Nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
9 minuten leestijd
interview

‘Relativerende humor houdt je op de been in het artsenvak’

Gynaecoloog Mieke Kerkhof knipoogt naar het levenseinde

1 reactie
‘Ik ben niet bang voor de dood’ beeld: Merlin Daleman
‘Ik ben niet bang voor de dood’ beeld: Merlin Daleman

Gynaecoloog Mieke Kerkhof schreef en verzamelde anekdotes rondom de dood. Ze bundelde ze in een nieuw boek en spreekt erover op het symposium De dokter en de dood dat Medisch Contact op 31 oktober organiseert. ‘Ik kan enorm genieten van de fantasie dat er een hemel is waar ik iedereen terugzie.’

‘Ik heb een ziekelijke drang om wat ik meemaak op te schrijven. Om emoties te delen en om mensen te ontroeren met iets grappigs of verdrietigs.’ Gynaecoloog Mieke Kerkhof (1962), verbonden aan het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch, is – zou je kunnen zeggen – verzamelaar van korte verhalen en anekdotes. Eerder schreef ze Even ontspannen, mevrouw, waarin ze oneliners, wijsheden en grappige voorvallen rond de geboorte bundelde – deels uit eigen praktijk, deels afkomstig van haar collega’s. Op 2 november – het is dan heel toepasselijk Allerzielen – verschijnt haar nieuwste bundel: Klaar is Kees, een knipoog naar het levenseinde. Opnieuw putte ze uit eigen ervaringen en die van collega’s, en opnieuw kon ze ook een beroep doen op bekende auteurs als Erik van Muiswinkel, Sylvia Witteman, Youp van ’t Hek, Frits Abrahams en Marcel van Roosmalen – die allen bijdragen leverden. Op 31 oktober is Mieke Kerkhof een van de sprekers tijdens het Medisch Contact-symposium ‘De dokter en de dood’.

Nepwimpers

‘Ik doe’, zegt ze, ‘mijn vak met heel veel plezier. Ik bedoel: voor het directe patiëntencontact kun je me letterlijk wakker maken. Maar dat ik in de lunchpauze in vijf minuten iets op papier kan zetten, ervaar ik als een soort burn-outpreventie. Ik ben dan voldoende uitgerust om de middag weer aan te kunnen.’ Ze heeft altijd graag willen schrijven – ‘al sinds de basisschool’. ‘Twee familieleden waren een enorme inspiratie: oom Herman, onderwijzer en journalist, en tante Annie, boerin. Beiden waren grootmeesters van de anekdote.’ In onvervalst Twents (Kerkhof is geboren en getogen in het Twentse dorp Enter) vervolgt ze: ‘Moej ’s eevn gaon zittn, dan gai ik je eerst eevn wat moois vertelln. Dat zei mijn tante dan. Mijn liefde voor de anekdote is bij hen begonnen.’

In het artsenvak is relativerende humor belangrijk, vindt ze. ‘Het houdt je op de been, zeker in moeilijke situaties. Je maakt ook zulke grappige dingen mee: van de week nog belde een vrouw bij wie ik een kleine ingreep had gedaan of ze weer nepwimpers mocht dragen. Zo geestig!’ Veel van haar anekdotes bereikten de ‘Ik-rubriek’ op de Achterpagina van NRC: ze noemt het ‘een ideaal format’ om haar belevenissen te vertellen.

Doodsbenauwd

In de inleiding bij haar nieuwe boek schrijft ze dat ze aanvankelijk ‘doodsbenauwd’ was voor het levenseinde. ‘Later, toen ik in het bezit was van mijn artsenbul, kreeg de dood een vanzelfsprekende plek in mijn leven. De dood is, zoals cabaretier en streekgenoot Herman Finkers zegt, je goede vriend, die vergeet je niet. Je moet hem niet vrezen. Je moet een beetje met hem dansen, want hij komt een keer langs. Ik ben niet bang voor de dood, misschien omdat mijn vrouw en ik geen kinderen hebben. Ik denk altijd: er zullen daarom wel minder mensen verdrietig zijn, maar mijn familie spreekt dat tegen.’ Resoluut: ‘Mijn boek is voor iedereen, maar vooral voor de mensen die de dood heel eng vinden.’

Mijn boek getuigt van piëteit voor overledenen en nabestaanden

Dat menig lezer misschien zal denken dat Mieke Kerkhof een flauw pseudoniem is, heeft ze willen voorkomen, door nadrukkelijk te vermelden dat dit niet het geval is. ‘Soms voelen patiënten zich in de maling genomen als ze naar dokter Kerkhof moeten. Dat is weleens vervelend. Als ik me na de geboorte van een dood kind moet voorstellen zeg ik vaak: ik ben dokter Mieke.’

Mieke Kerkhof vertelt uitbundig, alsof ze ‘optreedt’. Er is – zegt ze ook zelf – misschien wel een cabaretier aan haar verloren gegaan. Het voelt daardoor vanzelfsprekend elkaar te tutoyeren.

