‘Als sporter zit ik op hetzelfde level als mijn patiënten’
Plaats een reactieErwin Brans (31) is aios sportgeneeskunde aan het UMC Groningen. In mei 2019 rondt hij zijn opleiding af.
‘Ik heb eerst bewegingswetenschappen gestudeerd en ben als zijinstromer op de geneeskundeopleiding gekomen. Het bewegingsapparaat heeft me altijd al enorm geboeid. En ik ben zelf actief sporter – vooral wielrennen en schaatsen – waardoor ik op hetzelfde level zit als mijn patiënten. Ik kan me goed inleven en als ze merken dat ik iets van een specifieke sport weet – ik heb veel sporten uitgeprobeerd – win ik snel vertrouwen.
Wat zo leuk is aan dit vak is dat je met een heel diverse patiëntenpopulatie te maken hebt, van jong tot oud en van gezond tot chronisch ziek. En iedereen met wie ik te maken heb, wil in grote lijnen hetzelfde: gezond bewegen. Onder mijn patiënten is meer therapietrouw en meer motivatie te vinden dan bij andere specialismen het geval is. Zeker de topsporters zijn erg op prestaties gebrand. Als ik tegen hen zou zeggen dat ze vijf keer per dag ijskoud moeten douchen om beter te presteren, zouden ze het doen. Bij wijze van spreken dan.’
‘Als sporter zit ik op hetzelfde level als mijn patiënten’
Doping
'Naast het werk in de kliniek, bijvoorbeeld medische sportkeuringen, doe ik ook sportmedische begeleiding. Ik zit bijvoorbeeld in de medische staf van FC Groningen en was teamarts van het EK atletiek onder de 18 jaar. De sportmedische begeleiding vind ik het allerleukste van dit vak. Alleen al omdat je dan buiten het ziekenhuis bij sportactiviteiten betrokken bent. Ook vind ik het mooi om een team op een hoger niveau te krijgen. Doping is wat mij betreft not done, maar de druk voor sommige sportartsen is sterk. Het is wel een onderwerp in de opleiding; hoe je met dopinggebruik moet omgaan en wat je wel en niet mag voorschrijven.’
Luchtiger
'Ik vind het fijn dat ik meestal niet met heel zieke patiënten te maken heb. Ik denk dat ik het te zwaar zou vinden, bijvoorbeeld om geregeld slechtnieuwsgesprekken te moeten voeren. De sportgeneeskunde is gelukkig wat luchtiger. Veeleisende patiënten vind ik ook een wat lastigere patiëntencategorie om tevreden te houden. Ze kunnen wat claimerig zijn en blijven aandringen op aanvullend onderzoek, terwijl duidelijk is dat dit niets zal opleveren. Het kan dan misschien verleidelijk zijn om er maar gewoon aan toe te geven, maar ja, dan stijgen de zorgkosten nóg verder.’
Onbekend
'Het is jammer dat de sportgeneeskunde nog relatief onbekend is. Ik merk vaak dat andere specialisten niet weten dat het een erkend specialisme is. Huisartsen en andere specialisten verwijzen nog te weinig naar de sportarts, daar valt nog veel te winnen.
Ik woon met veel plezier in Friesland en hoop na mijn opleiding in deze provincie, of in ieder geval in het noorden, te kunnen werken. Hoewel er genoeg vacatures zijn voor sportartsen, zijn de banen in deze regio schaars. Ik hoop dat ik in een sportmedisch centrum terechtkom en zo betrokken kan blijven bij sportmedische begeleiding.’
In de rubriek De Aios portretteert Medisch Contact elke maand een aios die bijna klaar is met de specialistenopleiding.
-
Simone Paauw
Simone Paauw interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse.
- Er zijn nog geen reacties