigheid en wederkerigheid. We moeten ons er bewust van zijn dat wij uit een rijk, westers land komen en de beschikking hebben over de financiën voor onderzoek of projecten. Daarom is er eigenlijk per definitie een machtsverschil. Je moet niet net doen alsof dat verschil er niet is. Je moet er het gesprek over aangaan. Wij stellen aan onze contactpersonen in onder meer Suriname, Malawi en Ghana letterlijk de vraag op welke manier de samenwerking ook voor hén meerwaarde heeft, wat moet de samenwerking opleveren om het betekenisvol te maken? Soms is het antwoord geld, maar meestal niet. Het heeft bijvoorbeeld meer waarde dat we zorgmedewerkers een aantal weken naar Nederland kunnen laten komen om onderwijs of trainingen te volgen. Daar is budget voor, vanuit onder meer internationaliseringsgelden of beurzen die we ervoor aanvragen. Zo komt er deze zomer een groep artsen uit Malawi naar Nederland.’
Ook binnen Nederland
Browne vindt het belangrijk te benadrukken dat global health gaat over kansengelijkheid overal op de wereld, dus óók binnen Nederland zelf. Browne: ‘Zelfs binnen een stad als Utrecht – waar ik zelf ook woon – zie je dat er tussen de rijkste en de armste buurt een verschil in levensverwachting is van vijf jaar – en in bijvoorbeeld de wijk Overvecht is dat verschil nog groter. Maatschappelijke factoren kunnen enorm van invloed zijn op de gezondheid – als je bijvoorbeeld in armoede leeft of laaggeletterd bent of een migratieachtergrond hebt, zijn je kansen op gezondheid lager dan die van anderen. Dat is een onrechtvaardigheid die mij diep raakt. De politieke dimensie die gezondheid heeft, heeft me altijd al gefascineerd. Als kind zag ik al – bijvoorbeeld door de reizen die we maakten naar mijn opa en oma, die op de Caribische eilanden Saint Vincent en Curaçao woonden – dat de wereld niet voor iedereen hetzelfde is. En dat de welvaart waarin ik opgroeide – in Twente, met hoogopgeleide ouders en in een montessorischoolbubbel – niet vanzelfsprekend is. Dat is waarom ik ben begonnen met een brede bachelor aan het University College, waar ik verschillende interesses in bijvoorbeeld life sciences, public health, ontwikkelingsstudies en politicologie kon combineren. En daarna een master sociale epidemiologie deed, die heel diep inging op de maatschappelijke en sociale determinanten van gezondheid.’
U houdt zich niet alleen bezig met global health, maar ook met planetary health – met bijvoorbeeld lezingen over klimaatrechtvaardigheid tijdens symposia. Wat houdt planetary health eigenlijk in? Wat is het verschil met global health?
‘Planetary health is een relatief nieuw vakgebied, waar ik me sinds 2022 mee bezighoud. Ik ben er echt ingerold vanuit de global health. Global health gaat over kansengelijkheid op gezondheid wereldwijd. Planetary health trekt dit breder naar de gezondheidseffecten als gevolg van milieuvervuiling en klimaatverandering – en de aanpak hiervan. Niet alleen in het heden, maar ook met het oog op toekomstige generaties. Ecosystemen, biodiversiteit, watersystemen en ook de voedselvoorziening worden bedreigd en dat is een dreiging voor de gezondheid van de mensheid, maar ook voor andere soorten die leven op aarde. En de gevolgen zijn vaak het eerst voelbaar voor de mensen die het minst grote aandeel hebben gehad in de klimaatverandering.’
‘De keuzes die we maken om de voetafdruk te verkleinen, kunnen de kansenongelijkheid vergroten’
Is de zorgsector op de goede weg?
‘Ik vind het heel fijn om te zien dat bijna iedereen in de zorgsector inmiddels begint in te zien dat de ecologische voetafdruk van de zorg heel groot is. En dat daar veel aan wordt gedaan, er zijn veel initiatieven om de uitstoot en de afvalstroom omlaag te brengen. Maar daarbij wordt te veel gekeken vanuit alleen het ecologische perspectief. Ik mis vaak aandacht voor het sociale perspectief. Om een voorbeeld te geven: om het aantal reisbewegingen naar het ziekenhuis te verkleinen – en daarmee de uitstoot door autoritten – wordt vaak ingezet op digitalisering van een deel van zorgverlening, zoals het aanbieden van e-consulten. Dat werkt prima voor een deel van de patiënten. Maar voor mensen die laaggeletterd zijn of minder digitaal vaardig werkt het minder goed. Zij lopen het risico dat zij minder goede zorg krijgen door de transitie die we nu doormaken. Het gevaar bestaat dus dat de keuzes die we als zorgsector maken om de voetafdruk te verkleinen, de kansenongelijkheid vergroten. Ik denk dat er héél expliciet in de besluitvorming over duurzaamheidsinitiatieven moet worden meegenomen wat de impact is op de meest kwetsbare groepen. En als het een negatief effect heeft, wat gaan we dan doen om het effect zo klein mogelijk te maken? We moeten de kans op gezondheid niet kleiner maken, maar juist groter. Zélfs als daardoor iets minder grote stappen kunnen worden gemaakt op het gebied van duurzaamheid in de zorgsector.’
