Nieuws
Ingrid Lutke Schipholt
7 minuten leestijd

Studeren in oorlogstijd

Plaats een reactie

‘Natuurlijk voerden we actie’

Medisch Contact, het moederblad van Arts in Spe, is in de Tweede ­Wereldoorlog ontstaan als verzetsorganisatie van artsen. De oprichters zijn ­overleden, maar de verhalen leven voort.

Internist Van Kammen-Wijnmalen (87) en huisarts Fred Bol (91) zijn twee van de naar schatting negenhonderd nog levende artsen die in de Tweede Wereldoorlog studeerden of praktiseerden. Medisch Contact/Arts in Spe inventariseert hun ervaringen.

Geneeskundestudent Fred Bol (91) – die later in zijn loopbaan hoofdredacteur zou worden van het tijdschrift Medisch Contact – werkte in de oorlog als waarnemer bij een zieke huisarts in Berkhout bij Hoorn. ‘Burgemeesters waren vervangen door NSB’ers. Die nieuwelingen wisten niet zo veel over regelgeving. Om aan te tonen dat ik arts was, zou ik mijn bul aan de burgemeester moeten laten zien. Maar er heeft nooit iemand naar gevraagd. Ik schreef toen ook doodsverklaringen. In wezen zijn die documenten ongeldig.’

Studeren in de oorlog was moeilijk. Omdat de universiteit van Leiden door de bezetter was gesloten, deed Bol zijn doctoraalexamens in Amsterdam. Daarna heeft hij enkele assistentschappen gedaan: clandestien, want hij wilde de niet-joodverklaring niet tekenen. Hij dook onder en kwam via contacten in Enkhuizen als waarnemer bij de huisarts in Berkhout terecht. ‘Dat was een vreemde situatie, want deze huisarts heulde met de Duitsers. Niet actief, maar hij ging niet tegen ze in. Ik denk dat hij bang was.’

Afplakactie
Hoe het eerste contact met het verzet verliep, weet Bol niet meer precies. ‘Ik denk dat ze mij eerst polsten. Toen bleek dat ik ervoor openstond, werd mijn medewerking gevraagd. Ik schatte in of ik mensen kon vertrouwen, maar wist vaak niet met wie ze verder contact hadden of vanuit welke organisatie ze werkten. Later was duidelijk dat ik met een verzetsorganisatie te maken had. Daarnaast zal ik vast en zeker met het Medisch Contact (MC) te maken hebben gehad, maar ze maakten zich niet bij mij als zodanig bekend. Ik vermoedde van een aantal artsen wel dat ze vanuit het MC werkten.’

MC was de verzetsorganisatie van artsen. De meeste dokters hadden de officiële Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunde verlaten toen deze te meegaand bleek met de Duitsers. Het Centrum Medisch Contact behartigde, ondergronds, de belangen van artsen. Het bekendst is de afplakactie op 24 maart 1943. Alle artsen moesten zich aansluiten bij de Artsenkamer, de artsenorganisatie van de bezetter. Een van de consequenties was dat de artsen hun beroepsgeheim zouden kwijtraakten. Uit protest plakten dokters massaal het woord ‘arts’ af op hun naambordje.

Het MC communiceerde met dokters per mededelingenblad of mondeling. Uit veiligheidsoverwegingen moesten de blaadjes worden vernietigd nadat artsen tot in de verste uithoeken van het land ze hadden gelezen. Feitelijk zijn deze vlugschriften voorlopers van het tijdschrift Medisch Contact.

Nepgips
Bol kon zijn verzetswerk doen omdat hij als ‘arts’ privileges had. ‘Soms reed ik ‘s nachts rond met een verzetsman die ik nepgips had gegeven. Ik had een vergunning om ‘s nachts te rijden. Als ik aangehouden zou worden, zou ik zeggen dat ik de man naar het ziekenhuis moest brengen.’
Eens werd Bol opgepakt omdat hij een patiënt met lichte bronchitis de diagnose tuberculose had gegeven. Een tewerkgestelde in Duitsland was in Nederland met verlof.

