Nieuws
Marieke van Twillert
Marieke van Twillert
7 minuten leestijd
interview

‘Mensen gaan een ontwikkeling door en ontdekken wie ze zijn’

Kinderarts en bestsellerauteur Remo Largo

Plaats een reactie
Stefan Gelberg
Stefan Gelberg

De Zwitserse kinderarts Remo Largo onderzocht en beschreef decennialang de ontwikkeling van kinderen. Zijn nieuwe boek omvat kinderen, volwassen, de samenleving in den brede: ‘Observeer kinderen vanaf hun geboorte, en blijf kijken. Het leven van volwassenen is eigenlijk niet veel anders.’

De naam Remo Largo zegt in Nederland maar weinigen iets. Hoe anders is dat in Duitstalige landen. Zwitserlands bekendste kinderarts is er een baken voor generaties ouders. Zijn bestseller Babyjahre (2 miljoen verkochte exemplaren) is een ‘Selbstverkaufer’, het wordt gewoon herdrukt zonder dat er reclame voor wordt gemaakt, vertelt Largo. ‘Babyjahre gaat over van moeder op dochter.’

We spreken elkaar vlakbij het Hauptbahnhof van Zürich in het Platzspitz-park. In de jaren tachtig was dit een beruchte verzamelplek van heroïneverslaafden, nu loopt er een enkele moeder met peuter, wat bankiers in hun lunchpauze. We zitten in de najaarszon op een bankje.

Largo heeft gemengde gevoelens over zijn status als ‘raadgever’ voor twijfelende ouders. ‘Zo heb ik nooit over mijzelf gedacht. Ik hou niet erg van al te grote sociale aandacht.’ Hij spreekt bedachtzaam. ‘Ik was al blij dat iemand Babyjahre wilde uitgeven. De eerste uitgeverij die dat wilde was een uitgeverij van stripboeken. Na een paar maanden werd het overgenomen door een grote uitgeverij.’ De rest is geschiedenis. Babyjahre werd vertaald in tien talen, zij het niet in Engels of Frans. ‘Ik ben met name trots op de Russische en Chinese vertaling.’ Na Babyjahre volgden meer boeken. Onlangs verscheen Individu (zie kader onderaan), zijn eerste boek dat in het Nederlands is vertaald.

U heeft zeven jaar gewerkt aan Individu. Waarom wilde u dit boek schrijven?

‘Simpel: ik kon niet anders. Van jongs af ben ik nieuwsgierig naar mensen. Het grootste deel van mijn leven ben ik bezig geweest te begrijpen hoe mensen in elkaar zitten. De beste manier hiervoor is, vind ik, kijken hoe kinderen opgroeien. Observeer ze vanaf hun geboorte, en blijf kijken. Hoe verloopt hun leven, hoe ontwikkelt het zich? En het leven van volwassenen is eigenlijk niet veel anders. Ze hebben basale behoeftes en vaardigheden en worstelen met hun omgeving. Net als kinderen.’

Als puber moest u acht weken het bed houden en om de tijd te doden las u Tolstoj en Dostojevski. Dat, schrijft u, leidde tot een levenslange fascinatie voor ‘mensen’ en hun besognes.

‘Als kind was ik vaak ziek. Toen ik 3 was kreeg ik tbc. Met 13 liep ik een hersenschudding op bij gymnastiek en kreeg acht weken strikte bedrust voorgeschreven. Op mijn 30ste had ik een hersenbloeding en raakte ik rechts doof. Een tweede hersenbloeding kreeg ik toen ik 52 was. Sindsdien lijd ik aan duizeligheid en terugkerende depressies. Dit heeft mijn activiteiten vanzelfsprekend sterk beïnvloed. Toch kan ik zeggen dat ik ongelooflijk geluk heb gehad dat ik er nog ben en zo veel heb kunnen bewerkstelligen.’

In hoeverre motiveerde uw achtergrond u om kinderarts te worden?