We hebben een nieuw kabinet dat sterk wil bezuinigen op wetenschap en onderwijs. En ook global health en planetary health lijken geen grote prioriteit te hebben. Maakt u zich zorgen over de toekomst van uw eigen vakgebied?
‘Ik maak me zeker zorgen over het huidige politieke klimaat. Er wordt net gedaan alsof de wereld alleen maar om Nederland draait. Alsof er een hoge muur is opgetrokken bij de landsgrenzen en alles wat daarbuiten gebeurt geen invloed heeft op Nederland. En dat de rest van de wereld er niks mee te maken heeft wat er binnen onze landsgrenzen gebeurt. Dat naar binnen gekeerde van de huidige politieke macht, terwijl we als land de rest van de wereld nódig hebben, daar maak ik me zorgen over. En ik maak me zorgen over andere maatschappelijke tendensen. Zoals het toenemende wantrouwen in de wetenschap en in kennis. En dat aan meningen minstens net zoveel waarde wordt toegekend als aan feiten. Aan het verdraaien van feiten. Aan de toenemende hoeveelheid des- en misinformatie, waardoor mensen (bewust) verkeerd worden ingelicht, met alle risico’s van dien. Aan het toenemende wantrouwen in de journalistiek. Aan de toenemende polarisatie en discriminatie. Ik maak me óók zorgen met het oog op mijn eigen vakgebied. Maar ik denk dat we in staat zijn om vol te houden. Er wás al geen ruime financiering voor global health. Gelukkig komt een deel van de financiering van andere (Europese) subsidieverstrekkers dan de Nederlandse overheid.’
Noemt u zichzelf eigenlijk een activist?
‘Ik vind sociale rechtvaardigheid enorm belangrijk – dat is wie ik bén, een onderliggende waarde in alles wat ik doe. Ik vind dat sociale rechtvaardigheid moet worden nagestreefd in álles wat we doen. Ik vind dat we het als maatschappij beter moeten doen dan we het nu doen. Maar ik merk dat ik er terughoudend in ben om mezelf te identificeren als activist, omdat activisme een heel andere, negatievere, connotatie heeft dan jezelf gewoon inzetten voor het verbeteren van de wereld. Ik vind dat ik gewoon doe wat iedereen zou moeten doen.’
Is de politiek dan misschien meer iets voor u?
‘Na de vorige Kamerverkiezingen ben ik lid geworden van vier politieke partijen. Ik houd voor mezelf welke dat zijn. Ik heb er heel bewust voor gekozen niet van slechts één partij lid te worden. Er is niet één partij die helemaal perfect is, maar bij deze vier zie ik de meeste elementen waar ik me in kan vinden. Door mijn lidmaatschap wil ik bijdragen aan het versterken van de positie van alle vier de partijen: door de contributie die ik betaal, door het vergroten van hun ledenaantal. Ik wil deze partijen actiever steunen dan door eens in de zoveel tijd mijn stem uit te brengen. Zo draag ik bij aan het democratische systeem dat we in Nederland hebben, dat ondanks de tekortkomingen, nog altijd beter is dan allerlei niet-democratische alternatieven. Ik denk dat we ons daar veel meer van bewust moeten zijn – zeker in deze tijd. En dat we ons vanuit ons burgerschap moeten uitspreken voor de democratie en de rechtsstaat en die waar we kunnen moeten ondersteunen. Juist ook als dokters en wetenschappers.’
Lees ook:-
Simone Paauw
Simone Paauw interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse.
Arts, Amsterdam
Ik heb er moeite mee als academici de scheidslijn tussen feiten en meningen/ interpretaties niet bewaken.
Mw. Browne zegt bewust genocide, omdat dit ook de woorden zijn van het International Court of Justice en mensenrechtenrapporteurs van de Vereni...gde Naties.
Het ICJ heeft NIET gezegd dat er sprake is van genocide, alleen dat er mogelijk een "case" gemaakt kan worden voor genocide.
En wat VN rapporteurs zeggen is ook niet DE waarheid. VN rapporteurs hebben het recht om meningen te uiten om dingen op de kaart te zetten.
[Reactie gewijzigd door op 10-08-2024 15:48]