Nieuws
Matthijs Buikema
4 minuten leestijd
sport

Voor sporters en voor chronisch zieken

1 reactie

Nauwere samenwerking met andere specialisten

Als sportarts heb je niet alleen te maken met topsporters en recreanten, maar steeds vaker ook met chronische patiënten. Het doel blijft hetzelfde: het vergroten van hun belastbaarheid. De weg daar naartoe vergt de nodige vindingrijkheid. Een boeiend vak. En je komt nog eens ergens.

Sportgeneeskunde is een relatief onbekende specialisatie onder geneeskundestudenten. Ze ligt verscholen binnen de sociale geneeskunde en bijna de enige mogelijkheid om er tijdens je studie mee in aanraking te komen is via een keuzecoschap. Daar komt bij dat veel mensen denken dat sportgeneeskunde alleen maar te maken heeft met verzwikte enkels, pijnlijke knieën en ander blessureleed.

‘Niets is minder waar,’ zegt Willemien van Teeffelen, sportarts en directeur van Sanasport, een sportmedisch centrum in Nijmegen, gelegen naast het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis. ‘Mijn werk bestaat uit preventie, curatie en begeleiding. Concreet komt dat neer op het verrichten van blessureconsulten, preventieve sportmedische onderzoeken, inspanningstesten en het geven van bewegings- en voedingsadviezen. Je hebt te maken met orthopedie, cardiologie, longgeneeskunde, huisartsgeneeskunde en revalidatie. Daarnaast moet je alles weten over voeding, de anatomie van het lichaam en psychologie. En dat allemaal in combinatie met de meest uiteenlopende sporten, waar je dus ook verstand van moet hebben.’

Kort stuur
Als sportarts ben je volgens Van Teeffelen vooral bezig met het leggen van functionele relaties tussen (mogelijke) klachten en sport. ‘Andere specialisten, bijvoorbeeld de orthopeed, richten zich vooral op de klacht. Als er dan geen afwijking wordt gevonden, krijgt een turnster met polsklachten al gauw het advies om een paar maanden rust te houden. Wij kijken veel meer naar de achtergrond van een klacht.

Bij welk onderdeel van het turnen heeft ze vooral klachten? Hoe plaatst zij haar handen bij het maken van een overslag? Worden de klachten minder als ze haar handen anders plaatst?’

Soms laat ze een sporter voordoen bij welke sportbeweging de klachten opspelen. Soms ook laat ze iemand zijn sportattributen meenemen. Zoals bij een man die hevige nekklachten had als hij een eind had gefietst. Bleek dat de man een veel te kort stuur had, waardoor hij zijn hoofd veel te ver moet opheffen om goed voor zich te kunnen kijken.

Van Teeffelen: ‘Het zijn vaak kleine aanpassingen waardoor mensen minder klachten hebben of beter kunnen presteren. Als sportarts ben je voortdurend op zoek naar de balans tussen belasting en belastbaarheid. Het is onze taak om patiënten en sporters te beschermen tegen een overmatige, eenzijdige, ongeschikte of vroegtijdige belasting.’

Voor meer informatie zie: www.sportartsio.nl en www.sportgeneeskunde.com.

Hartfalen
De groep mensen die de sportarts behandelt en begeleidt is zeer divers. Niet alleen topsporters, maar ook recreanten, kinderen die sportmedisch gezien zorgvuldig naar de top moeten worden begeleid, gehandicapte sporters die specifieke medische begeleiding nodig hebben. Daarnaast doen chronische patiënten de laatste jaren steeds vaker een beroep op de sportarts, al dan niet doorverwezen door hun huisarts of specialist.

Van Teeffelen: ‘Je moet dan denken aan mensen met hartfalen, longziekten, obesitas, diabetes en nierfalen. Wij kunnen met onze specifieke kennis hun belastbaarheid in kaart brengen en deze proberen te vergroten met therapieën en speciale bewegings- en voedingsadviezen. Ik ben de afgelopen jaren steeds nauwer gaan samenwerken met andere specialisten, zoals cardiologen, orthopeden, longartsen, huisartsen maar bijvoorbeeld ook geriaters en internisten. Die samenwerking is voor zowel de sportarts als voor de andere specialist leerzaam en vruchtbaar, waardoor de sportarts de afgelopen jaren flink in aanzien is gestegen.’

Wereldwijde werkplek
Onderdeel van haar werk in een sportmedisch centrum is werken met professionele topsporters, zoals de basketballers van Matrixx Magixx en de ijshockeyers van Romijnder Devils uit Nijmegen.

Van Teeffelen: ‘Je kunt je als sportarts ook verbinden aan een profclub, zoals Ajax, het Nederlands elftal of het nationale hockeyteam, maar ik ben daar iets te allround voor. Ik houd van verschillende sporten en zou niet alleen met topsporters willen werken. Bij recreanten en chronisch zieken heb je weer met andere achtergronden en andere problematiek te maken. In feite streeft iedereen die bij ons komt hetzelfde doel na: het vergroten van hun belastbaarheid. Elke patiënt vraagt daarbij om een specifieke benadering. Je moet inventief zijn en alternatieven verzinnen. Dat maakt het vak afwisselend en boeiend.’

Boeiend is ook dat je als sportarts nog eens ergens komt. Als sportmedisch begeleider van een sportteam dat op het hoogste niveau speelt, reis je al gauw de hele wereld rond. Als dat moeilijk te combineren valt met het thuisfront, kun je ook grote sportevenementen begeleiden, soms zelfs internationaal.

Zelf stond Van Teeffelen enkele jaren geleden de internationale tennistop bij tijdens de Australian Open. ‘De Nederlandse sportgeneeskundige opleiding staat internationaal hoog aangeschreven. Als ze mensen nodig hebben, kun je in principe overal ter wereld aan de slag bij dit soort evenementen. Waanzinnig leuk en inspirerend. En een prima kans om daarna nog wat van het land te zien.’

Matthijs Buikema
beeld: De Beeldredaktie, Erik van 't Hullenaar

Sportarts Willemien van Teeffelen: ‘Mijn werk bestaat uit preventie, curatie en begeleiding
Sportarts Willemien van Teeffelen: ‘Mijn werk bestaat uit preventie, curatie en begeleiding



<strong>PDF van dit artikel</strong>
sport
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.