‘Aanvankelijk wilde ik kinderchirurg worden. Dat was na de eerste beroerte niet langer mogelijk. Maar ik had geluk, ik kreeg de gelegenheid om de ontwikkeling van kinderen te onderzoeken. Ik had de vrijheid om te doen wat ik interessant vond, ik was onafhankelijk. Ik heb bestaand wetenschappelijk onderzoek verder doorgevoerd en nieuw onderzoek opgestart. Dat was voor mij een bevredigende bezigheid.’

Hoe is uw Fitprincipe ontstaan?

‘De inzichten komen voornamelijk voort uit de ervaringen en de kennis die we hebben opgedaan gedurende de Zürcher Longitudinalstudien. Een voorbeeld. Tijdens het langlopende onderzoek ontmoette ik een jongen. Hij zat op het gymnasium en later ging hij natuurkunde studeren. Theorétische natuurkunde nog wel, ongeveer het ergste. Hij studeerde en kwam af en toe bij me langs. Op een dag, hij had zijn diploma behaald, zei hij: ‘Oké, en nu word ik meubelmaker.’ Het verhaal van deze jongen en zijn omslag staat niet op zich, ik heb veel van dergelijke voorbeelden gezien. Mensen gaan een ontwikkeling door en ontdekken: dit ben ik niet.

Ieder individu probeert tegemoet te komen aan zijn basisbehoeftes en competenties, om zo een leven te leiden dat voor hém passend is.’

Remo Largo

Remo Largo (Winterthur, 1943) is gespecialiseerd in de ontwikkeling van het kind. Twaalf jaar geleden is hij gestopt als praktiserend arts. In de veertig jaren ervoor was hij wetenschapper, ontwikkelingspsycholoog en kinderarts. Largo studeerde geneeskunde in Zürich en kindergeneeskunde aan de universiteit van Californië (VS). Tussen 1974 en 2005 leidde hij de Zürcher Longitudinalstudien, een longitudinaal onderzoek dat sinds 1954 loopt en waarbij ruim zevenhonderd kinderen van geboorte tot hun 18de jaar zijn gevolgd. Hij heeft honderden wetenschappelijke publicaties op zijn naam staan. Daarnaast is hij auteur van populairwetenschappelijke uitgaven, onder meer de bestsellers Babyjahre (1993), Kinderjahre (1998), en Glückliche Scheidungkinder (met Monika Czernin, 2003).

Hoe dan?

‘We hebben als mensen een beperkt aantal competenties en behoeftes. De complexiteit bestaat eruit dat zowel de basale behoeftes als de competenties van mensen zo verschillend zijn. En hóe mensen deze behoeftes ontwikkelen, dat verschilt enorm. Op die manier krijg je veel combinaties. Persoonlijk succes, zelfontplooiing of geborgenheid is belangrijk, maar zeker niet voor iedereen in dezelfde mate.’

U bent kritisch over de verwachtingen die mensen hebben van zichzelf, de druk vanuit de omgeving, vanuit de maatschappij. Dat leidt tot misfits.

‘Veel van de verwachtingen zijn vooral gedreven door de economie. Mensen vinden het niet leuk om te horen, maar met betrekking tot hun competenties zijn er grenzen aan wat ze kunnen. En het heeft geen zin om te proberen over die grens heen te gaan of daardoorheen te breken. Ik denk dat veel mensen een moeilijk leven hebben omdat ze die beperkingen niet accepteren. Niet alleen voor zichzelf, maar ook voor hun kinderen.’

Is verandering mogelijk, in deze tijd?

‘Ja, ik ben een optimist. Laten we nadenken over wie we zijn, wat onze behoeftes en onze competenties zijn. En dan kun je vervolgens bekijken: welke omgeving past daarbij? Scholen bijvoorbeeld zijn een goed begin. Onze huidige schoolsystemen komen vooral tegemoet aan de wensen van de economie. Kinderen leren om cognitief te presteren. Maar kinderen hebben ook ándere behoeftes.

Ze bewegen niet. Als je ze nu hier in het park zou loslaten, zouden ze gewoon gaan spelen. Op school hebben ze zo weinig controle over wat ze zelf willen doen, zo weinig autonomie – vreselijk. Wat kinderen nodig hebben is een leraar die van ze houdt, ongeacht hun capaciteiten. Ze moeten zich emotioneel veilig voelen. En daarnaast hebben ze last van een enorme prestatiedruk, zowel vanuit de school als vanuit de ouders. Dat is onverdraaglijk.’

