Student-promovendi UMCG in het gelijk gesteld door hof

Een groep van 44 Groningse coassistenten die in de periode 2016-2018 hun master combineerden met een promotietraject als student-promovendus, hebben recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als andere werknemer-promovendi. Dat heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dinsdag bepaald. Daarmee is een eerdere uitspraak van de kantonrechter verworpen.

Arbeidsjurist Dino Jongsma van het kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD, die de groep tijdens eerdere rechtszaken heeft begeleid, zegt namens de 44 promovendi dat zij ‘blij zijn’ dat ze de zaak alsnog hebben gewonnen. De groep MD’s/PhD’s voert al ruim vier jaar een juridische strijd tegen het UMCG.

Tussen oktober 2016 en oktober 2018 nam het UMCG deel aan een experiment van het ministerie van OCW, met als doel het aantal promotietrajecten te bevorderen. De MD’s/PhD’s werden als ‘student’ aangenomen. Dat betekent dat ze geen overeenkomst als reguliere werknemer kregen, maar wel salaris. Dit salaris was evenwel lager en ze hadden geen recht op dezelfde secundaire arbeidsvoorwaarden als andere promovendi.

De groep vond dat niet eerlijk. Omdat ze hetzelfde werk doen als andere promovendi, stelden ze dat ze werknemers zijn. Ze stapten daarom naar de rechter. De kantonrechter oordeelde begin 2022 juist dat de promovendi geen recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden, omdat ze een opleidingsovereenkomst met het UMCG hadden en geen arbeidsovereenkomst.

Gezagsverhouding

Van de oorspronkelijke groep van 48 student-promovendi, lieten 44 hoger beroep aantekenen. Het hoger beroep diende 29 maart bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Dat stelt nu dat er wel degelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst. De uitspraak van dinsdag betreft een zogenoemd tussenarrest. Nu het hof heeft vastgesteld dat er een gezagsverhouding was tussen de universiteit en de promoverende coassistenten, volgt de tweede ronde. En dat gaat om de vraag op hoeveel salaris en overige inkomsten zij nu recht hebben. De betrokken mensen krijgen nu tot augustus de tijd om hun vordering toe te lichten, zegt arbeidsjurist Jongsma. Daarna volgt het eindarrest.

De promovendi zitten inmiddels vrijwel allemaal in de eindfase van hun geneeskundeopleiding. Sommigen zijn nog aan het afronden, anderen zijn net klaar. Ze hebben verschillende medische specialismen, van spoedeisende hulp tot neurochirurgie. Zij willen liever niet individueel in de media aan het woord komen, omdat ze voor dit onderwerp als ‘collectief’ willen opereren, zegt Jongsma.

Jongsma schat in dat het om een bedrag gaat van ongeveer een half miljoen euro, voor de groep als geheel. De vordering zal deels bestaan uit achterstallig loon, vakantiegeld, eindejaarsuitkering en misgelopen pensioenopbouw.

Ook het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) reageert tevreden. ‘We zijn blij en opgelucht’, zegt voorzitter Anneke Kastelein. Het PNN was betrokken bij de zaak en heeft destijds juridische assistentie gevraagd bij de LAD. ‘We waren vanaf het begin ervan overtuigd dat deze groep als werknemer in dienst was bij het UMCG. Nu moet besloten worden hoeveel er daadwerkelijk betaald moet worden. We kijken uit naar het vervolg.’