Ministers: ‘Jeugdzorg regionaal aanbieden’

Een ‘niet-vrijblijvende manier van regionaal samenwerken’ tussen gemeenten is nodig voor goede, continue jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering.

Dat schrijven minister Hugo de Jonge (VWS) en minister Sander Dekker (Veiligheid en Justitie) in hun brief aan de Tweede Kamer nadat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Veiligheid en Justitie gisteren hard over de jeugdzorg oordeelden. Hoewel er méér kinderen in beeld zijn dan voorheen, ontvangen zij door wachtlijsten en bureaucratie niet altijd op tijd de hulp die ze nodig hebben, stellen de ministers. ‘De beloften van de Jeugdwet zijn nog onvoldoende ingelost’, zo openen ze de gezamenlijke brief. Ze willen tegen de zomer een wetswijziging van de Jeugdwet klaar hebben over onder andere de taken van de jeugdregio’s, regels over tarieven, inkoop en meerjarencontracten en borging van toegang tot zorg.

De ministers denken dat samenwerking van gemeenten leidt tot een stabieler aanbod van hulp voor jeugdigen met complexe problemen. ‘Door regionaal samen te werken kan zowel aan de kant van de gemeenten als aan de kant van jeugdhulpaanbieders op inkoopkosten en administratieve lasten worden bespaard en kan een regionale inbedding van de specialistische zorg worden gerealiseerd’, aldus de ministers. Ze merken daarbij op dat ook jeugdprofessionals een hoge werkdruk ervaren en veel tijd kwijt zijn aan administratie. Regionale samenwerking moet ervoor zorgen dat zorginstellingen ‘niet met tientallen eisen van gemeenten te maken krijgen, maar met een eenduidige opdrachtgever die afspreekt hoe het geregeld moet worden’, aldus de ministers. Ze kondigen aan dat ze zich gaan inspannen zodat jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen een ‘fair tarief’ ontvangen voor hun diensten.

Donderdag publiceerden de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Inspectie Justitie en Veiligheid over de wachtlijsten in de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering een rapport waarin ze stelden dat de jeugdbeschermingsketen in gevaar is. Juist jongeren met de meest complexe problemen krijgen niet toereikende hulp, met mogelijk ‘zeer ernstige gevolgen’, aldus de toezichthouders. Dit beeld van het Nederlandse jeugdstelsel is ‘zorgwekkend’, maar sluit wel aan bij de bevindingen van het kabinet tot nu toe. Dat stelt minister Hugo de Jonge. De bewindsman houdt vol dat de decentralisatie van de jeugdzorg niet is mislukt. Minister Sander Dekker ziet ‘heel verontrustende bevindingen’ in het rapport van de inspecties. Geld is volgens hem niet het probleem. Problemen ontstaan volgens hem als jeugdzorginstellingen zaken moeten doen met veel gemeenten. Gemeenten en jeugdzorg gaan nog voor de kerst om tafel zitten om te zoeken naar oplossingen.