‘Verslavingsinstellingen moeten patiënt screenen op ADHD’
Plaats een reactieEén op iedere vijf verslaafden heeft ADHD. Instellingen die verslavingszorg aanbieden, doen er verstandig aan om patiënten direct bij intake te screenen op ADHD. Dat stelt psychiater in opleiding Katelijne van Emmerik-van Oortmerssen die woensdag promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Op basis van eerder en nieuw onderzoek, concludeert zij dat ADHD onder verslaafden vaak voorkomt. Dit varieert van land tot land en is afhankelijk van bijvoorbeeld het middel van verslaving. In Hongarije, bijvoorbeeld, is de prevalentie van ADHD minder groot (5,4%) onder verslaafden dan in Noorwegen (31,3%).
Ook hebben verslaafde patiënten met ADHD vaak meer psychiatrische problemen zoals persoonlijkheids- en stemmingsstoornissen dan verslaafde patiënten zonder ADHD. In totaal werden 1205 verslaafde patiënten onderzocht op ADHD, depressie, (hypo)manie, antisociale persoonlijkheidsstoornis en borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Alle comorbide stoornissen kwamen vaker voor in de groep verslaafde patiënten met ADHD, dan in de groep verslaafde patiënten zonder ADHD, met als uitzondering huidige depressie bij patiënten met drugs als primair middel.
Van Emmerik ontwikkelde voor deze groep een geïntegreerde behandeling met cognitieve gedragstherapie voor zowel de verslaving als ADHD. In de nieuwe aanpak namen patiënten deel aan tien sessies cognitieve gedragstherapie (CGT) voor verslaving, plus vijf sessies CGT gericht op behandeling van ADHD. Daarin leren zij onder meer planningsvaardigheden. Een eerste vergelijking tussen deze nieuwe aanpak en de standaardbehandeling laat zien dat de geïntegreerde aanpak een beter effect heeft op het verminderen van ADHD-klachten, zonder dat medicatie nodig is. Voor het aanpakken van de verslaving werken beide behandelingen even goed.
Lees ook:- Er zijn nog geen reacties