Wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik?
VU komt met plan om keuzestress te verminderen
Plaats een reactie
Keuzestress. Veel studenten geneeskunde hebben er last van: waar zal ik mijn keuzecoschap doen? Waar mijn senior? En: wil ik eigenlijk wel dokter worden? Career officer Annemieke Smits en kersverse basisarts Hajo Reurs hebben een antwoord.
Sinds 2021 kent de VU, net als alle andere universiteiten, een afdeling Career Services, met als doel studenten handvatten te geven voor de invulling van hun studie. Ook voor studenten geneeskunde. Zo vind je op de site informatie over de beroepen in de geneeskunde, interviews met rolmodellen, een overzicht met andere masters dan geneeskunde die je na de bachelor kunt volgen, en filmpjes over solliciteren.
Samen met alle andere faculteiten geneeskunde wordt bovendien twee keer per jaar een webinar georganiseerd over de vraag wat je kunt doen met een bachelor geneeskunde.
‘Keuzestress kan verlammend werken’
Annemieke Smits is career officer aan de VU en spreekt geregeld studenten die bij Career Services aankloppen met keuzestress, vooral op het moment dat ze hun seniorcoschap moeten kiezen. ‘Omdat keuzestress verlammend kan werken en het nemen van een beslissing kan bemoeilijken, vond ik dat ik daar iets mee moest doen. Studenten moeten zelfinzicht hebben en weten wat hun waarden, competenties en interesses zijn, zodat ze op basis daarvan – eventueel met begeleiding – passende en duurzame keuzes kunnen maken.’ Ze raakte daarover in gesprek met student geneeskunde Hajo Reurs – die inmiddels is afgestudeerd – en dat groeide uit tot een plan dat, verwachten ze, helpt met minder stress en meer zelfvertrouwen je toekomst als student geneeskunde vorm te geven. Ze kregen er vorig jaar de Onderwijsinnovatieprijs van de faculteit der geneeskunde van de VU voor.
Dagelijkse werkomgeving
Smits legt uit wat het plan, dat nog in de pilotfase verkeert, in grote lijnen behelst: ‘Om studenten eerder bewust te maken van de mogelijkheden die ze hebben op de arbeidsmarkt en hoe ze kunnen toewerken naar een baan die goed bij hen past, vinden wij dat beroepsoriëntatie vanaf het begin van de opleiding een onderdeel moet zijn van het curriculum. Elke geneeskundestudent moet bij aanvang van de studie een antwoord kunnen formuleren op drie vragen: wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik? Daarvoor biedt Career Services loopbaantesten en persoonlijkheidstesten aan. Die nu overigens al facultatief beschikbaar zijn. Zo kun je als student vaardigheden ontwikkelen om keuzes te maken, dus nog voordat je met de coschappen een kijk in de keuken krijgt.’ Al in het eerste jaar moeten studenten uitleg krijgen over de dagelijkse werkomgeving van artsen in en vooral ook buiten de muren van het ziekenhuis, vinden Smits en Reurs. ‘Laat bijvoorbeeld verzekeringsgeneeskundigen of artsen maatschappij + gezondheid vertellen over hun werk’, aldus Smits. Verder komt er een e-module waarmee studenten een cv kunnen maken. ‘Die kun je vanaf het eerste jaar gebruiken. Je houdt zo bij wat je hebt gedaan, zodat je je steeds bewust bent van wat je nog wil leren. En dus: welke bijbanen, keuze- en seniorcoschappen, minor, en wetenschappelijke stage daaraan kunnen bijdragen.’ Met nadruk voegt ze daaraan toe: ‘Dit is uitdrukkelijk niet bedoeld om via dat cv de concurrentie onder studenten verder aan te wakkeren. Die is er al te veel onder geneeskundestudenten. Het gaat erom hoe je jezelf ontwikkelt.’