‘Toen ik hem had onderzocht, zei ik: “blijf maar in bed. Ik zeg wel dat je tuberculose hebt.” De Duitsers waren als de dood voor tuberculose.’ Vervolgens wilde de Sicherheitsdienst weten wat er met de patiënt aan de hand was. Bol zei dat hij tuberculose vermoedde. Even later werd hij weer gebeld. De patiënt was naar Enkhuizen getransporteerd, waar ze hem al hadden doorgelicht. Ze hadden niks gevonden.’

Bol werd een nachtlang opgesloten. ‘Ik zei dat ik naar de praktijk moest bellen omdat er een bevalling zat aan te komen. Daar deden ze moeilijk over. Ik werd heel boos. Er kon wel iemand doodgaan als er geen dokter beschikbaar was. Kort daarna werd ik vrijgelaten.’

Na de oorlog studeerde Bol af in Leiden. Daar werden de stages afgetekend op basis van de veronderstelling dat in de oorlogspraktijk veel ervaring was opgedaan. ‘Van de meeste studenten nam de decaan aan dat zij tijdens de oorlog ervaring hadden opgedaan. Het was niet te controleren. Met het semi-artsenexamen controleerden ze toch wel of je het vak ook echt kon uitoefenen. Ik slaagde.’ In 1946 werd Bol huisarts in Schoonoord.

Mannenbeen
Internist-geriater Van Kammen-Wijnmalen (87) begon in 1939 met haar geneeskundeopleiding in Leiden en deed daar ook haar kandidaatsexamen. Kort daarna werd een joodse leraar ontslagen. De studenten pikten het ontslag niet en blokkeerden alle ingangen van de universiteits­gebouwen. Van Kammen deed ook mee: ‘Natuurlijk voerde ik ook actie. Enkele weken daarna waaierden de studenten uit over het land. Sommigen stopten met studeren, anderen vervolgden hun studie in Amsterdam en Utrecht waar de faculteiten nog open waren.’

Van Kammen besloot zoveel mogelijk theorie te leren om daarna te kijken waar ze examen kon doen. Een halfjaar later zocht ze decaan Barge op met de vraag of hij haar wilde helpen met het practicum waarna ze examen zou kunnen doen.

‘Op een ochtend ging ik naar het gebouw waar anatomie was gevestigd. Ik kreeg een in ­formaline gedrenkt mannenbeen. Daarmee moest ik, met de tram, naar het Rode Kruisziekenhuis in Den Haag. De patholoog-anatoom zei mij dat ik spieren, bloedvaten en zenuwen moest prepareren. Ik moest vertellen hoe ze liepen. Ik was er drie maanden fulltime mee bezig en kreeg uiteindelijk een voldoende. De patholoog-anatoom bracht de decaan daarvan op de hoogte. Vervolgens moest ik naar de conservator – een soort chef de clinique – van de geneeskundefaculteit. Zij hielp mij met pathologische anatomie. Ik moest microscopische en macroscopische preparaten onderzoeken. Ook zij gaf de decaan door dat ik was geslaagd.’

