Nieuws
Lucie Pelzer
5 minuten leestijd

‘We kijken ver vooruit’

Plaats een reactie
Getty Images
Getty Images

Het Capaciteitsorgaan brengt iedere drie jaar een advies uit over de instroom in de opleiding geneeskunde. Daarnaast raamt het hoeveel opleidingsplekken er nodig zijn voor de vervolg­opleidingen. Hoe gaat dat in zijn werk en hoe stelt het Capaciteitsorgaan zijn adviezen op? ‘Het is ingewikkelder dan het lijkt en we kijken naar een fors aantal variabelen’, aldus interim-directeur Jan Huurman.

Het Capaciteitsorgaan brengt voor 79 verschillende beroepsgroepen in kaart hoeveel opleidingsplekken per jaar nodig zijn. Dat lijkt een logische rekensom. Wanneer je berekend hebt hoeveel internisten over vijftien jaar nodig zijn, kun je ook berekenen hoeveel eerstejaarsgeneeskunde­studenten nodig zijn om voldoende basisartsen beschikbaar te hebben voor de vervolgopleiding.

Maar het is ingewikkelder dan het lijkt, want wat als de zorgvraag ineens toeneemt, artsen naar het buitenland vertrekken of meer parttime willen werken? Met al die aspecten moet je rekening houden om de vraag naar artsen in de toekomst zo goed mogelijk te kunnen ramen. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stelde daarom in 1999 een apart adviesorgaan in dat deze ramingen maakt. Dat doet het Capaciteitsorgaan door naar een fors aantal variabelen te kijken.

Varkenscyclus

‘De aanleiding voor de oprichting van het Capaciteitsorgaan is vergelijkbaar met de varkenscyclus’, begint Huurman. ‘De term is afkomstig van varkensboeren. Als de prijs van varkensvlees hoog is, houden boeren meer varkens. Als meerdere varkensboeren dat tegelijk een aantal jaren doen, zijn er dus heel veel varkens en daalt de varkensprijs. Het gevolg hiervan is dat een aantal varkensboeren weer stopt. Dus er zijn boeren die starten met varkens en weer stoppen met varkens. Dit kun je vertalen naar beroepsgroepen.’ In bepaalde sectoren is een groot tekort. De vraag is dan groot. Voor studenten is het vaak aantrekkelijk een studie te kiezen waarin genoeg werkgelegenheid is. Maar wanneer de eerste studenten hun studie afgerond hebben, ziet de arbeidsmarkt er weer heel anders uit. In plaats van een tekort, is er weer een overschot. ‘Die afwisseling van tekorten en overschotten speelt al meer dan honderd jaar bij de geneeskundeopleiding’, vertelt Huurman. De taak van het Capaciteitsorgaan is deze afwisseling van tekorten en overschotten te beperken en daarmee de arbeidsmarkt stabiel te houden, met het oog op de toekomst.

Tien kamers

Het Capaciteitsorgaan bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur, werkgroepen en tien kamers, ondersteund door een twaalfkoppig bureau. De tien kamers zijn verdeeld in verschillende beroepsgroepen: medisch specialisten, huisartsen, FZO-AVP (gespecialiseerd verpleegkundigen), geestelijke gezondheid, sociale geneeskunde, specialisten ouderengeneeskunde, tandheelkundig specialisten, artsen verstandelijk gehandicapten, eerstelijns mondzorg en physician assistants/verpleegkundig specialisten.

Capaciteits­orgaan moet arbeidsmarkt stabiel zien te houden

Dataverzameling

Elke kamer bestaat uit drie partijen – de beroepsbeoefenaars, de opleidingsinstellingen en zorgverzekeraars of werkgevers – en levert elke drie jaar een deelrapport. In de kamers wordt gekeken naar welke dataverzameling nodig is om het model te gaan voeden. Die dataverzameling bestaat allereerst uit kwantitatieve gegevens zoals zorgaanbod (aantal werkzame artsen en artsen in opleiding), onvervulde vraag, demografie (vergrijzende patiëntenpopulatie) en epidemiologie (hoe ontwikkelt zich de prevalentie en incidentie van aandoeningen). Daarnaast kijkt het Capaciteitsorgaan ook naar kwalitatieve gegevens zoals sociaal-culturele factoren (mondigere patiënten), vakinhoudelijke factoren, efficiency (technologische ontwikkelingen), horizontale en verticale taakverschuiving (substitutie) en arbeidstijdverkorting.