‘Gaandeweg mijn coschappen sloeg de twijfel toe’
Star systeem
Hoe goed het zou zijn om de cruciale vragen ‘wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik?’ als leidraad bij je studie te gebruiken, heeft Reurs zelf ondervonden, vertelt hij. Hij werd aanvankelijk uitgeloot voor de studie, ging psychologie studeren, maar bleef toch steeds het gevoel houden dat hij dokter wilde zijn. Maar wat voor dokter? ‘Aanvankelijk was dat het romantische beeld van mensen helpen, de arts zijn die het allemaal wel weet, het avontuur, het aanzien, het handelen in spannende situaties, je kent dat wel. Maar gaandeweg mijn coschappen sloeg de twijfel toe. Als arts functioneer je in een vrij star systeem met een vaste structuur, bergen administratie, nog veel hiërarchie. Bovendien is de sfeer nogal competitief.’ En dat bleek niet zijn ding. Daar kwam nog iets bij: ‘Ik ben opgegroeid in een gezin waar altijd breed maatschappelijk gediscussieerd werd. Daar ging het in de geneeskundestudie helemaal niet over. De studie laat, vind ik, niet veel ruimte voor verbreding en verdieping, maar loopt door als een trein, met elke maand een vak afgesloten door een tentamen en dan snel weer verder. Ik weet ook wel: die basis heb je als dokter nodig. Maar ik vond het ook een beetje saai. Mijn dagen zaten helemaal vol, dus vakken ernaast doen was, anders dan bijvoorbeeld bij psychologie, niet gemakkelijk te organiseren. Tijdens de coschappen zag ik vooral wat er in het ziekenhuis gebeurt. De meeste coschappen zijn ook te kort. Je bent vooral bezig met wat er van je wordt verwacht en met het ingevuld krijgen van je feedbackformulieren. Je afvragen: hoe is het nu om zo te leven als arts, daar kom je niet aan toe. Ik had het gevoel dat ik in een mal werd gedrukt, als in: zo moet een dokter zijn. Ik zag het ook om me heen: veel studenten grijpen de kans niet om via een keuzecoschap buiten de muren van het ziekenhuis, of zelfs van de geneeskunde te kijken. Ze zijn monomaan een pad ingeslagen.’
Reurs besloot het anders aan te pakken en een keuzecoschap te doen als journalist op de gezondheidsredactie van het actualiteitenprogramma EenVandaag. Een eyeopener: hij kon de skills die hij in zijn studie had geleerd, zoals gesprekstechnieken en vertrouwen met anderen opbouwen, ook op een heel ander vlak inzetten. Het gaf hem stof tot nadenken over het soort arts dat hij wilde zijn. Sinds drie maanden werkt hij als basisarts in een centrum voor patiënten met PTSS-klachten: ‘Dat past goed bij mij.’
Career Event
Op 3 april zal er aan de VU een Career Event plaatsvinden met onder meer verschillende workshops met Q&A-sessies over zowel extramurale als intramurale beroepen en is er een informatiemarkt. Dit event is zowel voor master- als bachelorgeneeskundestudenten van de VU toegankelijk.
Extramurale beroepen
Annemieke Smits plaatst een kanttekening bij Hajo’s verhaal: ‘Het is goed te weten dat we de masteropleiding geneeskunde gaan herzien. Dat is een landelijke trend: er zal meer ruimte komen voor de extramurale beroepen tijdens de coschappen.’ Verder kan ze wel aansluiten bij zijn ervaringen. Als career officer ziet zij nogal eens studenten die, net als Hajo, bevangen raken door twijfel – toch ook weer met een disclaimer want, weet ze, er zijn uiteraard ook veel studenten die tamelijk precies weten wat ze willen en zelfs al een specialisme voor ogen hebben. Smits: ‘Een aanzienlijk deel van de studenten die ik spreek hebben geneeskunde gekozen omdat ze het menselijk lichaam interessant vinden, maar die bij nader inzien niet per se arts willen worden. En ik zie ook vaak studenten die weliswaar twijfelen, maar die het zonde vinden om te stoppen. Omdat ze zich zo geprivilegieerd voelen dat ze door de selectie zijn gekomen.’ Al deze studenten zouden beter af zijn als ze tijdig de tools zouden krijgen om dat te onderkennen, vindt ze.
Burn-outs
Bovendien: een goede weloverwogen loopbaankeuze maken is ook op de lange termijn van groot belang, vinden beiden. Vooral omdat je veel uitval en burn-outs ziet onder artsen die werken in het ziekenhuis, en omdat steeds meer kersverse artsen lang in de fase van basisarts blijven hangen: ze twijfelen over de richting waarin ze zich willen specialiseren. ‘Leven is niet alleen maar werken, vindt mijn generatie. Gedurende de studie, en zeker bij jonge artsen, merk je dat de vraag nogal eens opkomt: is dit alles?’, onderstreept Hajo Reurs. Annemiek Smits vat het zo samen: ‘Vroeger was arts-zijn je identiteit, nu geef je identiteit aan het arts-zijn.’
Lees ook- Er zijn nog geen reacties