Nieuws
5 minuten leestijd
opleiding

Wat maakt van een dokter een goede dokter?

Plaats een reactie

Over welke competenties moet een dokter beschikken om een goede dokter te zijn? Met die vraag ging student Emma de Koning naar medestudenten en zocht zij in relevante bronnen. Een goede dokter blijkt niet alleen een kwestie te zijn van veel vakkennis.

Emma de Koning
eerstejaarsgeneeskundestudent aan de RUG

Ongeacht je taal, je land of je leeftijd, voor iedereen staat een witte jas symbool voor een dokter. Bij ongeveer 10 tot 20 procent van de mensen leidt de witte jas in combinatie met angst voor de dokter tot ‘wittejassenhypertensie’, oftewel een hoge bloeddruk veroorzaakt door het zien van een dokter.1 Deze mensen associëren de witte jas vaak met angst. Kennelijk hebben ze slechte ervaringen met een arts. Als aanstaande arts vind ik het daarom interessant om na te gaan wat een ‘goede dokter’ dan als eigenschappen zou moeten hebben. Ik doe dat aan de hand van enkele bronnen, interviews en mijn ervaringen in de coachgroep.

Definities

Ik zocht eerst de meningen van medestudenten geneeskunde op. In het tijdschrift Medisch Contact opperen zij de volgende definities van een ‘goede arts’: ‘Het artsenvak is communiceren, verbaal en non-verbaal, met patiënten, maar ook met collega’s’ (Maarten Dekker, vijfdejaars Amsterdam), ‘Je moet als arts weten waar je het over hebt en verder kunnen kijken dan je eigen vakgebied’ (Perijne Vellekoop, derdejaars Utrecht).2 Deze citaten laten zien dat er een verschil zit in de waardering van kennis en van communicatie. Tijdens de interviews die ik heb gehouden met chronische patiënten kwam dit ook naar voren.

De eerste die ik interviewde is een patiënte van begin twintig, bij wie twee jaar geleden borstkanker werd gediagnosticeerd. Een ontzettend positieve meid, middenin haar ontwikkeling tot vrouw die zich toen in haar studententijd bevond. Ze was naar mij toe gekomen om te vertellen wat er speelde. Iets wat mij verbaasde omdat wij tot dan amper contact hadden gehad. Ze vond dat ik een betrouwbare uitstraling had en vroeg mij om hulp en ondersteuning in het onderwijs. Omdat ze niet als ‘de zieke’ gezien wilde worden, wilde ze het op de opleiding aan niemand laten weten, met uitzondering van de mentor.

Karakter

Toen ik haar tijdens het interview vroeg wat zij het allerbelangrijkste vond aan een ‘goede arts’, zei ze: ‘Dat je als arts je patiënt leert kennen. Dan bedoel ik niet wat iemands lievelingseten of lievelingskleur is, maar wat voor karakter iemand heeft. Mijn artsen dachten volledig mee over hoe ik mijn tentamenweken het beste kon halen. En ze stemden mijn behandelplan zo af dat ik naar schoolgala’s kon. Dat betekende veel voor mij.’ Verder vertelde ze dat alle artsen de tijd namen voor haar, wat zorgde voor rust. De enige momenten die ze minder fijn vond, waren de momenten waarop er aan haar werd getwijfeld. Toen ze op de vraag: ‘Hoe gaat het met je?’ antwoordde met ‘Goed’, was dat niet voldoende. Er werd dan vrijwel meteen een vervolgvraag aan haar ouders gesteld: ‘Hoe gaat het nou ècht met haar?’ Ze voelde zich daardoor gekleineerd en niet serieus genomen. Goede communicatie bleek voor haar de belangrijkste competentie. Iets wat aansluit op haar wens voor toekomstig contact met haar behandelend arts: ‘Ik wil graag dat het blijft zoals het was wat betreft de persoonlijke band en dat ze mij niet steeds meer als enkel een patiëntnummer gaan zien.’

Symbolen

Haar verhaal sluit nauw aan bij een van de lessen met een coachgroep. Voor die les was ieder van ons gevraagd een voorwerp mee te nemen dat symbool stond voor een ‘goede dokter’. Ik zocht een symbool voor het je verplaatsen of verdiepen in de situatie van iedere patiënt. Hiervoor nam ik een bril mee. Want als arts moet je door veel verschillende brillen kunnen en willen kijken om het grotere plaatje te zien. Zonder het grotere plaatje ben je niet in staat de kleinere dingen op te lossen of te bekijken. Door de symbolen van mijn medestudenten werd ik opnieuw aan denken gezet over de ‘goede dokter’. Een potlood met een puntenslijper stond voor het constant scherp blijven als arts. Een elastiek stond voor het aanpassen aan situaties en het terug kunnen veren naar de originele vorm in de privésfeer als je de hele dag bent ‘opgerekt’ door het maken van beslissingen. Deze twee symbolen lieten voor mij menselijkheid en professionaliteit zien in het vak als arts, iets waar ik naar zal streven als ik later arts ben. Dit sluit goed aan op de competenties communicatie en professionaliteit uit het CanMEDS-raamwerk.3