Jan Huurman is arts maatschappij + gezondheid en sinds 1988 zelfstandig organisatieadviseur en interim-manager. Hij werkt momenteel als interim-directeur bij de Stichting Capaciteits­orgaan voor (vervolg)opleidingen van professionals in de zorg.

Advies

Als het model gevuld is en de uitkomst berekend is, wordt het besproken in de kamer. Aan de hand van een aantal parameters wordt berekend wat de zorgvraag is over vijftien tot twintig jaar. Er wordt gekeken naar een evenwichtsjaar, bijvoorbeeld in 2032. ‘De reden dat we zover vooruitkijken is dat het huidige volume aan zorgverleners afneemt als mensen uitstromen. Op basis van de huidige capaciteiten stromen er weer mensen in. Een geneeskundestudent die nu begint, is pas over vijftien jaar internist. Dus als je iets wil doen aan de situatie in een evenwichtsjaar, dan moet er nu al gestuurd worden’, legt Huurman uit. Kortom, het Capaciteits­­orgaan heeft de taak te zorgen voor evenwicht in een evenwichtsjaar.

‘Uiteindelijk komt alles in een algemeen rapport te staan dat het algemeen bestuur vervolgens vaststelt. Het ingewikkelde, maar ook logische proces maakt de ramingen betrouwbaar en zorgt ervoor dat de minister het advies meestal accepteert en waardeert’, aldus Huurman.

Getty Images
Getty Images

Politieke afweging

‘Dat wil niet zeggen dat het advies ook altijd gevolgd wordt’, benadrukt hij. ‘Ons advies over de instroom in de opleiding geneeskunde is een paar keer niet gevolgd. We adviseerden toen een lagere instroom om te zorgen dat het reservoir aan basisartsen niet verder zou toenemen. De toenmalige minister streefde juist naar een overschot aan artsen, zodat de marktwerking beter haar werk kon doen. De reden dat toen niet het advies is overgenomen, was dus niet dat het advies niet klopte, maar dat de minister toentertijd een andere politieke afweging maakte.’

Dat is ingewikkeld, maar volgens Huurman ook inherent aan het feit dat het Capaciteitsorgaan geen beleidsmaker is. ‘We zijn een onafhankelijk bureau dat werkt voor de minister van VWS. Wij geven advies, maar minister en Tweede Kamer zijn politiek verantwoordelijk en hebben het laatste woord’, vult hij aan.

Studenten kiezen vaak een studie waarin genoeg werkgelegenheid is

Basisartsen

In 2019 bestond het reservoir uit 6762 basisartsen. ‘Dat klinkt veel, maar dat is relatief’, vertelt Huurman. ‘Daarvan stromen namelijk ongeveer 2920 basisartsen jaarlijks door naar een vervolgopleiding. Een groot deel van het reservoir heeft een baan, bijvoorbeeld als anios, of is aan het promoveren. Het zijn dus geen werkelozen. Een gedeelte van de mensen die promoveren, stroomt later weer door naar een vervolgopleiding.’

Het Capaciteitsorgaan maakt geen afzonderlijke raming voor basisartsen. Waar het bureau momenteel wel aan werkt, is een beroepsvoorkeuronderzoek onder basisartsen. In samenspraak met de LAD wordt deze zomer een vragenlijst opgesteld en verspreid, om zo beroepsvoorkeuren van basisartsen in kaart te kunnen brengen. 

Kwaliteit van onderwijs

De LAD en De Geneeskundestudent (DG) vinden het belangrijk dat bij politieke besluiten over de instroom ook wordt gekeken naar de gevolgen voor de kwaliteit van het onderwijs. Nu lopen coassistenten vaak met veel anderen coschappen en zijn de wachttijden voor coschappen lang. Te veel coassistenten op één plek zetten is geen goed idee, vinden de beide belangenbehartigers. Dit zorgt namelijk voor minder leermomenten per co.

Daarnaast vinden ze het belangrijk dat de tekorten bij bepaalde vervolgopleidingen (zoals ouderengeneeskunde en sociale geneeskunde) niet leidend zijn bij het vaststellen van de instroom in de geneeskunde­opleiding. Die tekorten los je in hun ogen niet op met een hogere instroom, omdat bij andere specialismen juist een overschot bestaat. DG en de LAD pleiten er daarom al langere tijd voor om geneeskundestudenten tijdens de opleiding breed kennis te laten maken met het artsenvak en ook aandacht te hebben voor de minder bekende specialismen.

basisartsen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.