Zwerven
Later in de oorlog zwierf Van Kammen door medisch Nederland. ‘Met studenten had ik sporadisch contact. Iedereen was uitgewaaierd. Maar ik ging door, want ik wilde dokter worden.’ In Utrecht, waar de faculteit nog niet was gesloten, werkte ze voor haar doctoraal. Dit hield in februari 1943 op toen alle studenten een loyaliteitsverklaring moesten tekenen voor de bezetter. ‘Ik weigerde. Uiteraard, net als tweederde van de geneeskundestudenten. Ik vond en vind het een schande dat een derde wel tekende. Maar we spraken er onderling niet over. Het was veel te gevaarlijk om over de bezetter te praten.’
Omdat ze de loyaliteitsverklaring niet had getekend, kwam de bezetter haar bij haar ouders thuis ophalen. De Duitsers wilden haar tewerkstellen. Maar Van Kammen was niet thuis en ze besloot onder te duiken. Via een soort mecenas – een huisarts uit Utrecht die haar studie betaalde en haar op afstand volgde – kwam ze in het sanatorium van Doorn terecht, waar ze werkte als verpleeghulp. ‘Hier heb ik niet alleen geleerd hoe ernstig tuberculose kan zijn, maar ook hoe de relatie verplegende-patiënt is. Als verpleeghulp sta je veel dichter bij de patiënt dan als arts. Ik heb daar een achttienjarige jongen verpleegd tot aan zijn dood. Dat was een enorm indrukwekkende ervaring.’
In het sanatorium was ze betrekkelijk veilig, omdat de Duitsers behoorlijk bang waren voor tuberculose. Ze lieten het uit hun hoofd om het sanatorium te doorzoeken. Het was een veilig heenkomen voor onderduikers.

Moed
Enige tijd later vertrok ze naar Nijmegen. Via docenten van de illegale geneeskundeopleiding Leiden was er voor haar een werkplek geregeld in het Canisiusziekenhuis. Daar deed Van Kammen assistentenwerk terwijl ze nog geen dokter was. Wie allemaal in verbinding stond met wie, wist ze niet. Maar ze wist wel dat haar mecenas en hoogleraren in Leiden contact met elkaar hadden. ‘Ik bewonder hun moed om geneeskundestudenten te helpen hun studie voort te zetten. Natuurlijk, er was dringend behoefte aan artsen, dus onze hulp was welkom. Er waren dokters naar het front gestuurd, er waren er ondergedoken en de joodse artsen waren naar de kampen gestuurd.’

In die periode deed ze het werk van arts-assistent heelkunde en interne geneeskunde. Ze stond onder supervisie van conservatoren. Die bepaalden ook of ze voor haar tentamens was geslaagd. Zij bepaalden het niveau en zetten haar aan het werk.

In de laatste winter van de oorlog, ging ze werken bij een huisarts in Wezep. Het was een grote praktijk. ‘Ik heb er veel ervaring opgedaan. Hij was een voortreffelijke huisarts en bovendien een bijzonder aardige man. Hij kende zijn patiënten goed. Als ik naar iemand toe moest, vertelde hij mij hun voorgeschiedenis en waar ik op moest letten en wat ik moest doen.’

Vlak voor de bevrijding zag Van Kammen hoe vluchtelingen uit het westen van het land werden aangevallen door Britten die dachten dat de vluchtelingen terugtrekkende Duitsers waren. ‘We hebben tientallen gewonden naar een hooiberg gebracht. Ik kon ze geen medicatie of verbandmiddelen bieden. Het enige wat ik kon doen, was troosten. En troost is een enorm belangrijk aspect van de eed van Hippocrates als je medisch gezien niets meer kunt doen.’

Psychiatrie
Na de bevrijding pakte ze haar studie officieel weer op. In de oorlog hadden docenten - in codes - haar resultaten aan de hoogleraren in Leiden doorgegeven. Hoe dat precies in zijn werk ging, weet ze niet meer. Het resulteerde erin dat ze voor het praktijkgedeelte alleen nog een stage psychiatrie moest doen. Dat specialisme had ze in de oorlog niet kunnen volgen. In 1946 deed ze haar artsexamen. 

Ingrid Lutke Schipholt

Geïnteresseerd in nog meer geschiedenis over studenten en artsen in WO II? Kijk op www.medischcontact.nl/geschiedenis. Bovendien staan alle edities van Medisch Contact binnenkort op deze site.


Internist Van Kammen-Wijnmalen. beeld: De Beeldredaktie, Marco Vellinga
Internist Van Kammen-Wijnmalen. beeld: De Beeldredaktie, Marco Vellinga
Huisarts Fred Bol. De Beeldredaktie, Marco Vellinga
Huisarts Fred Bol. De Beeldredaktie, Marco Vellinga
tuberculose
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.