Nieuws
Nieuws

Onderzoek effectiviteit antidepressiva vergt andere aanpak 

Plaats een reactie

Terwijl een aanzienlijk deel van de individuen met een ernstige depressie in remissie gaat na ongeveer acht weken behandeling, verbetert ruim de helft van de patiënten zeer weinig, soms verslechtert hun toestand zelfs. In JAMA Psychiatry halen Marta Maslej e.a. de talrijke pogingen aan om de specifieke factoren c.q. variabelen aan het licht te brengen die de werkzaamheid van antidepressiva zouden bepalen en mogelijk de behandeling zouden kunnen personaliseren en dus effectiever zouden kunnen maken. Tot dusver blijken de resultaten nogal schamel.

Reden: de variabele werkzaamheid van psychiatrische medicatie wordt doorgaans afgeleid uit de geaggregeerde gegevens van RCT’s, zo brengen ze in herinnering. Tegelijkertijd berust de mogelijkheid om behandelingen te personaliseren juist op de aanname dat individuele verschillen bijdragen aan deze variabiliteit. Maar ook is bekend dat de werkzaamheid varieert dankzij allerlei betrekkelijk willekeurige factoren zoals  placebo-effecten, regressie naar het gemiddelde of meetfouten. Het vaststellen en uiteenrafelen daarvan is een complexe zaak, die goede kennis en toepassing van methodologie en statistiek vereist. Dus blijft de vraag: hoe match je antidepressiva met de unieke kenmerken van een individu? Kan dat überhaupt? 

Zelf doen Marta Maslej e.a. een duit in het zakje met een meta-analyse van 91 gerandomiseerde klinische onderzoeken (n=18.965). Ze maken daarbij gebruik van een ‘random-slope mixed-effects model’, dat het mogelijk maakt te rekenen aan verklarende variabelen die voor elke groep een ander effect kunnen hebben.  

Het resultaat: er is geen bewijs voor meer variabiliteit in respons op antidepressiva dan op placebo’s. Maslej e.a laten daarbij zien dat die variabiliteit ook niet afhangt van de ernst van de depressie, maar ze zien wel dat de reactie op noradrenerge middelen wat variabeler is dan die op SSRI’s. Kijk in volgend onderzoek vooral naar individuele symptomen, bevelen de onderzoekers aan, en speur naar bruikbare biomarkers. 

Betekent dit nu dat die individuele verschillen in de mate waarin patiënten reageren op middelen er dus niet zijn? Nee, zeggen twee commentatoren, Alex Luedtke en Ronald Kessler. Meta-analyses als deze kunnen namelijk overtuigend bewijs leveren voor het feit dat die heterogeniteit in reacties bestaat, maar vind je die verschillen niet, dan betekent dat niet dat ze er niet zijn.  

Er zit volgens hen maar een ding op: doorbreek de ‘exclusieve focus op gerandomiseerde klinische onderzoeken’ en kies voor een ‘gemengde benadering’ van afwisselend grote observationele studies naar de relevantie van bijvoorbeeld bepaalde biomarkers en andere persoonskenmerken en kleinere experimentele studies die wat in die eerste studies wordt gevonden kunnen bevestigen.  

lees ook

Nieuws Wetenschap psychiatrie antidepressiva
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.