Is uw visie veranderd, in de loop der jaren?

‘Natuurlijk. Ik had een jeugd waarin de autoriteiten directief met kinderen omgingen. In de loop van de tijd heb ik veel veranderingen gezien. Ouders zijn liberaler geworden. Het probleem is nu dat ouders zelf gestrest zijn, waardoor ze zelf geen emotionele stabiliteit geven. Met als resultaat kinderen die moeilijk worden omdat ze emotioneel onzeker zijn. Ze voelen zich overvraagd, overbelast. We zien in Zwitserland – en in Nederland zal het niet anders zijn – kinderen met een burn-out. Geen wonder. Dat is de consequentie van de druk die van bovenaf komt.’

Terug naar het platteland, dus?

‘Laten we niet vergeten dat de mens gedurende 250.000 jaar in kleinschalige gemeenschappen leefde. Dat heeft ons sociale gedrag en onze behoeftes gevormd. Een gezin alléén is niet genoeg om een kind op te voeden. Het heeft onderstutting nodig, een bredere kring eromheen. It takes a village to raise a child, zegt een Afrikaans gezegde. In een dorp zorgen mensen voor elkaar, hoewel de sociale controle ook keerzijdes heeft.’

Maar dat lijkt niet echt realistisch.

‘De steden worden steeds groter en groter. We hoeven niet letterlijk terug naar een dorp, maar wel naar kleinere gemeenschappen en netwerken. In kleine gemeenschappen kennen mensen elkaar, leven ze met meerdere generaties door elkaar, en hebben de verschillende mensen uiteenlopende vaardigheden zodat ze voor elkaar zorgen. Het is iets om over na te denken, bijvoorbeeld vanuit woningbouw wanneer er nieuwe wijken worden gepland.’

Fitprincipe

De oorspronkelijke titel van Individu – Das Passende Leben – is eigenlijk een passender omschrijving voor dit boek. Remo Largo ontvouwt hierin zijn theorie over de ontwikkeling van de mens en de evolutie van de menselijke soort. Deze theorie noemt hij het Fitprincipe, waarbij ‘fit’ terugslaat op ‘to fit’, passend. Kort gezegd komt het Fitprincipe hierop neer: de mens streeft er gedurende zijn hele leven naar ‘zichzelf te worden’, door tegemoet te komen aan zijn basisbehoeftes en zijn competenties te ontwikkelen. Largo definieert zes basisbehoeftes: bestaanszekerheid, lichamelijk welzijn, geborgenheid, sociale erkenning/status, zelfontplooiing en persoonlijk succes. Daarnaast zijn er acht competenties die de mens wil ontplooien: fysiek, sociaal, talig, muzikaal, figuraal-ruimtelijk, logisch-wiskundig, temporeel-planmatig, motorisch-kinetisch.

Het is al met al een veelomvattend boek, waarin Largo de lezer langs de oerknal, Darwin, de vraag waarom de krokodil al zo lang geleden is gestopt met evolueren, de industriële revolutie, megasteden en robotisering voert. Frappant genoeg, eindigt de kinderarts met cultuurkritiek. Hij houdt een pleidooi voor andere woonvormen – kleinere gemeenschappen, waarin meerdere generaties voor elkaar kunnen zorgen. En, als klap op de vuurpijl, beredeneert hij: het idee van basisinkomen is zo gek nog niet.

Individu – wat ons maakt tot wie wij zijn, Remo Largo, De bezige bij, 464 blz., 29,99 euro.

Bestel direct

Lees ook:

interview Boeken Zwitserland volksgezondheid
  • Marieke van Twillert

    Marieke van Twillert is sinds eind 2015 journalist bij Medisch Contact. Arbeidsmarkt en internationale gezondheidszorg hebben haar speciale aandacht, maar ze volgt ook het levenseindedebat, medische technologie en internationale gezondheid. Marieke is een van de presentatoren van MC de Podcast en schrijft geregeld een bijdrage voor de rubriek Media en Cultuur.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.