Je boek gaat over de dood in alle fasen van het leven, ook over de dood in de verloskunde.

‘Het is een heel ernstig en eenzaam moment als je als gynaecoloog een echo maakt en constateert dat het kind dood is, terwijl de vrouw niets vermoedt. Dat went nooit. Het is zo intens droevig. Maar de dood in de verloskunde is ook merkwaardig, omdat het soms veel meer voldoening geeft een stel te begeleiden dat hun kind zal verliezen, dan een stel dat na een uur postpartum vrolijk naar huis gaat. Als ik bij de geboorte van een dood kind ben, voel ik de spanning in de verloskamer en weet ik: dit zal geen mooi moment zijn. Een stille plof – zo noemen we dat. Dus als op zo’n moment een ouderpaar een relativerende opmerking maakt, dan kan dat tijdelijk verlichting geven. Neem dat stel dat zei: onze zoon is nu even in de koeling want hij slaapt graag uit (zie kader ‘Eeuwige rust’, red.) Ik vond dat een briljant voorbeeld van hoe je verdriet te lijf kunt gaan. Ik heb daar destijds een stukje aan gewijd in de krant, dat zelfs is voorgelezen tijdens de crematie van het kind. Maar de lezers waren boos. De vraag kwam bij hen op of ik als arts mijn geheimhoudingsplicht niet had geschonden en of ik me wel bewust was van de kwetsbaarheid van patiënten. Jazeker, ben ik dat – patiënten blijven kwetsbaar – ook nadat ze je toestemming hebben gegeven om erover te schrijven. Daarom heb ik lang niet alle anekdotes die ik ken opgenomen in het boek, zijn ze altijd geanonimiseerd en soms een beetje aangepast.’

Scheren

Vorige week overleed mijn man. Vanaf 1951 zijn we samen geweest. Rondom zijn sterfbed hebben mijn zes kinderen alles in het werk gesteld om het heengaan te veraangenamen. Mijn oudste zoon vraagt op zeker moment: ‘Pa, zal ik je nog even lekker scheren?’ Waarop mijn altijd humoristische echtgenoot reageert: ‘Welnee, joh, doe geen moeite, dat doet strakjes de begrafenisondernemer wel.’ Bron: Klaar is Kees

Hoe voorkom je dat zo’n verzameling anekdotes verwordt tot een soort moppentapperij of tot sarcasme?

‘Het gemene en het valse, zeg maar de angel, moet je eruit halen. Ik denk dat mijn boek getuigt van piëteit en respect voor overledenen en nabestaanden. Alle anekdotes waar ook maar iets mis zou kunnen zijn, heb ik in overleg met mijn redacteur bij de uitgeverij streng geredigeerd of geschrapt. Wij gynaecologen zijn heel beschaafde dokters: wij lachen meer met de patiënt dan om de patiënt. Overigens worden buiten ons vak juist heel foute grappen gemaakt over de gynaecologie. Ik bedoel, je kunt hier in Den Bosch met carnaval mannen zien rondlopen met T-shirtteksten als: “Ik ben geen gynaecoloog maar ik wil best even kijken”. Schaamteloos, vind ik dat.’

Was gynaecologie voor jou van meet af aan hét specialisme?

‘Bij ons thuis werd altijd heel geheimzinnig gedaan over de voortplanting. Ik heb het als jong meisje allemaal in de bibliotheek moeten opzoeken. Toen is mijn interesse begonnen. Daar kwam nog bij dat mijn moeder – ze had vier dochters en twee zonen – wilde dat al haar meisjes in de verzorging zouden gaan; zorgen is ons met de paplepel ingegoten. Mijn moeder is ook altijd – heel bescheiden eigenlijk – blijven zeggen dat ik in de verzorging werkte in Den Bosch. Gynaecologie past ook bij mij omdat het een intiem vak is; een vak waar de life-events plaatsvinden. Dat heeft een kno-arts niet, zal ik maar zeggen. Communicatie is zeer belangrijk. Collega’s verwijten me weleens dat ik te dicht op de huid van patiënten zit. “Iets meer professionele distantie gewenst” – heb ik weleens te horen gekregen. Als Tukker probeer ik “Brabants” met de patiënten te praten. Zo van: “Hedde gij het kunne vinde mevrouw?” Dat is mijn stijl en mijn patiënten zijn daar tevreden mee – dat weet ik zeker. Ik heb niet alleen maar een baarmoeder met eierstokken voor mijn bureau, maar een vrouw met een achtergrond. Vaak vraag ik daarnaar als ze zich aankleden. Dus dan zeg ik bijvoorbeeld: “Hé, u heeft een winkelwagentje als collier. Waarom is dat?” En dan krijg je als antwoord (Kerkhof spreekt met Brabant accent): “Ik werk al heel lang bij de Plus en dat heb ik gekregen van de filiaalhouder.” Kijk, als ze dan de volgende keer komt, vraag ik: hoe is het bij de Plus?’

Je tijd op aarde is niet veel meer dan een zuchtje.