Miscommunicatie

Mijn tweede interview was met een patiënte van 26 jaar met de ziekte van Hashimoto. De exacte benaming is belangrijk, want dit bleek het voornaamste onderwerp van het interview. De ziekte werd namelijk gediagnosticeerd toen ze 9 jaar was. Maar ze kwam er pas op 18-jarige leeftijd achter dat ze specifiek de ziekte van Hashimoto had. Alle jaren daarvoor heeft ze gedacht dat het ‘gewoon’ een hypothyreoïdie was. De oorzaak voor deze miscommunicatie was waarschijnlijk dat de artsen voornamelijk gesprekken voerden met haar moeder en ervan uitgingen dat zij meeluisterde of dat ze later door haar moeder op de hoogte werd gebracht. Maar haar moeder nam ook aan dat zij al had meegekregen wat er aan de hand was. Vanwege deze aannames kwam ze er dus ongeveer tien jaar later pas bij toeval achter wat haar diagnose was. Het communiceren via haar moeder leidde daarnaast nog tot andere ongemakkelijke momenten. Ik vroeg haar: ‘Wat heb je als negatief ervaren bij een arts?’ Haar antwoord was dat haar nooit gevraagd is wat zij vond van de onderzoeken.

Door haar ziekte bleef de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken achter en daarom werd er lichamelijk onderzoek gedaan. Vooraf was haar echter niet gevraagd of ze er bezwaar tegen had dat er coassistenten zouden meekijken. Nu geeft ze aan dat ze dit vervelend vond. Iets wat ertoe leidt dat haar mening over een ‘goede dokter’ aanvankelijk vooral te maken heeft met communicatieve vaardigheden. Na doorvragen over de ‘goede dokter’ bleek dat haar perceptie inmiddels veranderd was. Rond haar 20ste had ze namelijk een vraag aan de huisarts over de invloed van de anticonceptie pil op haar schildkliermedicatie. Hierop bleek de huisarts geen antwoord te hebben. Het feit dat de huisarts in eerste instantie niet toegaf dat hij het niet wist, maar het op google opzocht en met een half verhaal kwam, maakte het nog vervelender. Daarom vind ze nu het aspect kennis belangrijk voor een ‘goede dokter’. Als samenvatting van wat ze een goede dokter vindt, zei ze uiteindelijk: ‘Kennis zou een vaste basis moeten zijn bij een “goede dokter”, waarbij vervolgens communicatie komt kijken om dit te ondersteunen. Hierbij komt betrokkenheid en het afstemmen van communicatie op het niveau van de patiënt kijken.’ Dit verhaal ondersteunt het aspect van kennis bij een ‘goede dokter’ zoals de geneeskundestudenten uit Medisch Contact ook benadrukten.

Competenties

Concluderend leiden de interviews, symbolen, CanMEDS-competenties en definities mij tot mijn persoonlijke visie op een definitie van de goede dokter. Voor mij is de ‘goede dokter’ iemand die goed inziet wie er tegenover hem of haar zit. Om de patiënt te helpen heeft de arts de kennis en flexibiliteit nodig om zich in zowel het ziektebeeld als de persoonlijkheid van de patiënt te kunnen verplaatsen. Dit alles wordt op een professionele en gepaste afstandelijke manier uitgevoerd.

Contact

e.j.de.koning@student.rug.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Bronnen

1. Redactie Nederlands Huisartsen Genootschap/ BSL. Wittejashypertensie. Een kwestie van angst? https://www.tvpo.nl/wittejashypertensie-een-kwestie-van-angst/. 2016.

2. R. Walhout, N. Radhakishun, L. Koning, L. Warris. Superdokter in de spiegel . https://www.medischcontact.nl/arts-in-spe/nieuws/ais-artikel/superdokter-in-de-spiegel.htm. 2010.

3. Een raamwerk gebruikt door onderwijsinstituten voor de geneeskunde in het nieuwe Raamplan Artsopleiding 2020. Hierin staat de vraag centraal: ‘Wat zijn de belangrijkste competenties die de arts anno 2025 moet hebben? Het antwoord op deze vraag is geformuleerd als competenties in verschillende competentiedomeinen, gebaseerd op het CanMEDS-raamwerk.’

Nederlandse federatie van universitair medische centra. Raamplan Artsopleiding 2020. Nederland: https://www.nfu.nl/sites/default/files/2020-08/20.1577_Raamplan_Artsenopleiding_-_maart_2020.pdf; 2020.

Lees ook

opleiding competenties
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.