OM: ‘Geen vervolging tabaksindustrie’

Het Openbaar Ministerie gaat de tabaksindustrie niet strafrechtelijk vervolgen en zal ook geen verder onderzoek meer doen. De tabaksproducenten handelen niet in strijd met de wet- en regelgeving, zo meldt het OM op de eigen website.

Het OM stelt dat het handelen van tabaksproducenten voldoet aan de Europese wet- en regelgeving. Tabaksproducenten bieden een legaal product aan en moeten gebruikers actief waarschuwen voor de risico’s op gezondheidsschade. Het OM vindt dat het inmiddels breed bekend is bij iedereen die met roken begint dat het verslavend is. Ook vindt het OM dat het uiteindelijk de roker zélf is die zich, bewust zijnde van de gezondheidsrisico’s, de aanzienlijke kans op eigen gezondheidsschade aanvaardt door met roken te beginnen of daar niet mee te stoppen. Deze keuzevrijheid in de keten van oorzaak tot gevolg maakt volgens het OM dat de negatieve gevolgen van het roken in strafrechtelijke zin niet meer kunnen worden toegerekend aan de tabaksproducenten.

In september 2017 deed advocaat Bénédicte Ficq aangifte tegen vier tabaksproducenten die op de Nederlandse markt actief zijn. Zij deed dit namens de Stichting Rookpreventie en twee ex-rokers en later haakten diverse ziekenhuizen, verslavingsklinieken en artsenorganisaties daarbij aan. De tabaksproducenten wordt in de aangifte verweten dat zij zich hebben schuldig gemaakt aan poging tot doodslag en/of moord, poging tot zware mishandeling met voorbedachten rade en/of poging tot opzettelijke benadeling van de gezondheid met voorbedachten rade, valsheid in geschrifte en het in de handel brengen van tabaksproducten die niet voldoen aan de wettelijke eisen, zoals aan de maximale emissieniveaus. Het OM stelt dat voor elk van de levens- en geweldsdelicten is vereist dat de gezondheidsschade veroorzaakt door de sigaretten aan de tabaksproducenten kan worden aangerekend. Maar het daarvoor vereiste causale verband ontbreekt in deze specifieke casus, aldus het OM.

Advocaat Ficq kondigt aan te gaan proberen vervolging alsnog af te dwingen via het gerechtshof. Dit kan via een artikel-12-procedure. Direct belanghebbenden kunnen in deze bijzondere klachtprocedure de zaak rechtstreeks voorleggen aan een gerechtshof.

Meer over de aangifte tegen de tabaksindustrie leest u in het MC-artikel ‘Achter de kruitdampen van het tabaksproces’