Ben je als vrouw in het voordeel als gynaecoloog?

‘Nee.’ Ze denkt even na en zegt dan: ‘Nou ja, je bent in het voordeel omdat vrouwen bepaalde problemen liever aan een vrouw vertellen, zoals negatieve seksuele ervaringen of pijn bij het vrijen. Mannelijke coassistenten moeten dan nogal eens naar buiten. Ik zeg weleens voor de gein: hoe knapper ze zijn, hoe vaker ze op de gang staan. Ik zeg altijd dat ze dat niet persoonlijk moeten opvatten. Nu is 80 procent van de vakgenoten in opleiding vrouw. Maar verder niets ten nadele van de mannen: ik ken heel veel leuke mannelijke collega’s .’

Terug naar je thema. Je schrijft: ‘Laatst werden in één nachtdienst onder mijn leiding elf kinderen geboren. Bij het wegrijden van de parkeerplaats zag ik een lijkwagen, waarin een roerloos lichaam werd vervoerd. De vleesgeworden cirkel van het leven. Het is nauwelijks te bevatten en ik ben er bij voortduring door gefascineerd.’

‘Ja, begrijp je dat? Dan ben ik moe en een beetje eufoor en dan denk ik: wat is dit gek!’

Je krijgt er geen grip op.

‘Nee, maar dat wil ik ook eigenlijk niet. Het is een mysterie. Het maakt dat je beseft dat je tijd op aarde niet veel meer is dan een zuchtje. Ik had zelf al wel dood kunnen zijn, want heb tweemaal een melanoom gehad. Zelf denk ik dat er na de dood niets meer is, maar ik kan enorm genieten van de fantasie dat er een hemel is waar ik iedereen terugzie. Mijn vader is vijftig jaar zanger geweest in een Gregoriaans kerkkoor. Een heel gelovig man, 90 jaar is hij nu. Hij zegt altijd: mijn hoop is sterker dan mijn geloof. Zo is het.’

Eeuwige rust

Zij wisten dat hun ongeboren kind afwijkingen had die niet met het leven verenigbaar zouden zijn. Het jongetje had namelijk geen nieren. Een afbreking wilden ze niet, afscheid nemen van een levend kind was voor hen de beste optie. Aldus werd de zwangerschap uitgedragen. Bij vierendertig weken meldden zij zich in het ziekenhuis, de baring was op gang gekomen. Het mannetje kreeg een nooddoop en overleed drie uur na de geboorte, in de warme armen van zijn ouders. Ondanks deze droevige omstandigheden verliep alles zoals zij het verwacht en gewenst hadden. Hun humeur was onverwoestbaar. De ochtend na de bevalling liep ik visite bij hen. De wieg was leeg en ik vroeg waar hun zoon was gebleven. De moeder antwoordde monter: ‘Nu even in de koeling, dokter. Hij wordt zo bij ons gebracht, maar mijn zoon slaapt graag uit.’ Bron: Klaar is Kees

Ben je religieus?

‘Ik ben katholiek opgevoed, maar ik doe daar niet zoveel meer mee, omdat de katholieke kerk onvriendelijk is voor homoseksuelen. Maar als ik in het bos loop en ik kom op een plek met een Mariakapelletje, dan blijf ik altijd even staan en vraag het allerbeste voor mijn patiënten en een mooie, eeuwige rust voor mijn dierbaren. Dan ben ik eigenlijk aan het bidden en vraag me intussen af: zou daarboven wat zijn? Toen vanochtend tijdens de fotosessie de zon ineens ging schijnen over het kerkhof besefte ik het weer: er is meer tussen hemel en aarde dan we denken – daarvan ben ik overtuigd.’

Heeft die houding implicaties voor je werk?

‘Ik heb veel patiënten uit de Bommelerwaard, vrouwen die vaak zeer gelovig zijn en die soms hun zoveelste kind krijgen. Ik raad ze dan vaak een spiraaltje aan, en zeg erbij dat het een geheim blijft tussen ons tweeën en dat er meer vrouwen in de parochie zijn die een spiraaltje hebben. “De heer heeft mij ook gestuurd om een spiraaltje bij u te plaatsen”, zo formuleer ik dat dan. Dat mag best, vind ik. En tegen islamitische vrouwen, die ik ook vaak zie, zeg ik altijd dat Allah ook een beetje meehelpt als ze moeten bevallen.’

Mieke Kerkhof, Klaar is Kees, Uitgeverij Nieuw Amsterdam, 14,99 euro. Het boek verschijnt op 2 november.

Medisch Contact mag drie exemplaren weggeven. Mail uiterlijk 2 november uw contactgegevens naar redactie@medischcontact.nl o.v.v. 'Klaar is Kees'.

Winnaars ontvangen uiterlijk 10 november bericht.

Mieke Kerkhof staat 31 oktober op het podium in Rotterdam tijdens De dokter en de dood 2017.

Aanmelden

lees ook:

interview gynaecologie humor
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.